Spread the word!

Het delen van de berichten op dagelijksedialogen wordt erg gewaardeerd! Spread the word of dialogue.

zaterdag 14 juni 2014

Dag 165- Debat en dialoog vullen elkaar aan!?

Als surfend kwam ik ( een dag te laat ivm de walgelijk mooie wedstrijd van Nederland) een reactie tegen op een artikel van Chris Bos van Hans van Meeteren. Onderaan het artikel reageerde Chris Bos weer terug op de bijdrage van van Meeteren en deze deel ik graag omdat het laat zien hoe eea zich tot elkaar verhoudt. Debat en dialoog vullen elkaar aan!? Lees eerst het artikel HIER.

Reactie van Chris Bos
Het is verleidelijk om de reactie van Van Meeteren op mijn artikel'Van debat naar dialoog' te weerleggen en daarmee, zoals Van Meeteren zelf ook verwacht, het debat met hem aan te gaan.
Het gevolg daarvan is dat je het of me t mij eens bent of met Van Meeteren. Ik wil me echter niet laten verleiden tot het debat, niet omdat ik het debat afkeur maar omdat ik wil voorkomen dat ik van zowel mijn eigen opvatting als van die van Van Meeteren een karikatuur maak.
Als ik de reactie van Van Meeteren op mijn artikel lees, is er veel waar ik het van harte mee eens ben. Ook ik vind dat het debat soms functioneel is, ook als onderdeel van het mediationproces. Een debat creëert helderheid, legt tegenstellingen bloot en geeft de mediator (en de partijen) inzicht in de kern van het conflict.
Het debat is vaak ook de katalysator van de dialoog. Als het debat binnen een mediationgesprek wordt gevoerd of, zoals Van Meeteren bepleit, zelfs wordt aangemoedigd, is het ook noodzakelijk dat er een ommekeer komt. Op een gegeven moment zal zich het 'wonder' dat partijen zich 'oorlogsmoe naar de dialoog bewegen moeten plaatsvinden.
Blijkbaar zijn Van Meeteren en ik het er dus ook over eens dat het star vasthouden aan het debat niet vruchtbaar is. Een mooi voorbeeld van de wijze waarop debat en dialoog elkaar constructief kunnen
opvolgen vinden we in de politiek: debatteren in verkiezingstijd (geeft immers helderheid aan de kiezers) en de dialoog voeren tijdens de formatie (maakt verbinding mogelijk).
Uiteindelijk zou het zo moeten zijn dat partijen zelf bepalen of ze met elkaar communiceren in de vo¡m van het debat of die van de dialoog. In conflicten waarin partijen zelf aangeven dat het goed is als de waarheid eens op tafel komt, hoe confronterend die 'waarheid' ook moge zijn, kun je je ai'ragen waaraan de
mediator het recht zou moeten ontlenen om partijen daarvan te weerhouden. Het is juist de professionaliteit van de mediator - ook dat ben ik met Van Meeteren eens - om ondersteunend te zijn in het proces waarbij de frustratie van het debat plaatsmaakt voor het verbindende of verzoenende gebaar van de dialoog. In
mijn artikel heb ik vooral duidelijk willen maken dat dat gebaar van verzoening en verbinding niet wordt gemaakt zolang de partijen met elkaar in debat zijn.

donderdag 12 juni 2014

Dag 164 African Tribal Leadership

Ik kwam deze recensie tegen van Drs. J. Peters over het boek African Tribal Leadership van Willem de Liefde.
“Een compact boek van 143 bladzijden, veel wit, ruim van opzet, met prachtige tekeningen en etsen, 13 praktijkverhaaltjes, handige checklisten en binnen een paar uur uit. Wat wilt u als snelle manager nog meer? Misschien is uw vraag: ‘Gaat het ook nog ergens over?’ Mijn antwoord: absoluut.

Een boek waarin the medium the message is en die in deze tijd van de zelfverrijkende manager een mooi beeld geeft van het ‘andere leiderschap’. Uw baas heeft natuurlijk geen tijd om dit soort verstandige dingen te lezen, maar geef dit boek toch maar aan hem/haar cadeau op de komende verjaardag.
‘African Tribal Leadership’ (Nederlandstalig!) is bedoeld voor de manager die zichzelf ziet als organisatievernieuwer en ergens een onbestemd gevoel heeft dat sturing sec op doelen en resultaten per saldo alleen maar leidt tot onderwerping aan regelgeving en procedures en de verdere dehumanisering van de organisatie.

Auteur Willem de Liefde woont in Zuid-Afrika en kwam daardoor in aanraking met de stammencultuur in zuidelijk Afrika en de wijze waarop daar leiders worden gekozen en hoe leiders vervolgens omgaan met hun achterban. Ons Westerse denken wordt ‘aangestuurd’ door ‘ik denk dus ik besta’ en het Afrikaanse denken door ‘ik ben omdat wij bestaan’. Leiders, maar ook de groepsleden, maken hun ego ondergeschikt aan de gezamenlijke belangen van de groep om zo als groep succesvol te kunnen overleven.

 U begrijpt het al: dit boek is niet realistisch. We kopen liever met meer dan 50.000 managers ‘Hoe word ik een rat?’ (sturing door machtsgebruik, ongelijkwaardigheid en vooral machtsmisbruik) dan boeken over communicatieve sturing op basis van mens zijn en gelijkwaardigheid. Misschien moet Manager & Literatuur dit boek er maar gratis bijsturen als rattengif en vanuit een eigen maatschappelijke en sociale verantwoordelijkheid. Het boek biedt weinig nieuws onder de zon met betrekking tot het andere wereldbeeld (medewerkers zijn geen onderdelen in een machine), maar geeft hele praktische voorbeelden, tips en checklistjes hoe je het ‘tribale’ denken handen en voetjes kunt geven. Het boek handelt over de zingeving van werk, de pijlers van fatsoenlijk leiderschap en de hulpmiddelen daarbij als het vertellen van verhalen en het gebruik van kunst en filosofie, maar de laatste vijf hoofdstukken zijn zeer concreet: hoe te vergaderen, hoe een bedrijfsanalyse te doen, het gebruik van het instrument dialoog (zie ook Peter Senge), core zingeving, de rol van ouderen in onze organisaties, identiteitsontwikkeling en Goddank voor de Westerse manager een negen stappenplan (bladzijde 131).

 Ik vind ‘African Tribal Leadership’ waardevol omdat je jezelf goed kunt spiegelen in termen van: Wat ben ik voor type leider? Wat sta ik eigenlijk te managen? De bezieling in mijn organisatie of de producten? Willem de Liefde is duidelijk: Als de aandeelhouderswaarde tot doel wordt verheven is het gevolg onvermijdelijk dat mensen emotioneel en spiritueel geen bevrediging vinden in hun werk. Zij kunnen immers in de doelen onvoldoende terugvinden wat zij zelf waardevol vinden. Het boek handelt vooral over hoe je dienend leiderschap vorm geeft, dat blijkt voor Westerse managers lastig. Je bent aan de top gekomen om de organisatiegemeenschap te dienen, volgens dit boek, en dat terwijl je dacht aan de top gekomen te zijn om te verdienen aan diezelfde gemeenschap en om juist lekker geïsoleerd beslissingen over anderen te nemen. Als het volgende u vreemd voorkomt, moet u boek maar eens lezen: ‘Veranderingen ontstaan vanzelf als de situatie verandert. De Afrikaanse manager geeft daartoe ruim baan aan signalen voor verandering en is alert op obstakels in het natuurlijke veranderingsproces’ (bladzijde 99).

Deze recensie is geschreven op Bevrijdingsdag 2003.”
(bron: www.managementboek.nl)
 Drs. J. Peters is directeur van Overmars Organisatie Adviseurs in Zwammerdam en schreef in 1997 het boek ‘Niets nieuws onder de zon’. Hij is mede-oprichter van www.chaosforum.com.

woensdag 11 juni 2014

Dag 163 - The Magic of Dialogue

 Een mooi stuk over dialoog (in het Engels vandaag) met vooral aan het eind een test of je "dialogisch"bent.

Dialogue is the manner in which we take in another’s viewpoint, listen and respond to one another, and engage. The Head Start community can learn from this article how Martin Buber first described dialogue, the skill it requires, the role it plays in our day-to-day interactions, and how we can test ourselves to see if we are ready for dialogue. In addition, the article includes a list of strategies for successful dialogue.

In philosopher Martin Buber's classic work I and Thou, he suggests that in authentic dialogue something far deeper than ordinary conversation is going on. The I-Thou interaction implies a genuine openness of each individual to the concerns of the other. In such dialogue, "I" do not, while talking with you, selectively tune out views I disagree with, nor do I busy myself marshaling arguments to rebut you while only half attending to what you have to say. Nor do I seek to reinforce my own prejudices. Instead, I fully take in your viewpoint, engaging with it in the deepest sense of the term. You do likewise. Each of us internalizes the view of the other to enhance our mutual understanding.

Buber voiced the stunning insight that, apart from its obvious practical value for problem-solving, dialogue expresses an essential aspect of the human spirit. He knew that dialogue is a way of being. In Buber's philosophy, life itself is a form of meeting, and dialogue is the place where we meet. In dialogue, we penetrate behind the polite superficialities and defenses in which we habitually armor ourselves. We listen and respond to one another with a kind of authenticity that forges a bond between us.

By performing the seemingly simple act of responding empathetically to others and in turn being heard by them, Buber observed, we transcend the constricting confines of the self. Instead of saying, "you or me," you hear yourself saying, "you and me." The act of reaching beyond the self to relate to others in dialogue is a profound human yearning. If it were less commonplace we would realize what a miracle it is.

Missing Skills

If the yearning for dialogue is universal, why is it so rare? Because it calls upon skills that impose a rigorous discipline on participants. Most people have not taken the time and effort to develop these skills. The reason is not lack of motivation. People have ample incentive to acquire the skills of dialogue. They have not done so for several reasons:
•Models are lacking. Television, for example, resorts to the conflicting debate format when presenting politics and other serious subjects because of its entertainment value.
•The skills of dialogue have not been clearly identified, so people who wish to acquire them do not know what they are.
•There are no obvious consequences of failure to develop the skills. If you tried to swim or ski without knowing how, your lack of skill would be swiftly and dramatically obvious, perhaps fatally so. If you fail at dialogue, it is not at all obvious that the reason is lack of dialogic skill, or even that a failure has occurred.

Significantly, success at dialogue is much more self-evident than failure. When dialogue is done well, the results can be extraordinary: Long-standing stereotypes dissolved, mistrust overcome, mutual understanding achieved, visions shaped and grounded in shared purpose, people previously at odds with one another aligned on objectives and strategies, new common ground discovered, new perspective and insights gained, new levels of creativity stimulated, and bonds of communication strengthened.

I do not want to overstate the benefits of dialogue. Though I believe it sometimes has almost magical properties, it is not a panacea for all the problems that ail us. Faith in the ability to talk to solve problems is very American, and to some cynics, a sign of our cultural naïveté. It's easy to poke fun at serious, well-meaning attempts at dialogue that miscarry, as many unfortunately do.

As our society becomes increasingly fragmented and pluralistic, we're likely to misunderstand one another more and more. Ordinary discussion is not powerful enough to break through these misunderstandings. We will need increasingly to resort to the more potent resources of dialogue. All of us will need to know how to initiate and carry out spontaneous dialogue.

Constant readiness is the key to success. You never know when an opportunity for spontaneous dialogue will arise. If you are not ready to take advantage of it, the opportunity will pass you by. Worse yet, you may get drawn into a dialogue that will turn sour, leaving the bad taste of failure.

Constant readiness means that you know the strategies for doing dialogue successfully, and feel comfortable in applying the most important ones. (See "Strategies for Successful Dialogue" on the next page) For example, you understand the core requirements for dialogue - treating the other as an equal in every respect (part of what Buber meant by "thou"), being willing and able to bring everyone's assumptions - including yours - into the open without becoming judgmental.

Should the need arise you must be psychologically prepared to perform an act of empathy - which requires both self-confidence and the lowering of defenses. If you are in full battle gear, as many of us are these days in our encounters with a self-absorbed world, it is easy to interpret an act of empathy as a loss of face, a deficit of macho. I suspect that most opportunities to initiate dialogue are lost because participants are not psychologically prepared to take this first critical step.

You must also be prepared to confront misunderstandings through focusing on assumptions - both your own and others. Misunderstandings arise from many sources - from friction between subcultures to differences in interests. The most complex of all are transference-driven distortions. When you misunderstand people from other subcultures, you may be transferring to them attributes, feelings, and beliefs that are part of your own subculture. When you misunderstand people from within your own subculture, you may be transferring to them interests and feelings more appropriate to the ghosts of your past than to them.

Test Yourself

Are you ready for dialogue? Test yourself by asking yourself some searching questions. Suppose, for example, you are an executive in a meeting attended by people of varied ranks within your organization - some who report to you, others who hold a higher position. A discussion is in progress regarding a project that did not work out according to plan. Lots of criticism is being bandied about. Are you prepared to volunteer that you accept some responsibility because of erroneous assumptions you had made, and then to make them explicit? If not, you may want to do more to prepare yourself for dialogue.

Or suppose you are a married man and you have just had a quarrel with your wife. You tell a friend, who then asks you, "After your quarrel, did your wife feel you had listened fully and sympathetically to her side of the story?" If your answer is "no" or "I'm not sure," the chances are you are not quite ready to enter into dialogue with your wife.

Or suppose you are a woman with a younger sister whom you habitually treat as not quite equal to you in experience or smarts. Ask yourself if your attitude toward her reflects the person she is today, or whether you are still reacting to her as she was in the past. To prepare yourself for dialogue with her, you may want to divest yourself of some of the baggage of the past.

One should not underestimate how difficult it is to break ingrained habits of not-listening, to break out of your wall of guarded reserve in order to offer acts of empathy, or to develop the skill of digging out your own and other people's transferences in a non-judgmental fashion. But I'm convinced that everyone can learn to do dialogue, and that each one who does gives a gift to us all.

Daniel Yankelovich is the author of The Magic of Dialogue. This article first appeared in Spirituality and Health; it is reprinted with permission.



dinsdag 10 juni 2014

Dag 162 - Socrates van nu

Dialoog is een weerslag van de tijd. Zo zijn de dialogen van Socrates voor ons 21e eeuwers uit een andere tijd en daarmee misschien wel verfrissend.
In moderne dialogen komt het, net als in vele andere vormen van communicatie, voor dat men hypothetisch met elkaar spreekt: "wat zou je in zo'n geval doen?", "stel je een situatie voor waarin je wel de band met de organisatie voelt" of "wat denk je dat in het hoofd van de directeur om gaat?". Dergelijke vragen en uitspraken kunnen waardevol zijn.
Maar de houding van Socrates is een andere. Hij is keihard wanneer iemand zich vaag uitdrukt en wil dan weten "wat is het nu echt wat je bedoelt?" of "wat is hier nu echt aan de hand?". Niet dat hij zekerheden heeft die hij van zijn gesprekspartners eist; die 'zekerheden' behandelt hij enkel als opstapjes naar volgende vragen. Geen van zijn dialogen heeft een duidelijke conclusie over wat de 'waarheid'' is. Zijn dialogen kennen een voortdurende zoektocht naar de werkelijkheid, die er wel degelijk is, al kan die nooit eenduidig worden uitgedrukt, en die zoektocht is de reden waarom Socrates zo meedogenloos het hypothetische terzijde schuift. Zo zijn zijn dialogen methodes van reflectie; de gesprekspartners worden gedwongen te reflecteren op hoe zij nu echt denken en zich gedragen. Zij ervaren dat die zoektocht in zichzelf waardevol is.

Hoe eigentijds deze vragen ook lijken, ze blijken van alle tijden. De oude Grieken hielden zich er al mee bezig. In de praktische filosofie, en later in de wetenschappen, zijn deze kwesties steeds weer opnieuw voorwerp van onderzoek.
Socrates wordt wel de grondlegger van de filosofie genoemd.  Hij schreef zelf niets. Zijn leerling Plato nam het op zich, de dialogen uit te schrijven die Socrates voerde met tijdgenoten in het oude Athene. In deze dialogen onderzoekt Socrates (nagenoeg) alle wezenlijke kwesties van leven en samenleven. De manier waarop hij dit doet is in de 18 en 19e eeuw opnieuw geïnterpreteerd en als methode uitgewerkt.

De grondslag van onze cultuur vinden we in het klassieke denken, maar we lijken het inmiddels verleerd de essentiële vragen van leven en samenleven te stellen, aan onszelf en aan elkaar. Kunnen we ons nog verwonderen over zaken die zo voor de hand liggen, willen we ons nog open stellen voor werkelijk grondige
nieuwe inzichten, geven wij de ruimte aan onverwachte inzichten en oplossingen?

De socratische dialoog verheugt zich in een toenemende populariteit, waarvan de verklaring niet eenduidig
lijkt te geven. Mogelijk speelt een rol, dat de rationaliteit uit de twintigste eeuw ons veel goeds heeft opgeleverd maar de meer onzegbare zaken heeft verwaarloosd: waar draait het om in leven en
samenleven, wat is nuttig en waarachtig, wat is de zin van ons handelen, hoe komen we werkelijk verder en wat noemen we goed en wat slecht?
De eigentijdse levenskunstdenker Dick Kleinlugtenbelt veronderstelt dat er een ethisch tekort is ontstaan en dat we ons te weinig bezighouden met goed en kwaad vanuit morele overwegingen.
Anderen, zoals de filosoof Joep Dohmen, menen dat moderne mensen de weg kwijt zijn geraakt omdat er juist geen universele wetten zijn of ‘goddelijke voorschriften’ waaraan we ons zouden moeten of zouden willen houden: we worden teruggeworpen op onze eigen, menselijke autonomie en moeten nog leren daarmee om te gaan.
Weer anderen, zoals de Duitse denker en schrijfster Hannah Arend, vermoeden dat het contact tussen mensen is verschraald en de echte ontmoeting tussen individuen – in privé of werk – in het gedrang is gekomen: dit zouden we als een gemis ervaren en ons doen verliezen in zaken die er, als het er op aankomt, niet werkelijk toe doen.
Al dergelijke perspectieven blijken in socratische gesprekken een rol te kunnen spelen. De deelnemers stellen zich opnieuw vragen over de gewoonste dingen, verbazen zich over de betekenis van de ervaringen die worden onderzocht, verwonderen zich over zichzelf en de andere deelnemers. Het meest opmerkelijke
lijkt te zijn, dat de inhoudelijke kwestie die in de dialoog wordt onderzocht ook als vanzelf zichtbaar wordt in de interactie tussen de deelnemers. Als het onderzoek zich richt op (bijvoorbeeld) het volgen van procedures en het houden aan afspraken, blijkt niet zelden dat de regels van de socratische dialoog zelf bij de deelnemers ter plekke opspelen. Zo biedt de dialoog niet alleen meer zicht op de kwestie of inzicht in het vraagstuk, maar tevens een verdiepende ervaring in het onderwerp zelf. De deelnemers spreken na afloop doorgaans van een ervaring die hen – ongeacht de uitkomsten – sterkt in het overdenken van keuzes, het
nemen van beslissingen en het uitvoeren van activiteiten in het privédomein, het sociaal verkeer of in de beroepspraktijk.

(Bron:  http://academievoorlevenskunst.nl/wp-content/uploads/2013/08/brochure-Socrates-op-de-werkvloer1.pdf )

maandag 9 juni 2014

Dag 161 - Zie mij

Mijn werkkamertje wijst 28 graden aan, maar er moet gewerkt worden aan het boek. O ja, het blog moet ook nog. Ineens schiet me te binnen dat er een prachtig gedicht ligt. 'See me!' Deze noodkreet, dit gedicht werd gevonden in de nalatenschap van een onbekende oude vrouw in een verpleeghuis. De Colorado Foundation for Medical Care was zodanig onder de indruk van de boodschap dat ze het gedicht bewerkte en ter verspreiding aanbood.
Iemand zien is wezenlijk voor een dialoog, Vandaar deze bijdrage, a domani!

Wat zie je nu, zuster, als je zo naar me kijkt?
Een kribbig oud mens, wiens verstand langzaam wijkt?
Onzeker, verdwaasd, in ‘t verleden gevangen,
morsend met eten, bekruimelde wangen
en het enige contact dat mij nog rest
is als je zegt: ‘Doe nou eens je best’

Zonder gesputter laat ik je begaan
je baadt me, je voedt me, je kleedt me weer aan
Als dat alles is, kijk dan nog maar een keer
en kijk dan wat beter, want ik ben nog veel meer
Laat me vertellen wie ik ben en wie ik was
Hoor mijn verhaal, want dan ken je me pas.

Eens was ik een kind, tien jaar oud hier nog maar
Dit is mijn gezin, we beschermden elkaar
Zestien en klaar om te wereld te omarmen
Dromend van liefde om mijn hart te verwarmen
Een bruidje van twintig, mijn hart maakt een sprong
Mijn belofte is heilig, ook al ben ik nog jong

Met vijfentwintig ben ik zelf aan de beurt
mijn leven wordt nu door mijn kinderen gekleurd
Een vrouw van dertig, mijn kroost groeit zo snel
nu nog verbonden, maar blijft dat straks wel?
Bij veertig hebben ze de woning verlaten
Met moeite vullen we samen de gaten

Hier ben ik vijftig, weer kleintjes op schoot
Opnieuw omringd door kinderen, de blijdschap zo groot
Maar dan wordt het donker, mijn lief overlijdt
Angst voor de toekomst, mijn vijand de tijd
Mijn kinderen zijn druk met hun eigen gezin
en ik denk aan de jaren en aan wie ik bemin

Nu ben ik oud, mijn omgeving tot last

Lichaam en geest door de tijd aangetast
Mijn huid is gerimpeld, kracht en gratie gaan heen
Op de plaats van mijn hart zit daar nu een steen
Maar diep in dit lichaam woont nog immer dat kind
Dat danst en verliefd is, dat zingt en bemint.

Ik houd van dit leven en beleef het steeds weer,
Ik proef nog de vreugde, maar ook vaak het zeer
Ik denk aan de jaren die zijn weggedreven
Probeer me te schikken in wat is gebleven

Dus open je ogen en kijk nog eens goed
Besef dat de tijd ook met jou straks dit doet
kijk in mijn hart, zuster, maak me weer blij
kijk nog wat beter, kijk en zie …MIJ.


Phillis Mc Cormack
Nederlandse vertaling: Pauline van Tienhoven, Vilans

zondag 8 juni 2014

dag 160 - Dialoog is levensbehoefte

Laten we ons Nelson Mandela herinneren in zijn uitspraken.

 "Moeilijkheden breken sommige mensen, maar maken andere."
 "Ik hou van vrienden met een eigen mening, omdat ze je helpen om problemen van alle kanten te bekijken."
 "Echte leiders moeten bereid zijn om alles op te offeren voor de vrijheid van hun volk."
 "Onderwijs is het machtigste wapen dat je kunt gebruiken om de wereld te veranderen."
 "Vrij zijn is niet slechts het afwerpen van iemands ketenen, maar leven op een manier die de vrijheid van anderen respecteert en verbetert."
 "Wrok is als het drinken van gif en dan hopen dat het je vijanden zal doden."
 "Geef leiding vanaf de achterkant - en laat anderen geloven dat ze aan de voorkant zijn."
 "Ik haat rassendiscriminatie intens en in al haar verschijningsvormen."
 "Een goed hoofd en een goed hart zijn altijd een fantastische combinatie."
 "Als je tot iemand spreekt in een taal die hij begrijpt, gaat dat naar zijn hoofd.  Als je met hem praat in zijn eigen taal, dan gaat dat naar zijn hart."

Dialoog is levensbehoefte

De botsing der beschavingen is gelanceerd door mensen die bij zo'n botsing belang hebben en kan alleen worden genuanceerd door de dialoog tussen beschaafde mensen.
Het woord dialoog is terug te vinden in het Latijn (dialogus) en het Grieks  (dialogos). 'Dia' betekent letterlijk 'door' en 'logos' betekent 'het woord' of  algemener 'de betekenis'.
Dialoog is een gesprek tussen twee of meer mensen, waarin een vrije gedachtenwisseling plaatsvindt, wat tot nieuwe inzichten leidt bij de betrokkenen. Kenmerkend is dat er betekenissen ontstaan die zonder dialoog
 niet tot stand hadden kunnen komen.  Écht luisteren ligt aan de basis hiervan.


Mijn hoop om de dialoog verder uit te kunnen dragen wordt meer dan treffend verwoord door Václav Havel. A domani!

De weg van de hoop

Diep in onszelf dragen we hoop:
als dat niet het geval is,
is er geen hoop.

 Hoop is de
 kwaliteit van de ziel
en hangt af
van wat er in de wereld gebeurt.

Hoop is niet te voorspellen of vooruit te zien.
Het is een gerichtheid van de geest,
een gerichtheid van het hart,
voorbij de horizon verankerd.

Hoop
in deze diepe
krachtige betekenis
is niet het zelfde als vreugde
omdat alles goed gaat
of bereidheid je in te zetten
voor wat succes heeft.

Hoop is ergens voor werken
omdat het goed is,
niet alleen omdat het
kans van slagen heeft.

Hoop is niet hetzelfde als optimisme
evenmin overtuiging
dat iets goed zal aflopen.
Wel de zekerheid dat iets zinvol is
afgezien van de afloop,
het resultaat.

[Václav Havel 5 oktober 1936 – 18 december 2011]