Spread the word!

Het delen van de berichten op dagelijksedialogen wordt erg gewaardeerd! Spread the word of dialogue.

zaterdag 25 januari 2014

Het dode paard dat niet- dialoog heet.

Jarenlang was ik druk bezig de dialoog te verkondigen als een ultieme vorm van communiceren die ontwikkeling, verbetering, transformatie en wat niet meer mogelijk maakt. Daar geloof ik nog steeds in, maar op het moment dat ik mezelf tijdens een training hoorde zeggen dat elkaar overtuigen niet bij de dialoog hoort, knapte er wat. Was dat niet wat ik precies aan het doen was, de anderen overtuigen van de meerwaarde van de dialoog? Ik snapte toen dat het gevoel aan een dood paard te trekken bij mezelf vandaan kwam. Het paard was niet dood, maar kon alleen op eigen kracht meebewegen richting dialoog en daar heb je wat anders voor nodig dan trekken. Wat je nodig hebt is dat ook de ander genegen is zijn eigen emoties, gedachten, aannames en veronderstellingen te onderzoeken. De bereidheid zichzelf te willen onderzoeken en wat daar bij hoort. Zelfkennis, denkkracht en luistervermogen worden vergroot door de dialoog, maar alles begint bij bereidheid. Grappig is dat ook deze bereidheid vaak voorkomt wanneer er al enige mate van zelfkennis aanwezig is. Een voorzichtigheid ten aanzien van de eigen waarheden.

Zelfkennis is het bewust zijn van de eigen gedachten, emoties en gevoelens. Wie ben ik en waarom ben ik op deze wereld? De zelfkennis, ofwel dat wat ik denk en voel, hoe ik reageer in relatie tot anderen, dit alles laat me in de realiteit zien wat ik daarvoor kende als mijn identiteit. Zelfkennis is het begin van wijsheid omdat het de eigen geconditioneerheid doorziet, waardoor een duidelijker besef ontstaat van dat wat vals is en dat wat waar is.  Volgens Socrates is zelfkennis een eerste vereiste voor zelfbewustzijn en zelfbesef. Ben ik mij bewust van mijzelf en besef ik de betekenis daarvan? De boodschap “Gnooti Seauton” of “Ken u zelf” op de tempel van Apollo is voor de filosoof de basisgedachte voor het ontwikkelen van kennis over de werkelijkheid. Hoe iemand iets kent, wordt bepaald door de mate waarin hij zichzelf kent. Ben ik mij bewust van mijn vooroordelen? Zijn mijn waarheden echt of schijn en hoe kom ik daar achter?


Jiddu Krishnamurti zegt het volgende over zelfkennis:"Luister hier vooral aandachtig naar, want jullie hebben vreemde ideeën over zelfkennis - dat je om zelfkennis te krijgen bepaalde oefeningen moet doen, dat je zou moeten mediteren, dat je van alles moet ondernemen. Maar het is heel eenvoudig. De eerste stap naar zelfkennis is tegelijk de laatste, het begin is meteen ook het einde. De eerste stap zetten is belangrijk, want zelfkennis is niet iets dat je van een ander kunt leren. Niemand kan je zelfkennis bijbrengen, die moet je zelf opdoen, het moet je eigen ontdekking zijn, en die ontdekking is niet iets enorms, iets fantastisch, maar iets heel simpels.
Uiteindelijk is jezelf kennen gewoon kijken hoe je gedrag is, wat je zegt, wat je doet in de dagelijkse omgang, dat is alles. Begin daarmee en je zult merken hoe enorm moeilijk het is je bewust van dat alles te zijn, gewoon te kijken naar de manier waarop je je gedraagt, de woorden die je gebruikt tegen je personeel, tegen je baas, de houding die je aanneemt tegenover mensen, ideeën en dingen. Gewoon je gedachten en je motivatie bekijken in de spiegel van je relaties, en je zult merken dat je, zodra je kijkt, verbeteringen aan wilt brengen, je zegt: "Dit is goed, dat is fout, ik moet dit doen in plaats van dat".
Als je jezelf bekijkt in de spiegel van je relaties, benader je wat je onder ogen krijgt met veroordeling of met rechtvaardiging, zodat je een vertekend beeld ziet. Terwijl je, als je in die spiegel gewoon kijkt naar je houding tegenover mensen, ideeën en dingen, als je alleen maar de feiten ziet, zonder een oordeel, zonder te veroordelen of te aanvaarden, zult merken dat die waarneming als zodanig al tot handelen leidt. Dat is het begin van zelfkennis.
Naar jezelf kijken, observeren wat je doet, wat je denkt, waardoor je gemotiveerd en gedreven wordt en toch niet veroordelen of rechtvaardigen, dat is een bijzonder moeilijke opgave, want je hele cultuur is gebaseerd op veroordelen, op beoordelen en evalueren; je bent grootgebracht met: "Doe dit wel en doe dat niet". Maar wanneer je in de spiegel van je relaties kunt kijken zonder het tegengestelde te creëren van wat je te zien krijgt, zul je ontdekken dat zelfkennis geen einde heeft.
Zie je, op onderzoek naar zelfkennis gaan is een naar buiten gericht proces, dat zich later naar binnen richt; we kijken eerst naar de sterren en dan naar ons eigen innerlijk. Op eenzelfde manier zoeken we naar het werkelijke, God, geborgenheid, geluk in de wereld van het feitelijke; en als we het daar niet vinden, richten we ons naar binnen. Dit zoeken naar de innerlijke God, het hogere Zelf, of hoe je het noemen wilt, houdt door zelfkennis volkomen op en dan wordt de geest heel rustig, niet door een bepaalde discipline, maar louter door inzicht, door te kijken, door zich ieder ogenblik, zonder ergens voor of tegen te kiezen, bewust te zijn van zichzelf.
Zeg nu niet: "Ik moet me ieder ogenblik bewust zijn van mezelf", want dat is alleen maar weer een blijk van een dwaze wens ergens te willen komen, in een bepaalde toestand te willen raken. Het komt erop aan je bewust te zijn van jezelf en dat te blijven, zonder daarmee een verzameling aan te leggen, want zodra je dat doet, ga je vanuit die verzameling als centraal punt, oordelen.
Zelfkennis is niet een proces van verzamelen, het is een proces waarbij je van ogenblik tot ogenblik binnen je relaties ontdekkingen doet".


Gelukkig staat op de tempel van Apollo, het orakel van Delphy, niet alleen “Ken u zelf”, maar ook "Alles met mate", dus laten we er maar van uitgaan dat dit ook geldt voor  "Ken u zelf" (met mate dus :-))

vrijdag 24 januari 2014

Update ontmoetingen & contacten

Vandaag een dialoog-studiedag mogen verzorgen voor een VSO school waar wij op de locatie met besloten behandeling bezig zijn. Een grote enthousiaste groep docenten, zorgcoördinatoren, management, etc. die de dialoog als benadering willen omarmen waardoor er ook aansluiting komt bij de beroepsopvoeders die al vertrouwd zijn met dialoog. Ik kan deze presentatie helaas niet online zetten omdat daar materiaal in zit dat eigendom is van de organisatie waar ik niet vrij over kan beschikken. Parel van de dialoogtraining daar is (wat wij noemen) de gemarkeerde dialoog.De Gemarkeerde Dialoog heeft als doel handvatten aan te reiken voor de dagelijkse omgang met jongeren met een Licht Verstandelijke Beperking die tevens een psychische/ psychiatrische hulpvraag stellen.
 Dialogische communicatie veronderstelt de bereidheid tussen de dialoogpartners tot ‘over en weer’ aandacht voor elkaar te hebben en die wederzijdse inbreng te waarderen en te respecteren. Door de aard van sommige psychische/ psychiatrische hulpvragen (pathologieën) ligt het tot stand komen van deze wederkerigheid niet voor de hand. Gezien het karakter van de problematiek kan een dialoog pas na nauwgezet handelen (de markering) tot stand komen.
In dit document staat per pathologie beschreven waarmee je rekening dient te houden om een leersituatie voor de jongere veilig te maken, waardoor een dialoog tot stand kan komen. Verder staat vermeld hoe je het proces van ‘stoppen denken doen’ kunt bevorderen en hoe het geloof in het eigen kunnen aangemoedigd wordt. Hopelijk kan (en mag) ik hier later uitgebreider op  terugkomen.


Sinds het blog de netwerken heeft gevonden krijg ik steeds meer boeiende reacties, openingen voor ontmoetingen en materiaal aangeleverd. Bij deze dank voor de acties en interacties.
Gisteren heb ik meteen dus de auteurs van de scriptie gemaild en naast het aanbod om een bijeenkomst te organiseren over de inhoud van de scriptie kreeg ik ook het volgende aardige bericht van Mieke Jaspers:
Dag, De scriptie is zeker online dus ik stuur hem dit weekend op, Groet,Mieke Jaspers  Ma,senior consultant Dienst Onderwijs en Onderzoek Fontys Hogescholen.
Zo gauw ik weet waar hij online is deel ik dat op het blog, een echte aanrader!

Verder kreeg ik reactie van Jorus:
Hallo Joop,
Wat leuk om je antwoord op je blog terug te lezen! Een originele manier die geheel past in 'de dialoog' ;) Het lijkt me leuk om een keer mondeling van gedachte te kunnen wisselen. Je expertise in de dialoog spreekt me aan en ik denk dat onze beide visies goed samen vallen om een verrijkende ontmoeting te realiseren.  Verderop in dit jaar zal ik actiever aan de slag gaan met het organiseren van dialogen en bijeenkomsten rondom 'dialoog/onderzoekend leren in het onderwijs'. Wanneer hier meer over bekend is kun je uiteraard een mailtje van me ontvangen als je dit interessant vind? Daarbij kunnen we altijd nog een losse afspraak inplannen; beide ideeen lijken me leuk in ieder geval.
Bedankt voor je aandacht tot nu toe en ik zie je antwoord graag tegemoet.
De dialogen en bijeenkomsten rondom 'dialoog/onderzoekend leren in het onderwijs zie ik met groot interesse tegemoet.



Last but zeker not least ontving ik de bijdrage van Joost Burger welke hij op het blog met ons wil delen.
Ha Joop,
Hierbij mijn gastblog

Waarom de dialoog 'interesting' is..
Ik sprak met Joop Boukes over de dialoog op het strand van Scheveningen. Joop zag voetsporen van blote voeten, en deelde dat met mij, en ik dacht 'interesting'. Op hetzelfde moment vroeg Joop me 'niet toevallig'  waarom ik zo vaak 'interessant' zei.
Toen hij mij vroeg om een gastblog te schrijven leek me dat een interessant uitgangspunt, waaruit zich dingen zouden kunnen ontvouwen (waarover later meer).
Het idee van je oordeel uitstellen, ik denk vaak 'interesting' is erg belangrijk. Het doet me denken aan Edward de Bono's woord 'po', een alternatief voor 'yes' en 'no', met de betekenis van possible. In creatieve processen, waar ik al meer dan 20 jaar mee bezig ben heeft me dit veel gebracht.Wat ik nu probeer uit te leggen heeft hetzelfde effect, alleen op een grotere schaal en in het echte leven.
Voor mij staat 'interesting' voor het uitstellen van je oordeel. Dit idee is belangrijk in dialoog, en is één van de aspecten die me erg geraakt heeft. Sinds ik meer 'dialogisch ben' of 'de dialoog leef', heb ik ervaren dat het uitstellen van mijn oordeel mij veel dingen gebracht heeft.
Ik merk bijvoorbeeld dat ik opener ben. Een soort ontspannenheid in een situatie waar ik me vroeger niet op mijn gemak gevoeld zou hebben, leidt tot een onderzoekende, nieuwsgierige houding.
Een ander effect is dat ik 'door mensen heen kan kijken' zoals ik het vaak formuleer. Ik krijg makkelijker zicht op en een gevoel bij ontmoetingen, en onderzoek ook vaak wat ik tegenkom, waarbij ik een diepere laag kan raken.
Daarnaast is een fascinerend effect 'het ontvouwen'. David Bohm spreekt over het 'enfolded' zijn van dingen, en beschrijft een ongedeeld universum waarin alles in zichzelf besloten is. Door meer dialogisch te zijn, met name door mijn oordeel uit te stellen merk ik dat allerlei processen zich op een natuurlijke manier ontvouwen.
En dat proces van ontvouwen is op zichzelf al 'very interesting' als ervaring. Mijn dochter zegt vaak als ik haar vraag hoe iets was eel anders dan ik dacht'. Ik denk 'interesting' en weet dat dat geen toeval is, Dat heet dan weer synchroniciteit..
Bijgaand een afbeelding voor erbij, een zelfportret met Lego.
Ik ga graag in dialoog via @joostburger op twitter,


donderdag 23 januari 2014

Dialoog, de kunst van het loslaten.

In de voorbereiding van de studiedag van morgen die op een VSO school mag verzorgen putte ik weer eens uit de scriptie DIALOOG, DE KUNST VAN HET LOSLATEN van Mieke Jaspers & Annelies Kwakkelaar. Ik was van plan om de scriptie ook met jullie te delen omdat ik denk dat hij voor velen een bron van inspiratie zou kunnen zijn en zeker als naslagwerk zeer goed te gebruiken is. Helaas bleek er geen link meer te zijn die toegang gaf voor het hele document dus heb ik de auteurs gemaild met de vraag of zij hun scriptie nogmaals met me willen delen. De geprinte versie koester ik nu nog meer. In de inleiding schrijven zij:""Nog nooit in de geschiedenis veranderen technologieën, markten en instituties zo snel als vandaag. De grote uitdaging waar organisaties nu voor staan is hoe tijdig de benodigde kennis, expertise en vaardigheden te ontwikkelen om effectief te kunnen blijven inspelen op veranderde omstandigheden. Het leertempo van de organisatie moet groter zijn dan of gelijk zijn aan de snelheid van de veranderingen waarmee de organisatie wordt geconfronteerd. Een lerende organisatie voegt continu waarde toe aan haar menselijk kapitaal, waartoe het competitieve potentieel op een natuurlijke wijze gemaximaliseerd wordt." (Bomers, 1989)" De dialoog is immers niet slechts een stel technieken om organisaties te verbeteren, de communicatie te bevorderen, overeenstemming te bereiken of complexe problemen op te lossen. In de dialoog manifesteert zich het grondprincipe van samenwerken en betrokkenheid, niet alleen in denken, maar ook in handelen. Dit betekent dat het voeren van de dialoog alleen waarde heeft als de omgeving er waarde aan ontleent en ernaar handelt. Naast deze mentale aspecten moet de organisatie de dialoog willen faciliteren, zowel in tijd en ruimte.
Boeiend vind ik de verbinding die ik lees met het blog : "De gevaarlijke dialoog" als het gaat om de dialoog als 'trucje' of als leuk pr-middel naar de buitenwereld die tegenwoordig graag een participerende medewerkersmenigte voor zich ziet.
Zij schrijven in het hoofdstuk 4. DE DIALOOG: VERHELDERING VAN EEN BEGRIP het volgende: "Echter, het voeren van de dialoog in een omgeving die niet in staat en bereid is om gezamenlijk te leren en kennis te creëren is als een ongeleid projectiel. Het voeren van de dialoog wordt dan als een rituele dans ervaren, die een bron van frustratie bij actoren kan opleveren. Immers, door de dialoog uitsluitend als tool&techniek en methodologie in te zetten, geeft men de actoren het idee als serieuze gesprekspartner te worden gezien om gezamenlijk kennis te creëren. Wanneer dit idee door de organisatie niet wordt vertaald in het handelen, werkt dit contraproductief en zijn 'gesprekspartners' een illusie armer. De organisatie kan dan als onbetrouwbaar en onveilig worden ervaren, waardoor medewerkers onzeker worden en 'fundamentalistische' neigingen gaan vertonen. Dit betekent, dat medewerkers uit onzekerheid vast blijven houden aan het eigen mentaal model, waardoor de kans om gezamenlijk te leren teniet wordt gedaan. De organisatie kan hierdoor uiteindelijk in gevaar komen, doordat bijvoorbeeld noodzakelijke veranderingen worden tegengehouden of niet worden doorgevoerd. De dialoog kan ons inziens alleen plaatsvinden in een context van een organisatie die in verandering is, en waar men bereid en in staat is van elkaar te leren. Een organisatie die niet in verbinding staat met haar omgeving en zich dus niet bewust is van de veranderingen die daar plaatsvinden, ervaart niet de noodzaak om gezamenlijk tot nieuwe betekenisgeving te komen. Niet alleen moet de organisatie in verbinding staan met haar omgeving, ook moet zij erop gericht zijn de doelen op individueel, groeps- en organisatieniveau zoveel mogelijk met elkaar in lijn en in verband te brengen. Dit om onderling samenhang te bevorderen en fragmentatie en kennisverspilling te voorkomen".

 Ik mag onderdeel zijn van de organisatieveranderingen en zelfs transities die de organisatie waar ik werk nu meemaakt, maar het wordt nog een hele uitdaging bovenstaande te waarborgen. Zo snel ik antwoord heb van de auteurs van deze scriptie zal ik het jullie melden. Vanuit mijn enthousiasme voor de scriptie nog een klein stukje:

Dialoog als proces van gezamenlijk nadenken
"Tijdens de dialoog leren we hoe we samen moeten denken, niet slechts in de zin van: een gezamenlijk probleem analyseren of gezamenlijk kennis creëren. We leren een collectieve gevoeligheid te ontwikkelen, waarin gedachten, gevoelens en de daaruit voortvloeiende maatregelen niet aan een individu toebehoren, maar aan de groep als geheel.Zoals de theoreticus David Bohm opmerkte, lijkt het denken zelf te verbeteren wanneer de basis van het denken wordt onderzocht. Mensen gaan een zekere coördinatie in hun optreden aan de dag leggen, zonder het kunstmatige, langdradige proces van besluitvorming dat tot nu toe gebruikelijk was. Er is sprake van een gelijkgerichtheid in het optreden. Elk teamlid weet gewoon wat er van hem wordt verwacht of wat hij het beste kan doen, omdat iedereen deel uitmaakt van een groter geheel".

woensdag 22 januari 2014

Insluiten ipv uitsluiten en de WIJ-context

Het creëren van een WIJ-context is cruciaal voor het doen slagen van een dialoog, of deze nu reflectief of generatief is. Zo kwam ik laatst een bericht tegen van een gemeenteambtenaar die blij was dat plannen voor een jongerenplek nu werkelijkheid werden en dat met de doelgroep een dialoog werd gezocht om te praten over de totstandkoming er van. Klinkt natuurlijk goed,maar die plek grenst ergens aan een woonwijk of een privé-plek of een andere gemeentelijke instelling. Die jongeren hebben ouders die wellicht ook betrokken willen worden of wat denk je van de aangewezen wijkagent die de boel in de gaten mag houden. Voor je het weet heb je mensen buitengesloten op iets waar ze in mee willen denken op een constructieve manier. Ik word nogal eens voor een dialoog gevraagd als hangjongeren met hun hangen andere partijen tot last zijn en ik denk dat deze voor een groot gedeelte voorkomen hadden kunnen worden als betrokkenen veel eerder deelgenoot waren geweest van het tot stand komen van, in dit geval, de plek. Belangrijk bij deelname van een dergelijke dialoog is dat je mede-eigenaar wilt en kunt zijn van de vraag of ontwikkeling waar over in dialoog gegaan wordt. Mijn ervaring is dat wanneer deze consensus in ieder geval leeft bij de deelnemers het ook niet ingewikkeld hoeft te zijn om eventuele weerstanden tijdens het dialoogproces met elkaar te benaderen en onderzoeken. Uitsluiten betekent vaak meteen verharding van meningen en oordelen Mensen voelen zich afgewezen, niet serieus genomen en zelfs dat ze er dus niet toe doen. In een dialoog kan, wat William Isaacs mooi beschrijft in "Dialogue, the art of thinking together" hitte in de kamer komen. Meningen, perspectieven en visies liggen nog zo ver uit elkaar dat het debat/ discussie op de loer ligt en mensen zich ongemakkelijk gaan voelen. De meest voorkomende reacties zijn; gaan vechten in een verhitte discussie, een zeer ongemakkelijke stilte of in het ergste geval lopen er mensen weg omdat de onrust te ongemakkelijk wordt. Isaacs zegt dat juist die hitte in de kamer een prachtige voedingsbodem is voor een dialoog. Het enige wat nodig is dat de betreffende deelnemers in staat zijn om hun eigen perspectief naast die van de ander te willen onderzoeken. Vanuit een reflectieve dialoog net zo onderzoekend zijn naar je eigen mening als dat van de ander(en). Op Facebook kwam ik een filmpje tegen dat dit insluiten en op zoek gaan naar verder illustreert en los of je gecharmeerd bent van de verdere inhoud laat het wel mooi zien wat radicaal insluiten oplevert.

dinsdag 21 januari 2014

Ask the kids

Vandaag weer een boeiende ontmoeting gehad met dialoog als onderwerp, ditmaal met Eugene Boeldak. Inhoud van het gesprek was o.a. teamontwikkeling, crisismanagement, dialoogcafé Utrecht, eigen ontwikkeling en vooral onderwijs, wat niet zo vreemd is als je bij de Inspectie van Onderwijs werkt. Eugene is ook bereid zijn eigen bijdrage te leveren aan dit blog.Hij wil graag eerst even rustig de tijd nemen om eea goed op papier te zetten en vanzelfsprekend honoreren we dat verzoek. Wordt vervolgd dus.

Via linkedin kreeg ik een connectie-verzoek van Jorus Rompa en na enig over en weer berichten via de mail vroeg ik hem of ik onze conversatie op dit blog mocht delen om daarop aan te sluiten en anderen er ook deelgenoot van te maken en dat was goed. Bij deze als inleiding.

Jorus: Je dialoogblog spreekt me aan; zeker op het gebied van kinderen. Wellicht kunnen we eens van gedachte wisselen?

Joop: Lijkt me een mooi plan. Kun je me vast wat meer vertellen waarom juist de blogs over kinderen je aanspreken? Los van wat er in de beschrijving staat op je linkedin verhaal bedoel ik dan natuurlijk :-)

Jorus: Als ik het kort maar krachtig samen vat is het te verklaren door mijn geloof in verbinding. Ik studeer momenteel Pedagogiek bij de Fontys Hogeschool Tilburg waarbij ik de afgelopen drie jaar tegen de medicalisering en methodisering van mijn vak aanloop. Hierdoor ben ik op zoek gegaan naar hetgeen dat mijn vakgebied werkelijk drijft; het stimuleren van de ontwikkeling van 'het kind' (in mijn optiek nog steeds 'de mens'). School heeft een cruciale mogelijkheid in deze ontwikkeling door de taak van het opvoeden tot moreel burger. Helaas is deze taak in de afgelopen veertig jaar verbasterd en ik zou graag een terugkeer van de Pedagogiek als normatieve wetenschap tegemoet zien. Hierdoor kan er weer aandacht komen voor de brede individuele ontwikkeling van het kind (talenten etc.) waarin we niet alleen de tendens zien naar het individu, maar het individu in het collectief kunnen zien en andersom (als middenweg). Ik denk niet dat het mogelijk is onze 'kennismaatschappij' te verwerpen en zo idealistisch zie ik het ook niet in, ik denk alleen wel dat we met een aantal kleine aanpassingen tot een bewustwordingsproces kunnen komen die ten goede komt aan alle kanten die men verdedigd in het onderwijs; de dialoog als basis.Ik denk dat we in een goede tijd zitten om samen verder te komen (burgers, leerkrachten, hoogleraren, bedrijven, overheid). In mijn beroepennetwerk hoor ik de vraag rondom deze onderwerpen in het onderwijs steeds groter worden en ik zou het prachtig vinden om hier een bijdrage in te leveren. Hierin zoek ik zelf ook graag de verbinding, vandaar ook mijn uitnodiging ;)

Vooral de brede ontwikkeling voor kinderen en jongeren mogelijk maken spreekt me heel erg aan, samen met de verbinding vanuit het individu met het collectief en uiteraard het zoeken naar nieuwe mogelijkheden vanuit dialoog. Belangrijk in deze wenselijk ontwikkeling is de stem van de kinderen/ jongeren. Het bijgevoegde filmpje van Amanda Ripley met de titel "Ask the kinds" illustreert mooi hoe belangrijk het kan zijn aan jongeren te vragen wat zij van iets vinden (voor wie weinig geduld heeft, ik bedoel de teksten vanaf 11 minuten). Gegevens die anders nooit verkregen zouden zijn.

Dialoog in het onderwijs en dan met name in het voortgezet onderwijs met leerlingen geeft een krachtige impuls aan het stimuleren van ontwikkelingstaken. Bij pubers zijn dat o.a.Inhibitie; behoeften uitstellen, irrelevante of onaangepaste prikkels onderdrukken, aandachtig kunnen luisteren, concentreren, bij de taak blijven, handelingen plannen en doelen stellen, vooruit kijken, samenwerken met anderen, flexibel van taak of rol kunnen wisselen, regels kunnen toepassen in nieuwe situaties (cognitieve flexibiliteit), inzicht krijgen in complexe situaties, problemen oplossen, terugkijken op het eigen handelen (reflectie), tijdens het denken, schrijven of lezen je koers kunnen bijstellen, empathie; perspectief van de ander kunnen innemen, initiatief nemen en ordelijkheid 
Het blijkt dat de dialoog jongeren de gelegenheid geeft om in samenspraak met anderen te leren. Jongeren leren zich te uiten en samen met andere jongeren te onderzoeken welke waarden er verbonden zijn en waarom. Respect is een veelgebruikte kreet bij jongeren en is voor hen heel belangrijk als het gaat om onderlinge communicatie, maar helemaal als er volwassene (lees: ouder/docent) bij betrokken is.
Ik zal de komende tijd uitgebreid stil staat bij de meerwaarde van dialoog in het onderwijs algemeen en bij het vormgeven van klassenmanagement vanuit dialoog(vooral bij leerlingen en klassen die uit de toon vallen) dat ik doe met mijn bedrijfje Master Your Class.
Een inspirerend filmpje over hoe leerlingen betrokken worden bij het dagelijkse klimaat op school, de onderlinge omgang en het vormgeven aan het leerklimaat vind ik The Eagle Rock School. Niet dat ze de dialoog misschien expliciet gebruiken, maar wel duidelijk is dat iedereen serieus genomen wordt, een stem heeft, er bij hoort en met respect behandeld wordt en er echt naar elkaar geluisterd wordt (en dat zijn uitgangspunten voor een dialoog).
Deze jongeren krijgen de kans om de potentie van de dialoog te ervaren zoals:
  • Het besef een volwaardige gesprekspartner te zijn
  • Articulatie van fundamentele overtuigingen
  • Legitimatie van fundamentele overtuigingen
  • Explicitering van stilzwijgende kennis
  • Ontmaskering van schijnweten
  • Transformatie van oude denkgewoonten
  • Inzicht in elkaars ideeen en standpunten
  • Begrip voor elkaars standpunten
  • Gezamenlijke visie
  • Werkelijk inzicht

Misschien Jorus, kunnen we eens een dialoog organiseren met jouw beroepennetwerk om te kijken welke ontwikkelingen in het onderwijs van toegevoegde waarde voor de opgroeiende kinderen kunnen zijn.



maandag 20 januari 2014

Anders zijn, de waarheidsvraag en zelfonderzoek

Vandaag op een regenachtig strand van Scheveningen een boeiend gesprek gehad met Joost Burger. Joost zal zelf een bijdrage aan dit blog leveren, aangevuld met mijn gedachten over onze ontmoeting. Dit deelt hij binnen een paar dagen met ons. Boeiend vond ik de link die gelegd werd tussen dialoog en synchroniciteit (wanneer er sprake is van  twee of meer gebeurtenissen die min of meer tegelijkertijd optreden in een voor de betrokkene zinvol verband, dat niet noodzakelijk als causaal wordt ervaren). Hierover later meer.

Ik houd al lange tijd een scoopit bij op http://www.scoop.it/t/dialoog en zag op Twitter een Retweet op het artikel van Henk Vroom dat helaas niet meer online was op de bewuste plek. Terugzoekend heb ik een andere link gevonden en bij lezen vond ik het zeker de moeite op ook hier aandacht aan te geven.

Zonder verinnerlijking verliezen ook de grondwaarden van onze samenleving hun rijke inhoud. Daarom is de dialoog tussen mensen van uiteenlopende richtingen broodnodig. De praktijk leert dat de dialoog kan beginnen met zoeken naar hetgeen waarover je het eens bent. De praktijk leert ook dat als je daarbij blijft staan en het niet aandurft om de ingrijpende verschillen die er ook zijn te bespreken, de dialoog niet verder komt. Ten eerste niet omdat mensen zich niet serieus genomen voelen en afhaken. Ten tweede niet omdat mensen de dialoog niet serieus vinden: dialoog is vaak te vredig terwijl de wereld vol is met conflicten. Ik heb veel dialoog-bijeenkomsten meegemaakt en mede georganiseerd en te vaak gehoord dat iedereen het goed bedoelt en we het ten diepste eens zijn.
Ik denk dat de voornaamste reden voor de „softe? dialoog is dat we bang zijn voor de kritische vragen van de ander. En nog een slag dieper: ik denk dat we ten diepste bang zijn dat onze kritische vragen aan een ander als een boemerang op onszelf terugslaan. Als ik u een lastige vraag mag stellen in een echt gesprek – dus niet in een „debat? of discussie maar in een open en echt gesprek waarin het om wederzijds begrip gaat – dan kan dat alleen als ik ook voor uw lastige vragen open sta. Die mate van openheid is er alleen als ik bij mijn kritische vragen („maar hoe denken jullie dan over…?? en „wat er komt er dan terecht van….??) tegelijk denk „gaat bij ons alles goed?? en „hebben wij het antwoord op alle vragen?? Hier gaat het niet om relativisme maar, in tegendeel, om waarheid. Echt respect gaat samen met de (echte, diepere) waarheidsvraag. Daarom vergt dialoog ook – in goede sfeer – kritische vragen en die vergen ook zelfkritiek. Dat willen we vaak niet. Respect voor een ander gaat niet zonder zelfonderzoek.  (uit Henk Vroom over ‘Bronnen van respect’-Link )

Actrice Thandie Newton vertelt haar verhaal over het vinden van haar "anders-zijn" -- eerst als kind opgroeiend in twee verscheidene culturen, vervolgens als actrice vele "zelven" vertolkend. Een warm, wijs betoog.

Koester anders zijn en diversiteit, want ze voeden de dialoog. Lees het artikel " Maak verschil met Diversiteit!" Diversiteit als bron van verandering en vernieuwing op http://www.forente.nl/pdf/Maak-verschil-met-diversiteit.pdf 

zondag 19 januari 2014

U model van Scharmer, maar dan anders

Morgen ontmoet ik Joost Burger in Den Haag. Mijn eerste ontmoeting naar aanleiding van dit blog. Ik ken Joost alleen nog via twitter en ben heel benieuwd naar onze eerste dialoog. Nu eerst nog een artikel van de plank, omdat ik in reacties via de mail vaak vragen krijg over het U-model en de toepassing er van. Zelf loop ik niet zo warm voor modellen, methodieken en zo, omdat ik vaak ervaar dat deze vormen zaken insluiten, maar daardoor ook anderen uitsluiten. Dialoog, vind ik, hoort volledig transparant te zijn en open te staan voor alles dat zich aandient en dat te onderzoeken. Dit verslag kan wellicht mijn visie verduidelijken
Een paar maanden geleden volgde ik een 4-daagse seminar “de moed om te creëren” gevolgd als aansluiting op de opleiding dialoogprocesbegeleider. In deze bijeenkomst werd veel aandacht besteed aan het U-proces van Otto Scharmer, omdat hij in dit model een fase heeft van creatie. Tijdens deze dagen ben ik heel anders over dit, vooral in West Europa populaire, U-model gaan denken. Allereerst even kort wat het U-model is en dit beschrijft Cynthia van der Zwan (associate partner bij Holland Consulting Group) mooi in “de essentie van het U-model”.
Theory U beschrijft een proces om tot fundamentele verandering te komen. De letter U laat daarmee de weg zien waarlangs die verandering gestalte krijgt. Eerst ‘de diepte in’ om vervolgens met behulp van deze inzichten stapje voor stapje tot actie over te gaan. Het gaat er in de kern om onbewuste en onzichtbare informatie bewust en zichtbaar te maken. Om vervolgens deze informatie te kunnen gebruiken in het proces van veranderen. Dit kan bereikt worden door een andere manier van kijken, communiceren en handelen. Otto Scharmer beschrijft dit in zijn boek Theory U als het waarnemen, voelen en handelen met een ‘open mind, open heart en open will’.
In het proces van Theory U doorloop je als individu, team of organisatie vijf verschillende fasen: seeing, sensing, presencing, crystallizing en prototyping.
De ‘seeing’ fase beschrijft het proces van het kijken met frisse, open blik aan het begin van een veranderproces. Dit in tegenstelling tot het downloaden vanuit oude patronen en schema’s, wat vaak gebeurt wanneer men geconfronteerd wordt met nieuwe situaties en vraagstukken. In de tweede fase, die van ‘sensing’ , gaat het om het contact maken met een diepere laag in jezelf, om zo op een andere manier (vanuit een open hart) verbinding te maken met anderen. De fase van ‘presencing’ is gericht op het contact maken met dat wat er is én wat er mogelijk is in de toekomst. In de fase van ‘crystallizing’ is het de kunst om die mogelijke toekomst verder te verbeelden. Het vormgeven aan de inzichten en ideeën die in de vorige fase zijn ontstaan, vormt hier de kern. Bij de laatste fase, die van ‘prototyping’, gaat het erom de ideeën om te zetten in voorzichtige, eerste acties.
Waar ik in het werken met de U (om het zo maar te noemen) tegenaan loop is het weer in vakjes delen van een proces. Het ontneemt me de vrijheid om tijdens dat proces even van het pad te gaan en dat is wat mijn geest af en toe doet. Soms ten nadele van het creatieve proces, maar zeker net zo vaak ten gunste van het creatieve proces. Ik herken me in de kritische boekbespreking: “Theorie U” van C. O. Scharmer door Erik Boers ( http://www.hetnieuwetrivium.nl/index.php?id=145) waarin hij schrijft:”Twijfels en afwijkende intuïties maken het proces natuurlijk niet  eenvoudiger. Zonder eenduidige interpretatie van de werkelijkheid is het lastig  om daadkrachtig op te treden. En voor je het weet raken de deelnemers (en de begeleider) ongeduldig. Het verleden heeft ons echter geleerd dat het leven minder eenvoudig is dan het in eerste instantie lijkt. Acceptatie van die meerduiding lijkt me van cruciaal belang voor een dialoog waarin je samen denkend tot zorgvuldige besluiten (of creatie) wilt komen”. Deze meerduidigheid (hoe je iets duidt) zie ik terug in mijn soms afdwalen van het voorgelegde U proces. Het is de vrijheid van denken die ik nodig heb om überhaupt tot creativiteit te komen. Wanneer ik afwijk van waar de groep mee bezig is ervaar ik snel dat de zo belangrijke gelijkwaardigheid verdwijnt of in ieder geval minder wordt. Ik ben me bewust dat modellen, methodieken, etc. richtlijnen zijn, maar mijn ervaring is dat ze snel vervallen tot paden die je dient te bewandelen om tot succes te komen.
Verder schrijft Boers, en dat komt nog dichter in de buurt bij wat ik bedoel: “Deze ongelijkwaardigheid staat naar mijn idee haaks op de doelstelling van een open dialoog, waarin deelnemers de veelzijdigheid van de werkelijkheid pogen bloot te leggen en zich daarmee leren verstaan. Ieders duiding telt daarin, hoe afwijkend ook”. En ik lees daarin dus ook; hoe afwijkend van de U-gang.
Wat ik zou voorstaan is om de U eens uit te proberen in een gebouw dat de U representeert. Een gebouw met aaneengeschakelde ruimten waarin je letterlijk afspreek de fasen van het U-model uit te voeren. Met die uitzondering, dat wanneer je blijft zitten in een fase dat je daar ook blijft, maar wanneer je plots de ingevingen krijgt tot creatie dat je dan doorgaat naar de ruimten van kristallisatie en het maken van prototypes. Een gebouw als hieronder bijvoorbeeld.

Als we daarnaast ook uitgenodigd worden af te stappen van de Engelse benamingen en, voor ons bijeenkomen, meer treffende termen uitkiezen (zoals onderstaand voorbeeld-klik  op deze link voor meer info en een vergroting) dan denk ik dat het creatieve proces spontaner wordt, meer levend en wellicht ook met meer creatieve verbindingen en uitkomsten. Dus wel de U van Otto, maar dan even iets anders.

Als laatste nog een klein stukje tekst uit de boekbespreking dat aantipt dat sturing, voor je er erg in hebt, maakt dat er meer volgers bezig zijn dan creatieve geesten.
“Jullie lijken het er allemaal over eens te zijn dat het huidige systeem op de niveaus 1 en 2 [reparatie en therapie] opereert, terwijl jullie het er ook over eens zijn dat het toekomstige systeem naar een werkwijze vanuit de niveaus 3 en 4 [reflectie en zelftransformatie] zou moeten verschuiven. De vraag rijst (?) dus wat jullie ervan weerhoudt die verschuiving te bewerkstelligen, aangezien jullie allemaal deel uitmaken van het huidige systeem en daar kennelijk niet echt tevreden over zijn. Tenslotte zijn jullie het systeem.” (p. 186)
Het boek vervolgt met:
“Toen kon je een speld horen vallen en kwam er een ander soort gesprek op gang. De aanwezigen begonnen doordachter en aandachtiger hun eigen opstelling en die van anderen ter discussie te stellen. … Nu spraken ze directer en beschouwelijker met elkaar.”
Ik wil hier met name stil staan bij veronderstellingen die schuil gaan achter de vraag:
“Wat weerhoudt jullie om die verschuiving te bewerkstelligen?”
Taalkundig is dit een ‘open vraag’, want je kunt niet met “ja” of “nee” antwoorden. Maar begripsmatig worden er heel wat denkrichtingen afgesloten. Want deze vraag veronderstelt: Dat er iets gedaan moet worden. Dat er door ons iets gedaan moet worden. Dat er een verschuiving nodig is. Dat er een verschuiving mogelijk is. Dat iets ons weerhoudt. Dat het niet goed is dat ons iets weerhoudt. Dat wij die verschuiving kunnen (en moeten) bewerkstelligen.
Met deze veronderstellingen stuurt de begeleider het denkproces stevig een bepaalde kant op. Eigenlijk wordt er voor de groep gedacht. De groep krijgt niet de gelegenheid, voelt niet de noodzaak om zelf te denken. Dat kondigde zich al aan in de voorafgaande fase, want daarin kwam niet de groep met het ijsbergmodel, maar de begeleider. Kortom er wordt niet samen nagedacht, maar de groep gaat ‘nadenken’, in de betekenis van ‘de voordenker navolgen’
Ik denk graag zelf en hoor graag wat anderen denken om vervolgens samen te denken en dat ga ik hopelijk morgen met Joost doen. Tot morgen.