Dagelijkse dialogen 2014. Een half jaar lang, elke dag, over dialoog, een dialoog met iemand, iets of mezelf.
Spread the word!
Het delen van de berichten op dagelijksedialogen wordt erg gewaardeerd! Spread the word of dialogue.
woensdag 12 maart 2014
Open Spreken & veiligheid
Bij open spreken neem je het risico jezelf te laten zien in de groep en aan de groep. Dat is een risico, omdat je zeker in het begin niet weet of het wel gehoord zal worden en hoe er op gereageerd zal worden. Voor de ontwikkeling van de dialoog en van de groep is het belangrijk dat de groepsleden dit risico nemen. Het is belangrijk, omdat het zichtbaar worden van de groepsleden nodig is voor de groepsontwikkeling. Door het zichtbaar worden van de groepsleden worden ook de verschillen tussen hen zichtbaar. En het is een belangrijk aspect van de dialoog om vruchtbare manieren te vinden om met die verschillen om te gaan. En het open spreken is ook belangrijk omdat vertrouwen zich alleen kan ontwikkelen als mensen risico’s durven te nemen en zo ervaringen opdoen dat het in een dialooggroep veilig is om risico’s te nemen.
Tegelijkertijd is het belangrijk niet te forceren in het open spreken. Forceren is een uiting van het feit dat je op dat moment te weinig zelfrespect toont. Dus door te forceren maak je het onveilig voor jezelf, nog helemaal los van de vraag hoe de groep op je zal reageren. Het kan dan bijvoorbeeld beter werken om in de groep te vertellen dat je je nog te onveilig voelt om iets van jezelf dat nu in je aandacht is te delen. Al kan
dat ook riskant voelen. Maar daarmee laat je iets van jezelf zien wat op dat moment misschien wezenlijk is om te delen, voor jezelf en voor de groep. Het is niet goed mogelijk in zijn algemeenheid aan te geven waar
de grens ligt tussen ‘risico’s durven nemen’ en ‘forceren’. Het is een deel van het dialoogproces dat ieder daar voor zichzelf de juiste weg in vindt. En het mooie van een dialoog is ook dat je het niet goed hoeft te te doen, dat het een beoefening is en dat het dat altijd zal blijven.
'Waarover gaat het ‘open spreken’?
In de eerste plaats is het belangrijk dichtbij je ervaring te blijven en je te oefenen in het spreken vanuit wat er ‘nu’ is. Ervaringen in het ‘nu’ zijn het meest levend en het minst ingekleurd door onze denkpatronen. Het meest levend is het als de deelnemers kunnen spreken vanuit de ervaring, die ze op het moment zelf hebben in plaats van over die ervaring. Daarnaast kunnen allerlei andere zaken belangrijk zijn om te delen in de groep, als de deelnemer daardoor als persoon zichtbaarder wordt voor de groep en als het een bijdrage levert aan het dialoogproces dat aan de gang is. Denkbeelden, gevoelens, dromen, ambities, persoonlijke waarden, ingrijpende levensgebeurtenissen, zorgen, inspiratie, enzovoort.
Open spreken betreft ook alles wat iemand belemmert om open te zijn en open te spreken, en wat niet voldoende is opgelost door die belemmeringen zelf onder ogen te zien. Verder betreft het alle terughouding die je in jezelf opmerkt met betrekking tot het thema van de dialoog, met betrekking tot het proces of met betrekking tot de groep of andere groepsleden. En het betreft ook alle gehechtheid aan bepaalde aanpakken
of uitkomsten, die je niet kunt loslaten of parkeren. Het ‘present zijn’ met de belemmeringen voor openheid is een van de belangrijkste stappen om de persoonlijke en collectieve kwaliteit van openheid tot leven te wekken. Gezien vanuit het geheel van de groep is het belangrijk dat alles wat er op een gegeven moment en binnen een gegeven kader in de groep leeft gerepresenteerd wordt. Belangrijk voor de deelnemers is om er niet ’programma’ van te maken, van wat je gaat vertellen in de groep, maar steeds te kijken of iets zich als het ware in jezelf aandient om gezegd te worden. Om te kijken of het op dat moment een kwaliteit van levendigheid heeft, of het je interesse heeft. Scott Peck, die veel over Community Building geschreven heeft gebruikte hiervoor de aanbeveling ‘speak when moved’, spreek alleen als je je bewogen voelt om te spreken. Over het algemeen zal het gemakkelijker zijn voor de deelnemers om te spreken over die aspecten van zichzelf, die ze kunnen accepteren, die deel uitmaken van hun identiteit, en moeilijker om te spreken over aspecten van zichzelf waarover zij een negatief oordeel hebben. Toch kan het juist belangrijk zijn om over die laatste zaken ook te spreken. Zoals gezegd voelt dit vaak als een risico; immers als je al oordelen hebt over jezelf ben je geneigd ook oordelen van anderen te verwachten. In de praktijk blijkt vaak dat deze verwachtingen weinig met de realiteit te maken hebben.
Naarmate de dialoog vordert zal de dialoogruimte door de deelnemers steeds mee als een ‘vrije ruimte’ worden ervaren, een ruimte waarin open en vrijmoedig spreken steeds gemakkelijker wordt. Dit wordt sterker zo ervaren naarmate de groepskwaliteit van openheid meer aanwezig is.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten