Spread the word!

Het delen van de berichten op dagelijksedialogen wordt erg gewaardeerd! Spread the word of dialogue.

zaterdag 22 februari 2014

Dialogisch leiderschap

Actuele ontwikkelingen in de wetenschap en in het denken over spiritualiteit leveren interessante zienswijzen op. Zo blijkt dat hersenen veranderen wanneer het gedrag verandert. Hierdoor verandert ook het denken. Door te reflecteren op het ‘ego’ ontstaat het inzicht dat het dwangmatig denken kan worden losgelaten en er ook ruimte kan zijn voor intuïtie.
Een dialogische leider heeft vertrouwen in het proces, zonder dat het resultaat helder omschreven is. De dialogische leider is een bezielende leider, die een klimaat van vertrouwen en enthousiasme bewerkstelligt. Ook is deze leider in staat om verschillende rollen te belichamen, zodat de medewerkers zich optimaal kunnen ontwikkelen. Tenslotte zorgt de dialogische leider ervoor dat ‘interne’ en ‘externe’ dialogen met elkaar in verbinding staan.

Communicatie is natuurlijk het middel bij uitstek om gezamenlijk betekenis te geven aan het beoogde
organisatieconcept. Daarbij gaat het enerzijds om het ontwikkelen van een gemeenschappelijke taal bij wat men in de praktijk doet, maar daarnaast is het zo mogelijk nog wezenlijker om de impliciete waarden en normen, die door collega’s worden beleefd, met elkaar te expliciteren. Daarbij gaat het om betekenisgeving. Een belangrijke middel dat kan worden ingezet is de dialoog, een methodiek waarbij men zich volledig openstelt voor wat de ander inbrengt en daarop aansluit zonder de eigen opvatting er frontaal tegenover te stellen. Het gaat om de zoektocht naar het gemeenschappelijke, naar wat collega’s met elkaar verbindt.
Parker Palmer (2005) merkt op: “We zijn geboren met een instinctief vermogen om tegenstellingen bij elkaar te houden, maar leren het af op onze weg naar volwassenheid om paradoxen te blijven accepteren.” We vinden hierin een bevestiging  dat het voor verandering en veranderingsbereidheid noodzakelijk is te kunnen omgaan met paradoxen. Door de schijnbare tegenstellingen met elkaar te verbinden komt energie vrij om mensen in beweging te krijgen. De verbinding komt eenvoudiger tot stand door bewust op zoek te gaan naar wat mensen bindt. Dat legt weer de basis om elkaar in het dagelijks werk makkelijker te vinden.
De innovatieve leider is een persoon die medewerkers weet te stimuleren en te motiveren en in dit verband is er een speciale rol voor hem of haar weggelegd. Hij of zij verkeert in de positie om een klimaat te scheppen waarin medewerkers ruimte krijgen en kunnen nemen om elkaar op te zoeken en met elkaar aan de slag te gaan. In een stijl die omschreven wordt als servant leadership of dienstbaar leiderschap zorgt hij of zij voor de organisatorische condities en een contextrijke leeromgeving waarin het leren van en met elkaar kan gedijen.

Authenticiteit
“De netwerksamenleving vraagt om leiderschap dat mensen motiveert, inspireert en de ruimte geeft. Je moet nu jezelf meenemen naar je werk. Dat vraagt om leiderschap dat authentiek is, empathisch en motiverend. In de oude ordening werd van iedereen functioneel gedrag gevraagd; nu moet je het hebben van de mens die je bent. Waar haal je die authenticiteit vandaan? Het antwoord is simpel: die moet je zoeken in jezelf. Je moet dus naar binnen.”
(interview met Herman Wijffels, in Hermans: Dialoog en misverstand, 2006)

Overgave
“Waarmee je je identificeert, heeft alles met inhoud te maken, terwijl de onbewuste drang om je te identificeren structureel is. Het is een van de meest elementaire manieren waarop het egoische verstand werkt. Overgave is de eenvoudige maar tegelijk diepe wijsheid van meegeven met in plaats van je te verzetten tegen de stroom van het leven. Kies voor je authentieke zelf.”
(Tolle, 2004/2005)

Kenmerken van dialogisch leiderschap
- Een dialogisch leider faciliteert het ontstaan van sfeer De leider als sfeerfacilitator is aanwezig in de tussenruimten van de posities (die zich bevinden in het zelf van alle individuen uit een groep) en bevordert een klimaat van vertrouwen, enthousiasme, tolerantie en werklust.
- Een dialogisch leider is in staat zich flexibel te bewegen tussen verschillende posities De leider kan zich op flexibele wijze bewegen van de ene positie naar de andere; afhankelijk van de situatie treedt hij op als ondernemer, als manager, als coach of als professional.
- Een dialogisch leider vormt een promotorpositie in het zelf van anderen Als een persoon wordt geïnspireerd
Hubert Hermans
door een leider, gaat de leider in de vorm van een ‘externe positie’ deel uitmaken van het zelf van de persoon. Daarmee kunnen posities worden geopend die het zelf op een hoger niveau van ontwikkeling tillen.
- Een dialogisch leider is in staat, in het geval van tegenstellingen, opposities of conflicten tussen partijen, een derde positie in te nemen Een dialogisch leider is in staat vanuit een ‘derde positie’ twee oorspronkelijk
tegengestelde posities tot hun recht te laten komen, niet door een compromis, maar juist door een optimalisering van hun doelstellingen. Het innemen van een derde positie is gebaseerd op en-en denken in plaats van of-of denken.
- Een dialogisch leider maakt optimaal gebruik van de criteria voor een goede dialoog. De leider erkent dat misverstanden horen bij de dialoog, houdt rekening met machtsverschillen die grenzen stellen aan de dialoog, waakt voor spraakverwarring en weet interne en externe dialogen te verbinden.
(Hubert Hermans, 2006)
(Bron: Van innovatief tot dialogisch leiderschap)

vrijdag 21 februari 2014

Dialogisch leesonderwijs: een mogelijk alternatief

Lees- en luistervaardigheidsonderwijs in Nederland ziet er vaak als volgt uit: de docent deelt oefenmateriaal uit of speelt de geluidsfragmenten af, de leerling oefent, er wordt nagekeken, de docent geeft een cijferindicatie, eventueel volgt er een positieve opmerking, en dat was het. Hoewel dit een veelgebruikte werkvorm is, waarbij de docent ook nog eens de tijd heeft wat nakijkwerk te verrichten, is het mij onduidelijk de leerling hier precies van geleerd zal hebben.

Zoals Henneman & Van Calcar (1999, zoals beschreven in Levende Talen Tijdschrift, sept 2012) stellen, traint het huidige leesvaardigheidsonderwijs leerlingen in het beantwoorden van vragen bij een tekst. Je zou dan ook kunnen zeggen dat oefeningen zoals hierboven beschreven niet echt een oefening, maar eerder een toets zijn.

Hoe dan wel? Dialogisch leren is een interessant alternatief. Hierbij gaan leerlingen een Dialoog aan, eerst met de tekst, waarbij ze zich vragen stellen tijdens het lezen, en daarna met klasgenoten, waarbij ze hun vragen en hypotheses uitwisselen. Zo biedt Dialogisch leren de ruimte om standpunten uit te wisselen, waardoor echte communicatie ontstaat en verschillende visies bespreekbaar zijn.

Dialogisch leren (reciprocal teaching) is vanuit cognitief perspectief gezien interessant, aangezien diverse onderzoekers stellen dat dialogisch leren kan helpen de kritische denkvaardigheden van onze leerlingen te verbeteren . Sociaal-constructivistisch gezien heeft het meerwaarde omdat het de leerinhoud betekenisvol maakt en je automatisch aansluit bij de belevingswereld van je leerlingen . Tenslotte draagt Dialogisch leren bij aan de vaardigheden van je leerlingen om op een wenselijke manier deel te nemen aan de democratische samenleving, waarbij ze naast kritisch leren denken, ook communicatieve vaardigheden ontwikkelen, leren respecteren en reflecteren

Het in Levende Talen Tijdschrift (sept 2012) besproken onderzoek lijkt aan te tonen dat dialogisch leren de leerlingen hielp de tekst beter te begrijpen. De tekst wordt trager en in groepsvorm gelezen, waarbij vragen stellen, samenvatten, ophelderen van betekenissen en voorspellen wat er in de volgende alinea zal staan centraal staat.  De tekst is zo niet meer slechts een bron voor antwoorden op de bijgeleverde vragen, maar een bron voor samenwerken, discussiëren en betekenis geven. Een nadeel is dat docenten en leerlingen even moeten wennen aan deze methode en hij daardoor in eerste instantie veel tijd vergt. De winst zit er uiteraard in dat je ook spreek- en luistervaardigheid oefent in die tijd (en kinderen leert luisteren en naast begrip voor de leesstof ook meer begrip voor het perspectief van de ander leert hebben).

Misschien iets om op school met elkaar over in Dialoog te gaan? Weer een mogelijke stap om meer Dialoog in de samenleving te krijgen.
(Bron: teaching-matters.nl)

donderdag 20 februari 2014

Dialoog met een grote D

Wat is dialoog? Ik heb verschillende beschrijvingen en definities, maar helaas is de dialoog vervallen tot een
containerbegrip. Wat is een containerbegrip? Van Dale zegt: “een begrip zonder scherp afgebakende betekenis waaraan de taalgebruiker zelf nader invulling kan geven en dat op veel verschillende toestanden, gebeurtenissen of zaken wordt toegepast.”
Een woord als ‘ding’ is misschien wel het het meest gebruikte containerbegrip. Het laat de lezer (of luisteraar) volledig de ruimte om te bedenken wat dat dan precies is. In die zin is het woord ‘containerbegrip’ trouwens ook een containerbegrip.
Wat bestempelen mensen zelf als containerbegrip? Even googlen op het woord ‘containerbegrip’ leverde de volgende resultaten op: ‘dialoog’, ‘klantgerichtheid’, ‘crossmedia’, ‘competentie’. Duidelijk dat ik dialoog uit dit rijtje zou willen zien.
Ik had het hier over met Aly Cnossen van de gemeente Almere. Ik zei dat we er eigenlijk een ander woord voor zouden moeten bedenken. Zij antwoordde dat een begrip dat de periode van 427 voor Christus tot nu overleefd heeft ook wel bestaansrecht heeft afgedwongen, en daar had ze een punt.
Bij het woord dialoog denk ik aan bijvoorbeeld de volgende beschrijvingen;
Van Dale, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal:  Van het Latijn, dialogus, Grieks dialogos hetgeen betekent tweespraak of samenspraak. De vrije doorstroom van gedachten door een groep, wat het
mogelijk maakt voor die groep om inzichten te verwerven waartoe men individueel niet zou geraken.
Zeldin, historicus  Dialoog is een ontmoeting van twee wezens met verschillende herinneringen en
Theodore Zeldin
gewoontes. Zij wisselen niet alleen feiten uit: zij geven er een andere vorm aan, trekken er verschillende conclusies uit, komen op nieuwe gedachten. Dialoog schudt de kaarten, maar creëert ook nieuwe!
 Socrates, filosoof Dialoog in het Grieks dialegesthai; gezamenlijk overleg tussen verschillende mensen met als doel het vinden van een definitie.
Plato, filosoof Een systematische vorm van het ontwikkelen van gedachten die, omdat alles tegen elkaar wordt afgewogen, voor alle betrokkenen tot een meer helder inzicht leidt.
 Bohm, fysicus “Dialogue is a way of observing, collectively, how hidden values and intentions can control our behaviour and how unnoticed cultural differences can clash without realizing what is occuring. It can therefore be seen as an arena in which a sense of increased harmony, fellowship and creativity can arise. The image it gives is of a river of meaning flowing around and through the participants.”
Senge, psycholoog Een werkelijk gesprek, gericht op een gezamenlijk nadenken met het doel inzichten te verwerven die ieder voor zich niet zou kunnen bereiken. In een dialoog begint een nieuw soort geest te ontstaan, gebaseerd op de vorming van een gemeenschappelijke betekenis.
 Buber, filosoof Een uitwisseling tussen mensen, waarin men zich werkelijk op elkaar richt en waarin men elkaar als mens - en niet als object in een sociale functie - beschouwt.
Verhoeven, electrotechnicus Een ‘lerend’ gesprek waarbij management en medewerkers meningen en
inzichten uitwisselen waarbij een echt ‘samen denken’ tot stand komt.
Om dialoog uit de bak met container begrippen te halen schrijf ik voortaan het woord met een hoofdletter. Zoals Bohm in een van zijn boeken schreef over de native indians uit Noord Amerika die zeiden: "talk, talk, talk until the Talk begins" zeg ik nu dialoog, dialoog, dialoog tot de Dialoog begint".
Laten we onderscheid maken tussen het gesprek dat losjes dialoog genoemd wordt en het waarderende onderzoeksgesprek van mensen die bereid zijn hun maskers af te doen.
Dank voor delen en doen van de grote D.

woensdag 19 februari 2014

Dialoog met 'de buitenwereld': moet dat echt?

De dialoog aangaan, ‘outside in’, samenwerken, co-creatie: de media staan er vol van. Maar is dat nu echt nodig, die verbinding met ‘de buitenwereld’? Het antwoord is simpel: ja. Geen enkele organisatie kan meer zonder. Je hebt de verbinding nodig: om bij te blijven (op z’n minst), om te innoveren en om aan te sluiten bij de veranderende eisen, behoeften en verwachtingen.

Vroeger
Nog niet zo heel lang geleden zag de wereld van organisaties er ongeveer uit zoals in de afbeelding is weergegeven. Organisaties als gesloten gemeenschappen, vooral intern gericht en bezig met zichzelf. En de taken netjes opgedeeld: iedereen zijn eigen specialisatie. En als er zich iets voordeed, dan werd er vooral reactief gehandeld. Alleen veranderen als het echt nodig was, want “If aint broke, don’t fix it.” Zo zat de wereld in elkaar. En zo zit de wereld voor veel organisaties nog steeds in elkaar. Ook als we kijken naar de interne organisatie, want dit plaatje zou je zo kunnen vertalen naar de wereld IN organisaties: opgedeeld in losstaande en afgesloten gemeenschappen (afdelingen, divisies, units) met elk een eigen specialisatie, gericht op hun eigen ding.

                                                                                    Veranderd
Maar de wereld is in snel tempo veranderd. Door de technologische ontwikkelingen is naast de fysieke wereld een virtuele wereld ontstaan, die veel veranderingen heeft veroorzaakt: in de manier waarop we samen leven, communiceren en werken. We leven in een netwerkmaatschappij; een samenleving waarin alles met alles verbonden is. Een wereld die bestaat uit allerlei wisselende en vaak ondoorgrondelijke netwerken – niet meer gebaseerd op de traditionele vaste een eenduidige structuren. Dit heeft gevoelige veranderingen in gang gezet die organisaties op een nieuwe manier kwetsbaar maken. We kunnen niet langer blijven doen wat we altijd al deden. Er zijn teveel veranderfactoren in beweging gezet.

Veel organisaties zijn nog niet aangepast aan deze veranderde wereld. Afgesloten zijn van de buitenwereld, focus op intern en alleen maar willen veranderen als het echt nodig is, dat gaat niet meer werken. Waarom niet? Er zijn vele redenen. Ik noem er drie: bijblijven, innoveren en aansluiten bij de veranderende behoeften en eisen.

Bijblijven
De wereld verandert continue. Regels, markten en technologische ontwikkelingen. We moeten ons continue blijven aanpassen om bij te blijven. Of je nou wilt of niet.
“Its not the strongest of the species that survive, nor the most intelligent, but the one most responsive to change” (Charles Darwin)
Alleen al om deze veranderingen te zien en te begrijpen, is het noodzakelijk om verder te kijken dan de beperkte wereld van de organisatie. Met de interne gerichtheid lopen organisaties het gevaar dat ze veranderingen ‘buiten’ over het hoofd zien en kansen die in blinde vlek liggen niet zien: de ruimte tussen de organisaties en eenheden.

Innoveren en co-creëren
En nog een stap verder dan dat: we moeten ver vooruit kijken en innoveren om te overleven. De wereld ‘buiten’ lijkt per definitie sneller te gaan dan de wereld binnen organisaties, dus de organisatie is niet meer het centrum van innovatie, maar de wereld ‘buiten’. Daarbij zijn de complexe vraagstukken die op ons afkomen bijna niet meer bij een partij neer te leggen. Organisaties kunnen de complexe vraagstukken van deze tijd niet meer alleen oplossen: ze hebben ‘de buitenwereld’ nodig.

Het begrip co-creatie wordt vaak gebruikt als het gaat over het betrekken van klanten, maar breder gezien gaat het om het uitbreiden van het innovatie systeem door klanten, andere disciplines en sectoren uit te nodigen. Veel organisaties realiseren zich dat hun eigen kennis maar een fractie is van datgene wat er in de wereld beschikbaar is. En dat betekent ontschotten: de grenzen openen tussen organisaties, sectoren, afdelingen en functies. Om samen te innoveren en problemen op te lossen – over alle grenzen heen. Het gaat om het vinden van samenwerkingsverbanden om samen tot prestaties te komen, die je afzonderlijk nooit zou kunnen leveren. (De alliantie tussen Philips en Sara Lee/Douwe Egberts is een bekend voorbeeld, dit leidde tot de welbekende Senseo). Ook co-creatie met klanten zien we al op verschillende manieren gebeuren. Lego bijvoorbeeld, die klanten laat ontwerpen. Of Lays, waarbij consumenten helpen om nieuwe smaken te bedenken. Een krachtige combinatie van het (goedkoop) stimuleren van innovatie en tegelijkertijd de dialoog aangaan. Of nog een stap verder: samenwerken met concurrenten of vijanden. De politie de boeven inschakelt om boeven te vangen, organisaties die hackers inhuren om hun ICT te testen, etc. Allemaal voorbeelden van samenwerken en het aangaan van de dialoog.

Aansluiten bij veranderde eisen en behoeften
Als derde reden waarom het aangaan van de dialoog volgens mij noodzakelijk is, is het aansluiten bij de veranderende eisen en behoeften. De rollen en verhoudingen zijn drastisch aan het veranderen. We zien een
verschuiving van een ‘top down’ maatschappij naar een ‘bottom-up’ maatschappij. Mensen zijn beter geïnformeerd, mondiger en handelen autonomer. We organiseren onszelf in vluchtige verbanden, vinden toegang tot informatie en delen onze ervaringen, via allerlei kanalen en middelen. We raken steeds meer gewend om zelf een rol te kunnen spelen. En we willen kunnen kiezen. We zijn steeds kritischer geworden en stellen steeds hogere eisen aan flexibiliteit, snelheid en kwaliteit. We verwachten dat we online dingen kunnen regelen, dat organisaties aanwezig zijn in de online wereld, en luisteren en reageren. We eisen ‘echte’ klantenservice en pikken het niet meer als we merken dat organisaties alleen maar gericht zijn op geld en waarde voor henzelf. Dat merken we bijvoorbeeld als we terecht komen in telefonische keuzemenu’s en andersoortige zaken die vooral bedacht zijn om intern efficiënter en tegen minder kosten te kunnen werken. Zoals Tex Gunning het formuleerde: er is een verschuiving gaande van Serving Self, naar Serving Others, naar Serving The World. We verwachten dat organisaties verder gaan dan de focus op interne winstmaximalisatie voor zichzelf, en we verwachten transparantie en openheid hierover. (De uitkomst van de erbarmelijke werkomstandigheden in de Chinese fabrieken bij de productie van Iphone en Ipad bijvoorbeeld, heeft tot veel discussie geleid over de bedrijfsvoering van Apple.)

Een klein zijsprongetje om hierop door te gaan: een van de grootste bedreigingen voor organisaties is imagoschade. Online wordt een groot deel van je reputatie bepaald (om een voorbeeld te geven: de schade van de beruchte tweet van Youp van het hek over T mobile wordt geschat op 3 ton.) Zelfs als er sprake is van gedwongen winkelnering, kan reputatieschade grote gevolgen hebben. Al was het maar het gedoe wat dit met zich meebrengt en onnodige tijd- en geldverspilling om klachten te behandelen en zaken recht te zetten. Daarnaast krijgt elke organisatie op korte termijn te maken met personeelstekort. Van groot belang dus om een aantrekkelijke werkgever te zijn, met een geweldig imago.

Kortom: ook het aansluiten bij de veranderde eisen, behoeften en verwachtingen is van groot belang. Om hier aan tegemoet te komen, kun je – ook hier – niet zonder de verbinding.

Anders denken
Dit alles klinkt misschien als een grote open deur. Grenzen openen, samenwerken, co-creëren…het wordt vaak geroepen, maar doe het maar. Voor veel organisaties vraagt dit niet alleen om ‘anders denken‘, maar vooral om anders doen. (Vandaar Plan B: ontwikkeld om te helpen om daadwerkelijk anders te doen. De buitenwereld betrekken is hier een onderdeel van).

Hoe beter je in verbinding staat met de buitenwereld, des te groter de kans op succes: om bij te blijven, te innoveren en aan te sluiten bij de veranderende behoeften en eisen. Nodig de buitenwereld uit, ga in contact – maak de verbinding. Want we weten een ding zeker:

Nothing in nature exists in isolation

(Bron:  Daphne Depassé)

dinsdag 18 februari 2014

Dialoog in organisaties

De dialoog is een gespreksvorm, die mensen in staat stelt om hun gedachten met elkaar uit te wisselen. Nu zijn er meerdere gespreksvormen die dit doel dienen. Het onderscheidende aan de dialoog is een houding van onderzoekend niet-weten. Tijdens een dialoog onderzoeken mensen wat achterliggende principes zijn. Het schept helderheid en biedt inzicht over welke standpunten in een bepaalde kwestie van belang zijn. Een dialoog kan tot consensus leiden, maar dat hoeft niet. Als blijkt dat de gesprekspartners er verschillende opvattingen op na houden, dan kunnen deze blijven bestaan. Wat maakt de dialoog tot een waardevolle gespreksvorm ?
Een dialoog draagt bij aan duurzame ontwikkeling, omdat er tijdens de dialoog inzichten kunnen ontstaan die er eerder nog niet waren. En met name deze vernieuwende inzichten zijn het hart van (sociale) innovatie.

Veel organisaties benutten de mogelijkheden van het samen denken en samen werken nog onvoldoende. Een belangrijke oorzaak is het niet goed kunnen omgaan met de complexiteit van relaties tussen mensen. ’Dialoog’ kan een bruikbaar instrument zijn overal waar samenwerken en relaties belangrijk zijn: in ons privé leven, in organisaties en bij maatschappelijke vraagstukken. Dialoog helpt om beter met elkaar te praten, om samen te denken en zo onze collectieve intelligentie te benutten voor betere oplossingen.
Bij samen werken en samen denken gaat het steeds om onze relatie met andere mensen. De meeste mensen hebben echter moeite met de ‘onderstroom’ in de relatie terwijl de onderstroom vaak het gene is dat mensen samen brengt of uit elkaar drijft. Het grootste gedeelte van onze communicatie vindt namelijk niet plaats in de bovenstroom, maar in de onderstroom (als botsende of met elkaar versmeltende ijsbergen).


Anders geformuleerd: bij iedere menselijke interactie speelt het ‘gesprek’ zich af op 3 niveaus, het eerste in de bovenstroom, de andere twee in de onderstroom:
•‘het’: het zakelijke onderwerp van gesprek;
•‘ik’: hetgeen zich afspeelt in mijn hoofd;
•‘wij’: hetgeen zich afspeelt tussen de deelnemers.

De uitdaging is om de onderstroom te (h)erkennen, deze de ruimte te geven en effectief in te zetten. ‘Dialoog’ is hiervoor een simpel en bruikbaar instrument.
Een leuk boekje over de kracht van dialoog is: ‘Het oog kan zichzelf niet zien. Dialoog, de kunst van het samen denken.’ van E. Ten Hengel & J. Bommerz (2012). Enkele mooie citaten hieruit:

‘Gebrekkige communicatie ontstaat doordat we niet onderzoeken welke overtuigingen, aannames en angsten zorgen dat we niet goed naar elkaar luisteren.’ 

‘In een dialoog ben je je ervan bewust dat je visie op de werkelijkheid subjectief is en dat je reflectie en uitwisseling nodig hebt om de werkelijkheid echt te zien.’ 

‘In dialoog kun je de verschillen tussen mensen en zienswijzen zichtbaar maken, emoties ervaren en uiten en tegelijkertijd in verbinding blijven met elkaar.’ 

‘Op interpersoonlijk vlak ontstaat ontspanning, vertrouwen en respect wanneer je regelmatig een dialoog voert.’

Maar, hoe voeren we dan een goede dialoog? Een diepe, bijna spirituele uitwerking van de werking en toepassing van de dialoog is te lezen in: ‘Dialogue and the art of thinking together’ (1999) van William Isaacs.
Volgens Isaacs zijn veel uitdagingen bij organisaties te complex om door één persoon opgelost te kunnen worden. Daarom is het beter om onze ‘collectieve intelligentie’ te organiseren met behulp van dialoog. We kunnen dan gezamenlijk informatie vergaren en gezamenlijk denken. Dialoog helpt daarbij doordat het mensen uit de sfeer van polarisatie tilt en bij elkaar brengt.

De vaardigheden voor het voeren van een goede dialoog, volgens Isaacs, zijn:
•Luisteren: niet alleen naar de woorden van de ander, maar ook je eigen schilden (maskers)  laten zakken;
•Respecteren: het zien van de ander als een geheel mens en als een waardevol iemand;
•Opschorten: het uitstellen van je oordeel en mening, het waarnemen van je eigen reacties maar deze niet direct uiten;
•Stem geven: de woorden spreken die nu nodig zijn, nodig vanuit jezelf of vanuit de situatie.

Van deze vaardigheden moet je je bewust zijn, maar je kunt ze niet krampachtig toepassen. Een goede dialoog kan alleen vanzelf ontstaat, je kunt het niet afdwingen. Dialoog voeren is daarom niet eenvoudig en vraagt veel oefening.
Dialoog als instrument is niet alleen bruikbaar in ondernemingen, maar ook bij het behandelen van privé en maatschappelijke problemen. Dialoog als instrument wordt hierbij op verschillende plaatsen gebruikt. Het
World Café is een eenvoudig dialoog format. Het bevordert het aandachtig luisteren en de uitwisseling en verbinding van gedachten en gevoelens in een veilige en gastvrije omgeving. De dialoogthema’s worden aangeboden in uitnodigende vragen die van belang zijn in het privéleven, het werk en de gemeenschap.

De World Café Principes zijn:
•Open je geest: luister met respect naar alle ingebrachte gezichtspunten;
•Open je hart: stel je oordeel zo lang mogelijk uit;
•Wees nieuwsgierig: streef naar begrijpen, niet naar overtuigen;
•Ga voor ontdekking: laat vooronderstellingen los, ga voor nieuwe inzichten;
•Wees echt: vertel je persoonlijke ervaringen, niet enkel je mening;
•Wees kort: spreek eerlijk en met diepgang zonder lang uit te wijden;
•Voel je vrij: geen besluiten, geen actiegroepen en geniet van het gesprek.

De dialoog, in de werkvorm van het World Café, is ook goed bruikbaar binnen organisaties, bijvoorbeeld bij koersbepaling, teambuilding, conflictoplossing of bewerkstelliging van veranderingen. In groepsverband kunnen deze onderwerpen dan op een persoonlijke manier besproken worden en het collectief denkvermogen aangesproken worden. In het begin kan externe begeleiding of een standaard werkvorm nuttig zijn.
Kortom, dialoog is een onderschat en te weinig gebruikt instrument in persoonlijke relaties, bij organisatieontwikkeling en bij maatschappelijke vraagstukken. Gewoon omdat we vaak te weinig tijd nemen om echt naar elkaar te luisteren, om echt met elkaar te praten.
Morgen meer over het World Cafe als vorm. A domani!
(Bron: Dialoog: de kunst van het samen denken en samen werken )

maandag 17 februari 2014

Diversiteit, Social Media en dialoog

Schrijvers maken de taal en daarmee het leven. Wie de taal kan veranderen, verandert ook de mens en de wereld zoals die door mensen wordt waargenomen. Zonder schrijvers zou veel onbespreekbaar blijven.

Inclusie en innovatie

Geldt niet hetzelfde voor technologie en social media? Technologie verandert ook de mens en de wereld zoals die door mensen wordt waargenomen. Via het landbouw-, industrie- en informatietijdperk, zijn we aan het belanden in het ideeëntijdperk. Het tijdperk van creatie (schepping!) en innovatie. In deze nieuwe wereld
is diversiteit van cruciaal belang. Diversiteit in de betekenis van alle manieren, waarop mensen verschillen: zichtbare zowel als onzichtbare verschillen. De mens in al haar verscheidenheid, met al haar talenten en al haar eigen-wijzigheden. Hoe meer diversiteit, hoe meer innovatie. Tenminste wanneer we diversiteit niet als een probleem zien, maar als een rijkdom. Als we het belang erkennen van samen werken en samen leven. Met andere woorden: als we inclusief zijn en niet buiten sluiten. Bij inclusie ligt de nadruk niet op aanpassing, maar op respect voor verschillen. Zichtbare en onzichtbare verschillen tussen mensen worden gewaardeerd en bewust benut.

DIT is de nieuwe wereld: ‘genetwerkte unieke en creatieve individuen’. De ‘netwerkmaatschappij’ vervangt
de ‘massamaatschappij’. Een ‘nieuwe organisatie’ dient te functioneren als één groot creatief brein, waarbij de verbindingen zeer open zijn. In een industriële wereld gedomineerd door de normale verdeling en statistieken bestaat de ‘gemiddelde medewerker’. Dat is echter een pure abstractie. In het ideeëntijdperk zal de realiteit zichzelf steeds minder herhalen. Het unieke wordt meer relevant dan het gemiddelde.

Dialoog als open cultuur

Hoe schep je ruimte voor die uniciteit? Door een open cultuur. En niets weerspiegelt meer een cultuur dan de conversaties die we met elkaar hebben of juist niet hebben. Face-to-face of via social media. Zonder dialoog
Peter Senge
krijgt de cultuur die nodig is voor het ideeëntijdperk geen kans. Peter Senge heeft het als volgt verwoord: “Wanneer mensen regelmatig in dialoog gaan met elkaar ontstaat een diep vertrouwen in het proces en in de ander. Deelnemers ontwikkelen tevens een veel beter begrip van het unieke van elk gezichtspunt en van hoeveel meer begrip mogelijk is als je niet langer één bepaald standpunt verdedigt ten koste van andere”. Dialoog is een prachtig voorbeeld van een zelforganiserend, open, complex, levend systeem. In dialoog is geen leider – het proces zelf is leidend.

Gemeenschap en zingeving

Via social media en ontmoetingen kan een gemeenschap ontstaan: een groep mensen die geleerd heeft om eerlijk en open met elkaar te communiceren. Mensen die de maskers hebben afgelegd, die met elkaar kunnen vieren en rouwen, die vreugde kunnen scheppen in elkaars gezelschap en die echt geven om elkaar. Het kloppende hart van een gemeenschap is gemeenschappelijke zingeving. Dat is de ware betekenis van ‘cultuur’ als hefboom voor uitzonderlijke resultaten. De enige beperkingen voor de scheppende geest zijn de beperkingen die we zelf scheppen met diezelfde scheppende geest.
(Bron: Diversiteit en Social Media )

zondag 16 februari 2014

de Verbonden Mens

Dag 47 al weer. Rustig denkend en schrijvend merk ik dat ik me verbonden voel. Verbonden met de mensen die me berichten sturen, Tweets Retweeten of berichten op Linkedin of facebook van me delen. Ik kijk uit naar de korte berichten die ik krijg. Ik voel me verbonden met de schare die mijn blogs leest. Regelmatig maak ik al afspraken om mensen live te ontmoeten naar aanleiding van de blogs.

De Verbonden Mens is zich bewust van de inter-afhankelijkheid met zijn omgeving. Dit besef versterkt de intentie om bruggen te bouwen, overeenkomsten te zoeken met anderen in plaats van verschillen. Alleen maar aandacht geven aan wat ons verschillend maakt, vaak vanuit angst ingegeven, leidt alleen tot afstand en vervreemding. En vervreemding van onze omgeving betekent automatisch vervreemding van onszelf. Dit is wat de Verbonden Mens inziet.

Dit inzicht zorgt voor ander soort communicatie. Doordat er van ego minder sprake is zal er ook minder aanleiding zijn dit ego af te schermen. Noodzaak tot defensieve of agressieve communicatie zwakt dan af en er ontstaat ruimte voor dialoog. Het verschil tussen dialoog en discussie is de afwezigheid cq. aanwezigheid van de intentie om te willen winnen. Een dialoog is een open exploratie van ideeën, waarbij alle partijen (dit kunnen meer dan 2 zijn) bereid en in staat zijn hun eigen ideeën en concepten ‘los’ te houden. Het doel van een dialoog is een dieper inzicht dat gedeeld wordt door alle partijen. Het doel van een discussie is het eigen standpunt te verdedigen en de ander overtuigen middels argumenten. Discussie uit het Latijn betekent ook in stukken hakken, verdelen. Dialoog komt uit het Grieks en betekent woord of rede die ergens doorheen beweegt (dia = doorheen, logos = woord, rede). Deze vrije beweging van concepten staat inderdaad in sterk contrast met de scherp afgebakende, statische ruimte van een discussie.

Volgens de fysicus David Bohm is dialoog zelfs de basis voor alle creatieve processen. In een dialoog
kunnen nieuwe ideeën ontstaan die gedeeld en gedragen worden door alle partijen. Deze creativiteit hebben we hard nodig om de complexe problemen in de wereld op te kunnen lossen. Ook de Dalai Lama pleit al jaren voor dialoog als middel om groepen en volken nader tot elkaar te brengen. Elke dialoog tussen mensen zou moeten beginnen met datgene wat hen verbindt en niet met datgene wat hen verschillend maakt.

Daarom nodig ik de lezers uit om de komende week na te gaan wat de verhouding is tussen het aantal discussies en het aantal dialogen waar men bij betrokken is. Vervolgens kun je de vraag stellen hoe vaak men bewust voor de discussie of de dialoog kiest. Wanneer men teleurgesteld is in het aantal dialogen kan men de vraag stellen wat men probeert te verdedigen of vast te houden. De slotvraag is dan wat er zou gebeuren als men datgene wat wordt vastgehouden los zou laten. Blijf nieuwsgierig! En nog leuker, deel je ervaringen met dialoog op dit blog!

(Bron: homo iunctus)