Dialoog en spiritualiteit
Eelco de Geus
‚Al het werkelijke leven is ontmoeting’ (Martin
Buber)
Soms, als we dialoog op scholen, of in
organisaties begeleiden, wordt me duidelijk voor ogen gevoerd, hoe ingewikkeld
menselijke relaties toch zijn.
We waren de laatste weken in een aantal
schoolklassen, waar zoveel spanning en conflictpotentiaal naar voren kwam, dat
het nauwelijks mogelijk was naar elkaar te luisteren en vrij en open met elkaar
te kunnen spreken. Ik herinner me een dialoog in een team, waarin een grote voorzichtigeheid
de boventoon voerde, omdat het blijkbaar te gevaarlijk was om zichzelf open en
authentiek in te kunnen brengen.
Als ik dan thuis kom, verlies soms enigzins de
moed. Weet niet meer precies, waarom het
voor mij ook alweer gaat, waarom ik deze dialogische weg vervolg. Ik zet
allerlei vormen in, zoals bijvoorbeeld
de dialoogcirkel, of ook andere methoden, en merk dat ik vurig hoop, dat deze
vormen ons helpen een andere ruimte te betreden, waarin we gelijkwaarig,
respectvol en authentiek met elkaar kunnen omgaan. Als dat dan niet gebeurt,
als ook de vorm of methode ons niet meer helpt om nader tot elkaar te komen en
ons maar weinig verder in de gewenste richting brengt, dan is het deze vraag die
indringend aanklopt: wat doe ik hier eigenlijk, waar gaat het werkelijk om voor
mij?
Onlangs vroeg iemand in een inleidende dialoog-
workshop of dialoog ook een transpersoonlijke, spirituele dimensie heeft. Ik
was werkelijk verrast door deze vraag. Toont zich dat niet vanzelfspekend in de
cirkels, dacht ik? In het gemeenschappelijke denken, in de reflectie op het
eigen denken, in de stiltes en de verlangzaming, in alles wat ontmoeting in ons
oproept? In het uitstellen van de impuls om te oordelen, het waarnemen van de
eigen authentieke impuls? In de principes van gelijkwaardigheid, openheid en
respekt, in de intentie om alle zienswijzen
te inkluderen en niets uit te sluiten?
Imliciet is het leven van en met dialogische
principes een zuiver spirituele weg, doordringt van transpersoonlijke
kenmerken, we benoemen het aleen zo zelden expIiciet. Als ik over dit aspect
van dialoog spreek , en bewust woorden geef aan de spirituele kant van dialoog,
dan is me weer geheel duidelijk, waarom deze diaslogische weg zo belangrijk
voor me is.
Dat het uiteindelijk niet om een vorm of methode
gaat, hoe behulpzaam dat ook moge zijn, maar om en visioen, een behoefte, en om
hoop.
In dialoog bewegen we ons in een veld van
intermenselijkheid. We laten onze eigen beperkte zienswijzen en ervaringswereld
achter ons en stellen ons open voor datgene wat de ander beweegt. We gaan ervan
uit, dat er zoiets bestaat als ‚het geheel’, en dat onze ervaringen,
overtuigingen en waarden weliswaar belangrijke, maar toch gefragmenteerde delen
van dit grotere geheel zijn.
We zijn bereid om ons, voorbij aan onze eigen
waarden en normen, te openen voor datgene wat zich wil ontvouwen, als
we ons op dat grotere geheel inlaten. We
zijn dan niet langer (of liever gezegd ;langzaam steeds minder’,) gefokusseerd
op en daardoor geidentificeeerd met onze eigen persoonlijke individuele wereld,
we ervaren ons meer en meer als representanten van een aspekt van een grotere
werkelijkheid. En we laten ons verrassen hoe nieuwe betekenis ontstaat als alle
fragmenten zich samenvoegen in een gezamenlijk beeld of perspectief; Betekenis,
die geen van ons alleen zou hebben kunnen vinden. We hebben elkaar nodig, elke
bijdrage, elke stem en..... de stilte.
Gezamenlijke betekenis wordt vooral dan zichtbaar en ervaarbaar, als we
tussen de woorden luisteren, als we contact maken en ook de stilte tussen ons
haar werk kunnen laten doen
‚We zien de dingen niet zoals ze zijn, we zien ze
zoals wij zijn.’
Op deze dialogische weg worden twee dingen van ons
gevraagd. Ten eerste vraagt het van ons, meer en meer de controle los te laten.
Controle over hoe we de wereld zien, hoe we over haar denken, hoe ze is en hoe
ze zou moeten zijn. Ten tweede nodigt deze weg uit tot het uitnodigen van
veelzijdigheid, tegenstrijdigheid en verschillend zijn. Zo begeven we ons in de stroom van het leven en voegen ons
daarin. Sommige mensen noem dit TAO.
Het is geen wonder, dat veel mensen angst voor
dialoog hebben. Het zich overgeven aan de stroom van leven, de steeds weer
veranderende stroom van zin en betekenis, voelt aan als een avontuur, waarin we
ons vaak verloren en orienteringsloos voelen. Het vraagt veel vertrouwen,
voordat we daarin kunnen loslaten.
Voor ieder mens is het tenslotte een levenslang
proces, om zich telkens weer en telkens meer te voegen in de levensstroom, er
niet tegen te vechten, haar aan te nemen, los te laten en ons over te geven,
aan datgene wat het leven ons aanbiedt. De
ultieme overgave en zich voegen in deze stroom van leven is uiteindelijk het
sterven.
Dialoog is een bewust proces, waarin we telkens
weer de bereidheid van ons gevraagd wordt om een beetje te sterven. Onze geest
wordt gevraagd steeds weer afscheid te nehmen van datgene dat waaran we we tot
dan toe vast wilden houden. Dat betekent dat we onze waarden en voorstellingen
van de wereld observeren, maar ze niet als waarheid verdedigen. Niet eraan
vasthouden, maar bereid te zijn om ze op te laten gaan in een rivier van
telkens veranderende betekenis. Daardoor
helpt het dialogische om innerlijk mee te bewegen, mee te stromen. Dat brengt
ons in verbinding met ons zelf en teglijkertijd in verbinding met de ander. In
verbinding met het leven en met het ‚grotere’, waarvoor ieder zijn eigen
woorden kiest.
Het is een vreedzame weg, omdat we steeds minder
aanvallen en verdedigen, maar ons terughouden, reflekteren en ons door en met
het Andere voor iets groters openstellen.
Dat is de bron, waarmee ik me verbind als de
dialoog moeilijk is. Het is mijn weg, een transpersoonlijke, spirituele weg,
een weg van persoonlijke ontwikkeling en van groei. Deze weg te gaan is
spannend en rijk, vol mooie en ontroerende, inzichtgevende momenten, vaak ook
een niet makkellijke, uitdagende weg. Maar ik blijf erbij, met hart en ziel.
Omdat ik geloof dat we de weeldd alleen met elkaar samen veranderen. En vanwege
mezelf. Zodat ik ervaren kan, dat ik opgenomen ben in een stroom, een stroom
van leven, die groter is dan ik zelf.
Eelco de Geus