Spread the word!

Het delen van de berichten op dagelijksedialogen wordt erg gewaardeerd! Spread the word of dialogue.

zaterdag 15 maart 2014

Geloof / Vertrouwen in het proces van de Dialoog

.De Dialoog kan tot volledige ontplooiing komen als die gedragen wordt door het geloof van de deelnemers
dat de Dialoog een betrouwbare weg is om te gaan en dat een oprechte Dialoog altijd zal leiden tot waardevolle resultaten.
Geloof / vertrouwen helpt om trouw te blijven aan het proces, ook als dat moeilijk is, als er stagnatie of belemmeringen optreden. Vertrouwen in het proces betekent ook dat je erin gelooft dat het proces
tot waardevolle resultaten zal leiden, ook al weet je nog niet hoe die eruit zullen zien en hoe je ze kunt bereiken.

Het geloof in de Dialoog omvat ook de overtuiging, dat er win-win uitkomsten bereikt kunnen worden, waarbij zowel de individuele deelnemers als het geheel winnen. Voor veel van ons druist dat in tegen de (vaak onbewuste) overtuigingen, die heel veel mensen met zich meedragen, dat er een spanningsveld is tussen het individuele belang en het collectieve belang en dat waar het een wint het ander zal verliezen..
Dit zijn overtuigingen die velen van ons in hun vroege jeugd hebben opgedaan, bijvoorbeeld als ze de ervaring hadden dat ze als kind niet serieus werden genomen, omdat de ouders of het gezin andere eisen stelden.

De overtuiging dat er een spanningsveld is tussen individu en collectief en dat waar de een wint de ander moet verliezen heeft vorm aangenomen in culturen en subculturen die ofwel het collectieve belang verdedigen
tegen het individuele of andersom. De verzuilde cultuur, die in Nederland dominant was tot de jaren ‘60 van de vorige eeuw is een voorbeeld van een cultuur waarin het collectieve belang van de eigen groep prioriteit
had boven het individuele belang van de afzonderlijke groepsleden. Denk ook aan gesloten geloofsgemeenschappen en bedrijfsculturen en aan diverse varianten van jeugdcultuur. Het individu wordt geacht zich aan te passen en de beloning is erbij te mogen horen. Het is een interessante vraag in hoeverre dat in onze tijd ook geldt voor immigrantenculturen in ons land. Daar tegenover staat dat in onze tijd de dominante cultuur in ons land er een is van persoonlijke vrijheid en zelfontplooiing, waarbij de belangen
van het individu tot elke prijs beschermd worden tegen de druk van de gemeenschap.

Soms komen meer collectief georiënteerde en meer individueel georiënteerde cultuurkenmerken naast elkaar voor. Dan worden bijvoorbeeld ten opzichte van de leden van de eigen groep collectieve normen gehanteerd, terwijl ten opzichte van buitenstaanders de individuele vrijheid wordt verdedigd. Denk aan jongerenculturen.
Hoe dan ook, de onderliggende overtuiging is – bewust dan wel onbewust – dat collectieve en individuele belangen strijdig zijn met elkaar, en dat waar de een wint de ander verliest. De onderliggende overtuiging van de Dialoogbenadering is dat de echte winst daar gevonden wordt, waar beide winnen. En omgekeerd, dat als een van de twee verliest, de ander ook automatisch verliest. Zolang dit echter alleen een rationele overtuiging is zal die het keer op keer moeten afleggen tegen de veel sterkere irrationele en in onze cultuur ingebakken overtuiging, dat winst voor de een verlies voor de ander betekent. Deze overtuiging is daarom een van de aannames, die in een Dialooggroep onderzocht moeten worden.

Dit onderzoek houdt in dat de deelnemers op een open manier naar hun overtuigingen in dit verband kijken, dat ze onderzoeken waardoor deze overtuigingen geactiveerd worden, wat de bron van deze overtuigingen is, wat het waarheidsgehalte ervan is, wat hun investering erin is, en wat er verder met deze overtuigingen samenhangt. Op deze manier, door op een open en respectvolle manier je eigen overtuigingen te onderzoeken, kun je erachter komen wat ze zijn. Je ontdekt dan in je eigen ervaring, dat het aannames zijn, denkvormen, vaak met een emotionele lading, die niet noodzakelijk overeenstemmen met de realiteit.. Zowel de individuele geest, als de groepsgeest reageren op zo’n onderzoek door een wijder perspectief te ontwikkelen op het veld van mogelijkheden. Anders gezegd: er komt een kwaliteit van openheid naar boven voor wat er nog meer mogelijk is dan je gedacht had. Deze openheid is de openheid die de voedingsbodem vormt voor wat de Dialoog kan opleveren. Als je de realiteit gaat waarnemen vanuit het perspectief van deze kwaliteit van openheid zul je die anders gaan ervaren, dan wanneer je de realiteit ervaart vanuit beperkende overtuigingen. Je gaat dan zelf ervaren dat op
een essentieel niveau de ontplooiing van het individu en de ontplooiing van het geheel elkaar versterken en niet elkaar in de weg staan.

In het begin van een Dialooggroep en voor beginnende Dialoogbegeleiders is de gedachte dat individuele ontwikkeling en collectieve ontwikkeling elkaar versterken en niet tegenwerken een waardevolle hypothese. Er is een open geest voor nodig om vanuit deze hypothese naar de eigen ervaringen en de ervaringen in de dialooggroep te kunnen kijken. Dat biedt de kans om ervaringen op te doen dat individuele en collectieve
ontwikkeling elkaar inderdaad versterken. Maar in deze fase zullen oude conditioneringen, die ervan uitgaan dat individuele en collectieve ontwikkeling met elkaar in strijd kunnen zijn nog regelmatig de kop opsteken. Door alle gedachten hieromtrent te zien en te onderzoeken duikt de kwaliteit van openheid op als een persoonlijke kwaliteit en ook als een groepskwaliteit. Er groeit geleidelijk een rustig vertrouwen dat de
weg van de Dialoog een betrouwbare en begaanbare weg is en een vast geloof dat het gaan van die weg waardevolle resultaten zal opleveren.




De openheid komt dan niet meer voort vanuit een open geest maar vanuit de kern van wie je bent. Die kernkwaliteit van openheid wordt dan zichtbaar in een open geest en een open hart.


Bron: ( pro-four.nl )

vrijdag 14 maart 2014

Intentie/bedoeling & Dialoog

Een element dat van belang is in de Dialoog is het element intentie of bedoeling. Dialogen worden gevoerd met alle mogelijke soorten intenties en dat is op zich prima. Het is van belang dát er intenties zijn om de Dialoog te voeren en dat er open gesproken wordt over die intenties.
De intenties om een Dialoog te voeren kunnen bijvoorbeeld liggen op het vlak van persoonlijke of professionele verdieping van de deelnemers, het verbeteren van de communicatie tussen de deelnemers, het samenwerken aan een project, het ontwikkelen van een strategie, veranderings- en verbeteringstrajecten of gewoon omdat mensen ervan houden om met elkaar in een open gesprek te zijn. Soms is er een combinatie van verschillende intenties aan de orde.

De intenties zeggen iets over de betrokkenheid van de deelnemers bij de Dialoog en bij wat er in de Dialoog aan de orde komt. Kenmerkend voor een dialoog is dat er gesproken wordt vanuit levende betrokkenheid bij het onderwerp van de dialoog. Dat kan heel goed een inhoudelijk thema zijn, maar het is nooit een agenda die moet worden afgewerkt. Voor het afwerken van een agenda is een dialoog niet zo’n goed middel.
Zonder heldere intentie is de betrokkenheid wankel en is het risico groot dat deelnemers gaan afhaken als het ze niet bevalt. Intenties geven de mogelijkheid om te sturen in een Dialoog, ze geven een houvast, een
referentiekader in een proces dat verder open en soms onzeker is. Intenties geven een mogelijkheid om te toetsen of we nog op de goede weg zijn met elkaar. Intenties kunnen aan verandering onderhevig zijn. Dat is een natuurlijk proces en daar is niets op tegen. Belangrijk is erover te blijven communiceren.

Intenties van groepsleden hoeven niet altijd helemaal samen te vallen. Zelfs in dit opzicht is er een zekere ruimte voor verschillen. Maar het is noodzakelijk dat er ook gedeelde intenties zijn, die van werkelijk belang zijn voor de groepsleden. Zonder zulke gedeelde intenties is er geen basis om een Dialoog te voeren met elkaar. Daarom is het zaak in het begin van een Dialooggroep uitvoerig aandacht te besteden aan het thema intenties.
Daarbij zijn in ieder geval twee zaken aan de orde. In de eerste plaats zijn dat de intenties met betrekking tot het ‘waartoe?’ van deze groep: waartoe willen we een dialoog voeren? Wat beogen we ermee? Je zou dit het resultaatgerichte aspect van de intentie kunnen noemen. In een dialooggroep is het belangrijk is dat er een combinatie is van helderheid met betrekking tot het ‘waartoe’ enerzijds en anderzijds ruimte en openheid voor de groep om daarin zelf zijn eigen weg te vinden.
In de tweede plaats hebben de intenties betrekking op het ‘hoe?’ van deze Dialooggroep. Dat zijn de intenties aangaande het Dialoogproces. Hoe vaak komen we bij elkaar? Hoe structureren onze bijeenkomsten? Hoe willen we omgaan met het leiderschap in deze groep? Hoe willen we met elkaar spreken en naar elkaar luisteren? Hoe willen we met verschillen omgaan? Welke hulpmiddelen willen we gebruiken? Hoe is de verhouding tussen proces en resultaat? Enzovoort.

Het is waarschijnlijk ten overvloede te zeggen dat intenties niet kunnen worden opgelegd. Soms worden deelnemers uitgenodigd voor een Dialoog, en zegt de uitnodigende partij erbij wat zijn intenties zijn voor de Dialoog. Dat is prima, hoewel niet zonder risico. Want daarmee ben je niet klaar met de intenties. De Dialoogbegeleider zal evengoed het onderwerp ‘intenties’ aan de orde moeten stellen in het begin van de Dialooggroep. Alleen dan kan worden vastgesteld of de intenties werkelijk gedeeld worden door de groep en zo een draagvlak vormen voor het proces van de groep. Het risico is dat er in zo’n situatie te gemakkelijk ‘ja’ wordt gezegd tegen de intentie van de uitnodigende partij. Meestal is het in een later stadium alsnog nodig terug te komen op het gesprek over intenties. Als er tenminste een later stadium volgt.

Groepen zonder heldere intenties kunnen soms ook snel uiteenvallen. Niet alle groepen zullen een resultaatgerichte intentie hebben. Sommige Dialooggroepen komen bij elkaar uit liefde voor de Dialoog. Maar in de praktijk hebben meer dan 90% van de Dialoogroepen wel resultaatgerichte intenties, op welk vlak dan ook. Helderheid over die intenties komt de kwaliteit ten goede. 100% van de Dialooggroepen hebben procesintenties en ook daarbij is openheid en helderheid erover van groot belang.
(Bron: pro-four.nl )

donderdag 13 maart 2014

Open Luisteren als luisterhouding

Open luisteren is die luisterhouding, waarbij je je open toewendt naar de ander, nieuwsgierig om de ander te leren kennen in zijn anders zijn, in zijn eigenheid. Je ziet er vanaf de ander te willen inpassen in de
categorieën van wat je al bekend is. De Joodse filosoof Martin Buber noemde deze verhouding de ‘ik-jij’-verhouding, die hij plaatste tegenover de ‘ik-het’-verhouding. Bij het ik-jij gaat het om de ontmoeting met de
ander als unieke persoon en dat is pas een echte ontmoeting. In het ik-het daarentegen is er altijd sprake van enige afstand tot de ander, een zekere mate van objectivering. We zien de ander bijvoorbeeld als man of vrouw, wel of niet succesvol, wel of niet nuttig voor mijn netwerk, enzovoort.

Deze afstandelijkheid en objectivering staat een echte ontmoeting in de weg. Bij een meer afstandelijke en objectiverende luisterhouding kijk je als het ware vanuit het verleden naar iemand anders. Alle ervaringen die
je in het verleden hebt opgedaan vormen de bril, waardoor je kijkt en inschat wat de waarde van iemand anders voor jou zou kunnen zijn. Dit kun je een gesloten luisterhouding noemen.

Een ander voorbeeld van een gesloten luisterhouding is ‘kritisch luisteren’, waarbij je datgene wat de ander zegt afmeet bijvoorbeeld aan de vraag of het consistent of logisch is wat hij zegt. Op andere plekken kunnen zulke ‘gesloten luisterhoudingen’ hun waarde hebben, maar de dialoog is in het algemeen meer gebaat bij een open luisterhouding. Een voorbeeld van een meer open luisterhouding is ‘empatisch luisteren’ waarbij je probeert te verplaatsen in de situatie en de beleving van de ander om zo als het ware na te kunnen voelen wat de ander ervaart.

Japans symbool voor luisteren
Open luisteren heeft niet alleen betrekking op het luisteren naar de ander maar ook op het luisteren naar jezelf. De uitdaging is hier om open en onbevooroordeeld waar te nemen wat er in je leeft en daarbij te blijven zonder het te gaan verklaren of analyseren.
Tenslotte is het ook mogelijk open te luisteren naar een groter geheel, bijvoorbeeld naar de dialooggroep. Je stelt je dan open voor de sfeer, de bewegingen, de kwaliteiten die in een groep of organisatie leven en die
naar buiten gebracht worden via de leden van die groep of organisatie of via gebeurtenissen, die zich er afspelen.

Open luisteren is niet alleen luisteren naar de woorden, maar ook luisteren naar wat er niet gezegd wordt, naar de stilte tussen de woorden. Het is niet alleen luisteren naar het verhaal over wat er is en wat er was,
maar ook luisteren naar het potentieel dat zich nog verborgen houdt, naar de toekomst die mogelijk is.


Net als bij open spreken zijn er ook bij open luisteren allerlei belemmeringen voor zo’n open houding. Het zijn in principe dezelfde soort belemmeringen, deels mentaal van aard, deels emotioneel van aard en vaak verbonden met onze identiteit. Open luisteren is een intentie en het zal lang niet altijd lukken om het te doen. Dat is niet erg. Het is belangrijk te onderzoeken wat er gebeurt als het je niet lukt open te luisteren naar iemand anders, naar jezelf of naar een groter geheel. Vaak zul je merken dat je oordelen je in de weg zitten of je emotionele behoeften. Als je daar meer helderheid over krijgt leidt dat een verdieping
in de dialoog. Ook langs deze weg kan de persoonlijke en groepskwaliteit van openheid meer aanwezig worden.
(Bron: pro-four.nl)

woensdag 12 maart 2014

Open Spreken & veiligheid


Bij open spreken neem je het risico jezelf te laten zien in de groep en aan de groep. Dat is een risico, omdat je zeker in het begin niet weet of het wel gehoord zal worden en hoe er op gereageerd zal worden. Voor de ontwikkeling van de dialoog en van de groep is het belangrijk dat de groepsleden dit risico nemen. Het is belangrijk, omdat het zichtbaar worden van de groepsleden nodig is voor de groepsontwikkeling. Door het zichtbaar worden van de groepsleden worden ook de verschillen tussen hen zichtbaar. En het is een belangrijk aspect van de dialoog om vruchtbare manieren te vinden om met die verschillen om te gaan. En het open spreken is ook belangrijk omdat vertrouwen zich alleen kan ontwikkelen als mensen risico’s durven te nemen en zo ervaringen opdoen dat het in een dialooggroep veilig is om risico’s te nemen.
Tegelijkertijd is het belangrijk niet te forceren in het open spreken. Forceren is een uiting van het feit dat je op dat moment te weinig zelfrespect toont. Dus door te forceren maak je het onveilig voor jezelf, nog helemaal los van de vraag hoe de groep op je zal reageren. Het kan dan bijvoorbeeld beter werken om in de groep te vertellen dat je je nog te onveilig voelt om iets van jezelf dat nu in je aandacht is te delen. Al kan
dat ook riskant voelen. Maar daarmee laat je iets van jezelf zien wat op dat moment misschien wezenlijk is om te delen, voor jezelf en voor de groep. Het is niet goed mogelijk in zijn algemeenheid aan te geven waar
de grens ligt tussen ‘risico’s durven nemen’ en ‘forceren’. Het is een deel van het dialoogproces dat ieder daar voor zichzelf de juiste weg in vindt. En het mooie van een dialoog is ook dat je het niet goed hoeft te te doen, dat het een beoefening is en dat het dat altijd zal blijven.
'Waarover gaat het ‘open spreken’?
In de eerste plaats is het belangrijk dichtbij je ervaring te blijven en je te oefenen in het spreken vanuit wat er ‘nu’ is. Ervaringen in het ‘nu’ zijn het meest levend en het minst ingekleurd door onze denkpatronen. Het meest levend is het als de deelnemers kunnen spreken vanuit de ervaring, die ze op het moment zelf hebben in plaats van over die ervaring. Daarnaast kunnen allerlei andere zaken belangrijk zijn om te delen in de groep, als de deelnemer daardoor als persoon zichtbaarder wordt voor de groep en als het een bijdrage levert aan het dialoogproces dat aan de gang is. Denkbeelden, gevoelens, dromen, ambities, persoonlijke waarden, ingrijpende levensgebeurtenissen, zorgen, inspiratie, enzovoort.
Open spreken betreft ook alles wat iemand belemmert om open te zijn en open te spreken, en wat niet voldoende is opgelost door die belemmeringen zelf onder ogen te zien. Verder betreft het alle terughouding die je in jezelf opmerkt met betrekking tot het thema van de dialoog, met betrekking tot het proces of met betrekking tot de groep of andere groepsleden. En het betreft ook alle gehechtheid aan bepaalde aanpakken
of uitkomsten, die je niet kunt loslaten of parkeren. Het ‘present zijn’ met de belemmeringen voor openheid is een van de belangrijkste stappen om de persoonlijke en collectieve kwaliteit van openheid tot leven te wekken. Gezien vanuit het geheel van de groep is het belangrijk dat alles wat er op een gegeven moment en binnen een gegeven kader in de groep leeft gerepresenteerd wordt. Belangrijk voor de deelnemers is om er niet ’programma’ van te maken, van wat je gaat vertellen in de groep, maar steeds te kijken of iets zich als het ware in jezelf aandient om gezegd te worden. Om te kijken of het op dat moment een kwaliteit van levendigheid heeft, of het je interesse heeft. Scott Peck, die veel over Community Building geschreven heeft gebruikte hiervoor de aanbeveling ‘speak when moved’, spreek alleen als je je bewogen voelt om te spreken. Over het algemeen zal het gemakkelijker zijn voor de deelnemers om te spreken over die aspecten van zichzelf, die ze kunnen accepteren, die deel uitmaken van hun identiteit, en moeilijker om te spreken over aspecten van zichzelf waarover zij een negatief oordeel hebben. Toch kan het juist belangrijk zijn om over die laatste zaken ook te spreken. Zoals gezegd voelt dit vaak als een risico; immers als je al oordelen hebt over jezelf ben je geneigd ook oordelen van anderen te verwachten. In de praktijk blijkt vaak dat deze verwachtingen weinig met de realiteit te maken hebben.







Naarmate de dialoog vordert zal de dialoogruimte door de deelnemers steeds mee als een ‘vrije ruimte’ worden ervaren, een ruimte waarin open en vrijmoedig spreken steeds gemakkelijker wordt. Dit wordt sterker zo ervaren naarmate de groepskwaliteit van openheid meer aanwezig is.

dinsdag 11 maart 2014

Openheid in Dialoog

Dag 70 al weer en 5111 pagevieuws verder. Inmiddels 7 deelnemers aan de Dialoogpoel en veel nieuwe en vernieuwde contacten opgedaan. Vandaag kijken we naar de zo belangrijke open houding binnen een Dialoog.

De Dialoog kan tot ontplooiing komen als er bij de deelnemers een grondhouding is van openheid. Openheid impliceert dat de deelnemers de intentie hebben open en onbevooroordeeld te staan ten opzicht van elkaar,
ten opzichte van het groepsproces en ten opzichte van de uitkomsten van de Dialoog. Het houdt in dat je met verwondering en zonder vooringenomenheid wilt (en kunt)  kijken naar elkaar en naar alles wat er gebeurt.
Het is een openheid voor datgene wat je niet kent en voor datgene wat anders is dan jezelf.
Gedurende de Dialoog zullen de deelnemers (en de begeleiders) vaak merken dat die open grondhouding op de proef gesteld wordt. Mensen kunnen wel de intentie hebben om open te zijn, maar dat lukt lang niet altijd. Onze openheid is op allerlei mogelijke manieren ingeperkt en het vraagt daarom een inspanning om ondanks die inperkingen toch open te kunnen zijn. De beperkingen van openheid nemen verschillende vormen aan. Ze nemen onder andere de vorm aan van onze mentale modellen en gedachtepatronen. Dat zijn de brillen waardoor we naar onszelf, naar elkaar en naar de werkelijkheid om ons heen kijken. Daardoor zien we niet de realiteit, zoals die is, maar de realiteit zoals die door onszelf wordt ingekleurd. De openheid van mensen wordt ook beperkt door de emotioneel geladen ervaringen die zij in de loop van hun leven hebben
opgedaan. Met name de emotionele pijn die mensen hebben opgelopen in hun leven, maakt dat zij de neiging hebben zich te beschermen tegen het risico dat dat nog eens zal gebeuren. Deze impuls tot zelfbescherming gaat ten koste van de openheid. Zelfbescherming is immers een vorm van afscherming (al ziet het er aan de buitenkant niet altijd zo uit). Tenslotte wordt de openheid van mensen ook ingeperkt door

 hun identiteit, datgene waarmee ze zich identificeren. Van alle mogelijkheden die mensen hebben ervaren ze er een aantal als kenmerkend voor henzelf, als bij hen horend, terwijl ze andere mogelijkheden als niet kenmerkend voor zichzelf beschouwen. Mensen hebben de neiging zich te willen onderscheiden vanuit hunidentiteit en zoeken erkenning daarvoor. Hun zelfgevoel is verbonden met hun identiteit. Als ze geen erkenning krijgen voorwie ze menen te zijn kunnen ze dat als bedreigend ervaren.
Vanuit deze drie soorten motieven – mentale modellen,    vermijding van emotionele pijn en erkenning zoeken voor de eigen identiteit - zullen mensen geneigd zijn zich te beperken in hun openheid. Het bewuste onderzoek van deze drie soorten motieven maakt dat mensen geleidelijk opener kunnen worden voor elkaar, voor het proces en voor de uitkomsten ervan. Daarnaast zal het voeren van de Dialoog zelf er gewoonlijk toe leiden dat er meer openheid ontstaat in de groep. De ervaring dat er ruimte is in de groep voor alles wat er in je leeft zal er op zichzelf toe leiden dat de contracties die er zijn vanuit de bovengenoemde motieven losser beginnen te worden. Het is dan uiterst waardevol te reflecteren op wat er in dit proces gebeurt en te gaan begrijpen wat er nodig is om de contracties losser te maken. Door het begrip ervan ga je zien en ervaren dat openheid niet een toestand is waar je soms meer en soms minder in verkeert. Je gaat zien en ervaren dat openheid een persoonlijke kwaliteit is van jezelf en ook een groepskwaliteit. Je ontdekt openheid als een deel van wie je wezenlijk bent en ook als een deel van wat de groep wezenlijk is. Zo ontstaat er door het Dialoogproces een verschuiving van openheid als intentie, iets waar je moeite voor moet doen, naar openheid als kwaliteit.
De intentie van openheid aan het begin van het Dialoogproces wordt gekenmerkt door:
• Beginners mind. Bereidheid met nieuwe ogen naar de werkelijkheid te kijken, dat wil zeggen naar jezelf, naar anderen en naar de wereld om je heen.
• Bereidheid bestaande meningen en oordelen op te schorten.
• Bereidheid af te zien van het eigen gelijk, ter wille van een grotere waarheid
• Bereidheid met vragen te leven, ook als daar nog geen antwoorden op zijn.
• Bereidheid open te blijven en in contact te blijven, ook bij teleurstellingen, uitblijven van resultaten en het niet uitkomen van verwachtingen.

Deze grondhouding van openheid neemt in het Dialoogproces de vorm aan van open spreken en open luisteren.
(bron: pro-four.nl)

maandag 10 maart 2014

Contemplatieve dialoog


Ik juich het toe als mensen een gast-blog willen schrijven voor Dagelijkse-dialogen. Binnenkort komt er zelfs een serie van Kees Voorberg over Dragon-dreaming, een creatieve scheppende vorm van Dialoog
Vandaag een gast-blog van Aly Cnossen. Ik ken Aly van een aantal trainingen Dialoog die ik mocht en mag gaan verzorgen binnen het stadhuis van de Gemeente Almere. Aly is strategisch adviseur ontwikkelen en opleiden binnen de Gemeente Almere en draagt de Dialoog. Binnenkort werken we samen aan een opdracht en sinds gisteren is ook zij deelnemer geworden aan de Dialoogpoel. We zijn inmiddels met z'n vijven en hopen dat er snel mensen zich aansluiten. Hier het mooie blog over contemplatieve Dialoog!

Aly Cnossen
"Deze week was ik in de bevoorrechte positie om de intreerede van Jacco van Uden bij te wonen; hij werd lector change management aan de Haagse Hogeschool. Change management kent verschillende kennisgebieden.
Een van de nieuwste is Making Art Work.
Wat, zult u zeggen, heeft dat nu met de dialoog te maken, waarin was het dat ik zo bevoorrecht was?

De intreerede werd voorafgegaan door verschillende miniseminars. Een daarvan was: Wat hebben kunst en werk met elkaar te maken, begeleid door Mieke Moor (organisatiefilosoof en -adviseur) . We zaten met een groep van bijna 40 mensen.
Tijdens dit miniseminar maakte ik kennis met de contemplatieve dialoog.  Natuurlijk is dat geen toeval; ben je met de dialoog bezig, dan kom je deze overal tegen. Synchroniciteit is alom aanwezig. Als je er voor open staat.

De bijeenkomst begon met het kijken naar een film: een film waarin 4 kunstenaars samen een kunstwerk realiseerden, zonder vooropgezet plan. (Celine berger – Rare birds in these lands)
Na de film volgde 10 minuten stilte. Volledige stilte. Hiertoe waren we ook echt uitgenodigd van tevoren.
Daarna schreven we kort op wat de film met ons deed, welke indruk(ken)  laat deze achter.  Om vervolgens deze indruk(ken) om de beurt met elkaar te delen. Alleen luisteren, geen reactie, noch in woord, noch in lichaamstaal, dus geen goedkeurend knikje, gefronste wenkbrauw of verwonderde gniffel, niets.
Hierna zou normaal gesproken een tweede ronde volgen, waar gereflecteerd wordt op wat je hebt gehoord, weer zonder reactie, alleen luisteren. En vervolgens met elkaar delen op dezelfde wijze als in de eerste ronde. Voor deze ronde was helaas te weinig tijd, want we waren met wel heel veel mensen.  (dit zegt ook iets over groepsgrootte en dialoog)
De derde (voor ons dus tweede) ronde volgde  gesprek, waarin actief uitgewisseld werd wat de verschillende reacties ons hadden gebracht. Door de voorgaande rondes gaat het nu over waar het wezenlijk over kan gaan.  Over de vele verschillende indrukken en reflexies die er waren, veel meer dan een mens alleen kan hebben. Dat is dus een enorme verrijking van je eigen gedachtegoed!

Deze dialoogvorm ben ik gaan opzoeken, want deze (dialoog)gespreksvorm kende ik nog niet.

Deze dialoogvorm blijkt als gespreksvorm voort te komen uit religieuze ordes, met name de Jezuiten;
De contemplatieve dialoog  (zie http://www.jezuiten.org.nl) is een manier om samen te bidden rond de Schrift. Het is leren luisteren zowel naar het Woord van God als naar elkaar.
De contemplatieve dialoog werd ingezet om opgewonden en dwars door elkaar heen sprekende monniken weer in verbinding met elkaar te krijgen.
Standpunten en visies worden niet afgezwakt tot een compromis of grootste gemene deler maar vinden een plaats naast en in verbinding tot elkaar.

Dit moet voor ons allemaal toch een herkenbare situatie zijn: opgewonden, en gedreven collega’s bij elkaar, of een groep scholieren die elkaar van alles te vertellen hebben, de een nog enthousiaster dan de ander; hoe kan je deze energie zo richten, dat alle inbreng er mag zijn, en zodanig dat ieder zijn verhaal kan vertellen, en er ook daadwerkelijk naar geluisterd wordt?
Daarom neem ik hier de werkwijze even over (internet is een ware  bron van informatie!);  in plaats van tekst kan je hieronder dus ook een toneelstuk, een film of anders invullen.

Werkwijze:
Stap 1: Tekst aandachtig lezen. 
Lees voorafgaand aan het gesprek de tekst rustig door. Welke passage trekt je aandacht en heeft je wat te zeggen? Streep deze passage(s) aan.

Stap 2: Tekst citeren (10 minuten)
In de eerste ronde van het gesprek schrijven alle deelnemers (zeven tot maximaal tien) het citaat van hun keuze over uit de tekst. Ze voegen daar een (ook geschreven) persoonlijke toelichting aan toe.

Stap 3: Voorlezen 1 (20 minuten) 
Hierna lezen de deelnemers elkaar, rustig en niet te snel, letterlijk voor wat ze hebben opgeschreven. Er is geen reactie. Onverstaanbare, buitengewone of complexe zinnen mogen worden herhaald. De volgorde van voorlezen is vrij. De volgende spreker haakt in op het moment dat hem past. Het gaat in deze ronde om het voorlezen van de geschreven tekst, niet om een geïmproviseerde lezing op basis van aandachtspunten!

Stap 4: Elkaar citeren (10 minuten)
Wat heb je gehoord van je gesprekspartners aan tafel, dat je raakte, dat je aan het denken zette, waar je iets mee kan, aan toe wil voegen of tegenover wil zetten? In de tweede ronde van het gesprek zetten de deelnemers zich in stilte aan een tweede schrijfronde. Ze citeren diegene die hen aan tafel geïnspireerd heeft, hen aan het denken heeft gezet en voegen hier, net als in de eerste ronde een persoonlijke toelichting aan toe.

Stap 5: Voorlezen 2 (20 minuten)
Hierna lezen de deelnemers aan het gesprek opnieuw in vrije volgorde hun geschreven tekst aan elkaar voor, net zoals in de eerste ronde.

Stap 6: Gesprek (30 minuten)
In de derde en laatste ronde wordt er (kort) over en weer gesproken. Dan hebben we pas een gesprek zoals we het kennen. Wat zijn de issues die op tafel liggen? Wat was opmerkelijk in de uitkomsten van de dialoog? Het is eerder napraten dan discussiëren.
Als de spelregels strak worden uitgevoerd is de contemplatieve dialoog een zeer krachtig instrument tot verdieping, begrip en inzicht. De deelnemers raken door de procedure onderling verbonden terwijl er tegelijkertijd een veelheid aan perspectieven richting krijgt".

Aly Cnossen

*) De uitnodiging voor de intreerede was het gevolg van het feit dat we in Almere op verschillende manieren kunstenaars inzetten bij ons werk. Het helpt ons anders kijken naar onze eigen werkelijkheid. En ik kan het iedereen aanraden: haal eens een kunstenaar in huis.  Voor meer informatie: http://www.art-partner.nl



zondag 9 maart 2014

De stem van het volk

Zoals gezegd heb ik een start gemaakt met de Poel van Dialoog. Intentie is om zoveel mogelijk ervaringen uit te kunnen wisselen, elkaar te voeden met literatuur, artikelen of websites, bekendheid te geven aan workshops, trainingen, opleidingen of andere Dialoog-activiteiten. Kortom, een soort data-base van Dialoog.
Vooralsnog doe ik dat vanuit http://dialoogpoel.mixxt.com/  met de mogelijkheid om er een aparte website van te maken. Lezers van dit blog mogen gezien worden als mensen die Dialoog een warm hart toedragen en het zou fantastisch zijn als jullie ook deelgenoot willen zijn van de Dialoogpoel. Voel je vrij wie dan ook uit te nodigen deel te nemen. Zoals Jan Rotmans mooi zegt: we zitten in een verandering van tijdperk, niet in een tijdperk van veranderingen. Dit nieuwe tijdperk heeft kantelaars nodig. Ik denk dat Dialoog daar een vervoersmiddel voor is. Een eerste ontwikkelingsstap naar de echte stem van het volk.

De stem van het volk
Bij elke maatschappelijke of politieke crisis wordt luidop vastgesteld dat er een kloof is tussen burger en politiek, en wordt opgeroepen tot meer dialoog. Besluitvorming op basis van een gesprek tussen burgers en politici wordt steeds vaker gezien als de oplossing voor de gebrekkige legitimiteit waarmee politiek schijnbaar te kampen heeft. Beleid moet interactief zijn en zo dicht mogelijk bij de burger staan. Maar waarom zijn participatie en interactie zo belangrijk voor democratische besluitvormingsprocessen? Kan deliberatie bijdragen tot een grotere legitimiteit van de politiek? Hoe realistisch is het om te denken dat burgers daadwerkelijk actief bij politiek betrokken willen zijn?

Nederland is een representatieve democratie: het volk verkiest een vertegenwoordiging om besluiten uit te vaardigen. Het aandeel van het volk in de besluitvorming is daarom indirect: onze belangen worden door anderen behartigd, waarbij de stem van de meerderheid de doorslag geeft. Maar wat als jouw ideeën in geen enkel partijprogramma zijn opgenomen? Of als je tot de minderheid behoort? En wat te denken van de macht van lobbyisten op het Binnenhof? Is het volk wel echt aan de macht?

JURGEN-HABERMAS
Jürgen Habermas wil de macht dichter bij het volk brengen, middels deliberatieve democratie. Centraal staat niet het politieke systeem, maar het Diskurs – het uitwisselen van voorstellen, ideeën en argumenten op voet van vrijheid en gelijkheid. Habermas koestert  vertrouwen in de redelijkheid van een zuivere discussie: als conflicterende argumenten in een machtsvrije ruimte ter tafel komen, dan zal de logica van het betere argument zegevieren, met de meest rationele uitkomst als resultaat. En voor zulke deliberatie is helemaal geen volksvertegenwoordiging nodig: dat overleg kunnen kleine burgergemeenschappen best zelf voeren.

In zijn boek “Rituelen van beraadslaging” (2006) gaat Bas van Stokkom op zoek naar manieren om de ‘deliberatieve democratie’ gestalte te geven. Deliberatieve democratie omschrijft hij, naar Jon Elster, als: een collectief gesprek in een groep van gelijken, waarbij getracht wordt een gedeelde visie te bereiken over zaken die van gemeenschappelijk belang zijn. De uitkomsten van dit gesprek worden bepaald door goede redenen, niet door de hoeveelheid van stemmen.

Criteria voor deliberatie zijn voor Van Stokkom:
1. Gelijke inbreng
2. Uitwisseling van argumenten
3. Consensusvorming

Deze criteria gebruikt hij om twee vormen van interactieve beleidsvorming, nl. ‘het burgerforum’ en ‘het belanghebbendenoverleg’ de maat te nemen. Als alternatief introduceert hij ‘de burgerkamer’. De criteria en lessen uit het boek van Van Stokkom nemen wij mee in de manier waarop wij de Socratische Dialoog ombouwen tot wat wij noemen ‘de publieke Dialoog’.

De Publieke  Dialoog is een bezinnend gesprek in een kleine, besloten kring (10 deelnemers). Rond een specifiek vraagstuk (bijvoorbeeld Megastallen) proberen vertegenwoordigers van relevante ‘partijen’ uit de gemeenschap (bijvoorbeeld boeren, burgers, actiegroepen, ambtenaren, huisarts, veearts) te achterhalen waar het nu eigenlijk om draait en wat dat betekent voor goed samenleven in deze gemeenschap. Het onderzoek vindt plaats aan de hand van enkele recente dilemma’s, waarvoor de deelnemers zichzelf geplaatst zagen. Indien nodig worden deskundigen over deelaspecten geraadpleegd. De samen vastgestelde inzichten en kernvragen worden doorgesproken met de opdrachtgever (bijvoorbeeld de burgemeester). In een later stadium wordt het resultaat in een vertrouwelijk gesprek aan de vertegenwoordigers van de plaatselijke politiek (bijvoorbeeld de fractievoorzitters) overgedragen.

Enkele toelichtingen:
-          Het is een publieke Dialoog, omdat het onderzoek gericht is op het goed samenleven in deze gemeenschap.
-          Het gesprek vindt in kleine kring plaats, zodat iedereen echt mee kan spreken.
-          Het gesprek vindt achter gesloten deuren plaats, zodat men zich kwetsbaar kan opstellen.
-          Tijdens het gesprek zijn politici afwezig, zodat men vraagstukken kan onderzoeken in plaats van beleid of ideeën te verdedigen.
-          We werken met reële praktijkproblemen die al achter ons liggen, zodat er gereflecteerd kan worden de neiging tot oplossen onderdrukt wordt.
-          Deze dilemma’s zijn afkomstig van de aanwezige gesprekspartners, zodat het gesprek een oprecht karakter krijgt, zonder af te glijden naar abstractie.
-          Het achterhalen van de juiste feiten door het raadplegen van deskundigen draagt sterk bij aan het bijstellen van de eigen mening, blijkt uit studies.
-          Er wordt gezamenlijk vastgesteld wat de het gedeelde inzicht is, om welke kernvraag het draait en waar de kern van het meningsverschil zit.
-          Deze inzichten worden gedeeld met de politiek verantwoordelijken, in de verwachting dat zij dit serieus nemen en er een vervolg aan geven.

Het uitdragen van de Dialoog is een eerste impuls om mensen vertrouwd te maken met de mogelijkheid op een andere manier met elkaar te communiceren/ om te gaan. Investeer in de Dialoog. Wordt een kantelaar!  Doe mee op http://dialoogpoel.mixxt.com/