Spread the word!

Het delen van de berichten op dagelijksedialogen wordt erg gewaardeerd! Spread the word of dialogue.

zaterdag 15 februari 2014

Leiderschap als dialoog

Wij gaan van een kenniseconomie naar een ideeëneconomie, aldus auteur en onderzoeker Jan Bommerez. Die economie drijft op creativiteit en dat betekent dat we onze rechter hersenhelft moeten aanspreken. Maar dat gaat niet vanzelf.
Dialoog en flow zijn daarbij belangrijke begrippen.
Dat wij gemiddeld maar 10% van onze hersencapaciteit gebruiken, is algemeen bekend. Dat wij vervolgens met die overige 90% nog steeds weinig tot niets doen, moeten we eigenlijk ook toegeven. Jan Bommerez, partner van het trainersnetwerk Nieuwe Dimensies en auteur van de boeken Flow en de kunst van het zakendoen en Kun je een rups leren vliegen?, ziet zijn werk als een ‘kruistocht om die andere 90% te bevrijden.’ In een economie waarin creativiteit en ideeën steeds meer de toegevoegde waarde gaan bepalen, zullen organisaties daar de voorwaarden voor moeten bieden. Echter, dat gebeurt volgens Bommerez nog steeds maar sporadisch. “In creativiteit moet je losgemaakt kunnen zijn van patronen. Organisaties gaan daarvoor meestal brainstormen. Ze creëren een plek en een moment waarop de vaste patronen er even niet zijn, maar daarna is iedereen weer terug bij af.”

Voorbij patronen
Bommerez onderscheidt drie fases/stadia, te weten reactief, proactief en creatief gedrag. “In een reactieve fase bepalen emoties je gedrag. Structuren en patronen bepalen wat we doen en dat is nog steeds in de meeste gevallen zo. Proactief gedrag betekent dat je om kan gaan met je emoties in plaats van je erdoor te laten leiden. Dit staat gelijk met emotionele intelligentie of EQ. Bij creatief gedrag ben je de patronen voorbij. Je creëert je eigen patronen. Organisaties willen graag creatief zijn en ze denken dan in feite in één keer van reactief naar creatief te kunnen gaan. Ik geloof dat de hele creatieve potentie van een organisatie niet kan floreren als je niet eerst EQ hebt.”
Blokkade
Uit de wetenschap blijkt dat angst de blokkade is bij verandering. Bommerez: “Angst is de domper op het menselijke potentieel. In organisaties vertaalt zich dat in gebrek aan vertrouwen in het systeem, in het management. Mensen durven geen risico’s te nemen. Het is de taak van leiders om een cultuur te scheppen die vrij is van angst.” Het schoolvoorbeeld van een bedrijf dat dit uiterst succesvol heeft doorgevoerd is 3M. “Daar is het in de cultuur ingebakken – geïnstitutionaliseerde chaos als onderdeel van de orde.”
Hersenhelften
Om onze creativiteit aan te boren, moeten we onze rechterhersenhelft gebruiken. Daar zijn methoden voor. Bommerez: “Neem discussie. Discussie is typisch iets van de linkerhersenhelft. Het is een manier van denken in tegenstellingen, in voors en tegens. Voor creativiteit heb je dialoog nodig en dialoog is samendenken.” In de ideale staat van de hersenen, de zogenaamde Theta-staat, is er synergie tussen de beide hersenhelften. Dan spreekt men van flow. Whole brain is de term die dan dikwijls gebruikt wordt.
Jan Bommerez legt uit dat het doel zou moeten zijn dat de organisatie als geheel een stel hersenen wordt. “Alle doorbraken komen niet van geïsoleerde individuen, maar uit het samenwerken van groepen. Het gaat om co-intelligentie, om een culture of sharing zoals Tom Peters dat noemde in zijn boek Re-imagine! Wat deze tijd van leiders vraagt is mensen leren omgaan met die angst, en de verborgen structuren en patronen die het gedrag binnen de organisatie bepalen zichtbaar en boven tafel krijgen. Leer als leider met de onzichtbare kanten van de mens omgaan.”
Bommerez ziet een dergelijke gedaantewisseling van organisaties niet als een veranderingsproces, maar als transformatie. “Verandering speelt zich nog steeds binnen die eerste hersenhelft af, transformatie maakt die overgang naar de andere hersenhelft. In plaats van de noodzaak van verandermanagement kun je dus beter spreken van transformationeel leiderschap. Zodra organisaties dit inzien, ontstaat er een hele nieuwe wereld van mogelijkheden en innovatie.”
(Bron: http://ceesdebil.files.wordpress.com/)

vrijdag 14 februari 2014

Pleidooi voor dialoog in de klas

Het is inmiddels wel duidelijk dat ik een sterk voorvechter ben van dialoog op school en dan met name in het voortgezet onderwijs. Met mijn bedrijfje Masteryourclass geef ik klassenmanagement in het VO, maar ook deze trainingen zijn doorspekt met dialogisch communiceren. Voor scholen heb ik de Socrales ontwikkeld, dat zicht geeft op het ontstaan van dialoog en de meerwaarde ervan in deze tijd. Samen met Georg Hubner heb ik de videoloog ontwikkeld waarin leerlingen in groepjes met verschillende perspectieven worden uitgenodigd hun perspectief te filmen, om vervolgens deze stukjes film tot een geheel te monteren. Scholen hebben veel mogelijkheden om de dialoog een plek te geven in hun onderwijsaanbod, maar zien m.i. nog te weinig het positieve effect op het algehele schoolklimaat en laten de dialoog daarom vaak liggen. Al Googlend (en dan moet je vaak verder dan de eerste 25 pagina's met treffers) kwam ik ineens dit document "Dialoog in de klas"tegen van de KPC groep, een landelijk opererend onderwijsadviesbureau. Wat een aanrader voor scholen en uiteraard geef ik er hier op dit blog aandacht aan en hoop dat lezers of bekenden van lezers die in het onderwijs werken er hun maximale voordeel mee kunnen doen.Ik hoor graag terug of en hoe dit gebeurt!

 In tegenstelling tot de meeste Europese landen is in VO-scholen in Nederland weinig expliciete aandacht voor de dialoog met leerlingen over maatschappelijke thema’s en het samen bespreken van relevante ervaringen in de klas. Het voeren van een dialoog met leerlingen wordt door veel leraren als lastig ervaren (Veugelers, 2009), terwijl dialoog en reflectie op gebeurtenissen in en buiten de school wel een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de vorming tot kritisch-democratische burgers.
 Met de invoering van de Wet actief burgerschap en sociale integratie zijn alle scholen in Nederland verplicht aandacht te besteden aan de burgerschapsvorming van leerlingen. Het doel daarvan is leerlingen voor te bereiden op hun functioneren in de samenleving en daaraan een actieve bijdrage te leveren.
Een belangrijke vraag is hoe je als leraar aandacht kunt besteden aan burgerschapsvorming van leerlingen. Je zou hierin grofweg twee benaderingen kunnen onderscheiden: kennisoverdracht en dialoog. Bij kennisoverdracht stellen leraren onderwerpen als mensenrechten, duurzaamheid en kiesrecht aan de orde door leerlingen hierover te informeren. Bij burgerschapsvorming gericht op dialoog dagen leraren leerlingen uit om een eigen opvatting te ontwikkelen over maatschappelijke vragen en dilemma’s. Dat kan door discussie of debat te organiseren, waarbij leerlingen proberen elkaar van hun eigen standpunt te overtuigen. Het kan ook door dialoog. Dialoog is niet hetzelfde als discussie. Bij dialoog ontwikkelen leerlingen met elkaar eigen en gemeenschappelijke opvattingen over lastige, controversiële onderwerpen. Dat doen ze door samen vanuit verschillende invalshoeken concrete situaties of dilemma’s te onderzoeken. Dit samen zoeken bevordert de sociale cohesie en het klimaat in de groep of klas: leerlingen en leraren leren elkaar te respecteren, naar elkaar te luisteren, zich te verplaatsten in elkaars standpunten en die van henzelf te relativeren. Met dialoog in de klas creëer je situaties waarin leerlingen leren met elkaar om te gaan, zowel binnen als buiten de klas. Voor het voeren van dialoog zijn communicatievaardigheden nodig, zoals argumenteren, redeneren, relativeren, nuanceren en luisteren.
Daarnaast zijn kennis en vaardigheden van belang die ook in het kader van burgerschapsontwikkeling relevant zijn, zoals het innemen van een standpunt, het respecteren van andere meningen, morele oordeelsvorming, je kunnen inleven in de meningen van anderen, het kritisch omgaan met bronnen en informatie en het komen tot overeenstemming met anderen. Vaak wordt aangenomen dat dialoog niet alleen een dieper inzicht bevordert in het onderwerp van het gesprek, maar ook een bijdrage levert aan de sociale cohesie in de groep of klas (Castelijns, Koster & Vermeulen, 2009; Verhoeven, 2012). Dialoog creëert namelijk een band. Sociale cohesie, ofwel het besef van onderlinge verbondenheid tussen de leden van een groep, wordt gezien als een vorm van sociaal kapitaal (Gowricharn, Postma & Trienekens, 2012). Putnam (2002) gebruikt in dit verband de term bonding capital. Daarmee bedoelt hij de onderlinge band die je creëert door socialisatie en interactie met je eigen groep. Van der Gaag (2005) spreekt over collectief sociaal kapitaal: de positieve effecten van interactie tussen leden van een groep voor de groep als geheel. Deze publicatie wil leraren een handreiking bieden voor het organiseren van dialoog met en tussen leerlingen over maatschappelijke thema’s. We noemen dat dialoog in de klas. Door dialoog in de klas toe te passen, leren leraren leerlingen hoe ze in onze samenleving als burger kunnen functioneren.

Een treffend voorbeeld van een thema dat de leerlingen de kans geeft om over met elkaar in dialoog in het document is deze:
Vakgebied: Mens en maatschappij
Thema: Geweld tegen leraren
Stelling: Geweld tegen leraren hoort nu eenmaal bij deze tijd
Bron: Opinie-onderzoek EenVandaag onder leraren VO + filmpje:
Link naar filmpje:  http://opiniepanel.eenvandaag.nl/uitslagen/37716/geweldsincidenten_op_school_vaak_in_de_doofpot

Ik spreek de wens uit dat veel scholen een start maken hier mee aan de slag te gaan en dan hoop ik dat als toch de term Excellente School gebruikt gaat worden, dat is omdat deze school heel intensief met de dialoog aan de slag is.

(Bron: Castelijns, J., & Verhoeven, S. (2013). Dialoog in de klas. Achtergronden, handreikingen en praktijkervaringen: basis- en voortgezet onderwijs. ’s-Hertogenbosch: KPC Groep in opdracht van het
ministerie van OCW). Download de publicatie HIER

donderdag 13 februari 2014

De naakte dialoog

Wat een dialoog in de weg staat is wanneer een of meerdere deelnemers hun masker op willen houden. Het is best spannend om jezelf te laten zien zonder je te verschuilen achter je functie, je rol, je eerdere uitspraken, je overtuigingen, je angst of je zekerheden. Deze maskers afdoen en onderzoeken geeft vaak een naakt gevoel. Je voelt je  kwetsbaar, onzeker, bekeken en soms zelfs onveilig. Mijn eerste diepe ervaring van naaktheid in deze vorm heb ik ervaren toen ik On Dialogue van David Bohm las. Nog meer toen ik het boek Verschijnsel en betekenis (dat nog dieper ingaat op denkprocessen) van hem las, maar nu eerst even over On Dialogue. In denk een aanrader voor wie wat dieper op de processen binnen een dialoog in wil gaan. Mijn diepere zoektocht naar het hoe, wat en waarom over dialoog kreeg een versnelling na het lezen van dit boek.

In het boek On Dialogue leest je over de visie van David Bohm. David Bohm leefde van 1917 tot 1992 en is een bekend theoretisch natuurkundige. Hij hield zich bezig met kwantummechanica, filosofie en neuropsychologie en werkte onder andere samen met Albert Einstein. In On Dialogue wordt op een beschouwende en diepgaande wijze ingegaan op hoe wij als mensen met elkaar kunnen communiceren, ofwel met elkaar in dialoog kunnen gaan om te komen tot een opbouwende en heldere visie op situaties. De aard van het boek is vrij abstract, maar geeft stof tot nadenken. Ik geef geen samenvatting van het boek, maar vertel wat ik uit het boek heb gehaald als leidraad. Als je het aandurft je eigen denkwijze en eigen insteek in gesprekken kritisch te beschouwen, dan is dit boek het lezen waard. Verwacht geen gesprekstechnieken of vaardigheden; het gaat om een fundamentele (filosofische) beschouwing van het dialoog.
Dialoog houdt zich voornamelijk bezig met het ontrafelen van het denken - ontstaan door gekleurde interpretaties van individuen of groepen - gevormd op basis van begrippen, herinneringen, reflexen, behoeften, angsten, verlangens, taal. gewoonten, geschiedenis, sekse en cultuur en met begrijpen ofwel het ontvouwen en blootleggen van diepere collectieve bedoelingen.

Dialoog behelst een manier van onderzoek naar oorzaken van allerlei crises én observatie van al dan niet verborgen waarden en bedoelingen die ons gedrag kunnen beïnvloeden en van onopgemerkte verschillen in cultuur of geslacht die aanleiding kunnen zijn tot botsingen, zonder dat wij ons realiseren wat er aan de hand is. Aangezien het karakter van Dialoog onderzoekend is, blijven de betekenis en de methoden zich ontwikkelen. Er kunnen geen vaste regels gesteld worden voor het houden van een Dialoog, omdat de essentie ervan 'Ieren' is. Het kan gezien worden als een onderdeel van een voortgaand proces van creativiteit gedeeld met gelijken. Er komt een gedeeld bewustzijnsgehalte naar voren, waardoor een bepaald niveau van creativiteit en inzicht kan ontstaan.

We worden allemaal gevormd door een set van waarden en veronderstellingen die we mee hebben gekregen in ons leven door achtergrond, opvoeding en ervaringen. Deze set wordt dagelijks gebruikt voor onze omgang met situaties en problemen. Het aardige is dat we problemen benoemen, die soms juist bestaan bij de gratie van onze veronderstellingen. Het zijn problemen die wij veronderstellen doordat wij leven met bepaalde overtuigingen. Als je je bewust bent van je veronderstellingen, is hetgeen je naar voren brengt, dan nog wel een probleem? Bohm beschrijft dan ook dat we soms, zonder dat we het door hebben, absurde problemen accepteren met valse of zichzelf tegensprekende veronderstellingen. Bewustzijn creëren omtrent uw overtuigingen levert een meer constructieve dialoog op met uzelf, maar ook met de ander. Wanneer u uw overtuigingen herkent in een gesprek of overleg, bent u in staat om daadwerkelijk te luisteren. Emoties die voortkomen uit overtuigingen laat u niet of in mindere mate regeren over uw aanpak, waardoor zich daadwerkelijk een verdiepend gesprek of inzicht ontvouwt.

Wie beweert al deze lessen allang te kennen, zou zich op een rustig moment eens moeten afvragen waarom daarvan in de praktijk zo weinig valt te merken.
We proberen de gesprekspartners dikwijls te manipuleren in plaats van kennis te delen. We stellen vragen op een manier die anderen ertoe moet brengen in te stemmen met ons standpunt. We brengen onze mening zo naar voren dat de kans op discussie wordt beperkt. En we beoordelen stilzwijgend andermans standpunt en zoeken daar bepaalde redenen achter…..
Alleen als we ons  oprecht en volledig durven uit te spreken ' kunnen we volgens  van elkaar leren. Voor de toekomst van ieder team / bedrijf of organisatie is het noodzakelijk dat alle collega's zonder maskers hun eigen waarheden (durven) delen. Dialoog in alle kwetsbare naaktheid.
( Bronnen de Bewustzijnsfabriek en Koersfactor.nl )

Voor de echt geïnteresseerden hier een mooie dialoog tussen Krishnamurti en David Bohm over de toekomst van mensheid. Ik smul er van, maar dat zal zeker niet voor iedereen gelden.

woensdag 12 februari 2014

Mijn kennismaking met dialoog

Het was het jaar 2004 dat de dialoog mijn leven in kwam. Ik gebruikte de visie van Don Bosco op het gebied van opvoeden in mijn eindscriptie. Toen op de besloten groepen waar ik toen werkte bleek dat beheersen en sanctioneren niets tot weinig opleverde zijn we daar twee pilots gestart om met de dialoog te werken, welke ik mocht leiden.
Jongeren zijn nog volop in ontwikkeling wat betreft de functies voor aandacht, waarneming, planning, communicatie en geheugen. Voor jongeren met een licht verstandelijke beperking geldt dit des te meer. Vaak heeft dit een stroef lopende communicatie, begeleiding en/of behandeling tot gevolg. Om de resultaten van de begeleiding te optimaliseren is gerichte kennis en een attitude nodig over hoe contact en communicatie met deze jongeren dient te verlopen. Hiervoor is  ‘De Dialoog’ ontwikkeld.

Dialogische communicatie is gebaseerd op de kennis over sociale informatieverwerking en de denkprocessen die nodig zijn om het eigen gedrag  op een adequate manier aan te sturen. Een dialoog is een tweespraak waarbij de jongere dusdanig respect en erkenning ervaart dat hiermee de ontvankelijkheid voor zijn leerproces positief wordt beïnvloed. We hebben inmiddels de ervaring dat onze beroepsopvoeders veel baat hebben bij de kennis en dialogische vaardigheden, al liggen de oude mechanismen op de loer zo gauw het spannend wordt in tekst en gedrag van de jongeren. Ik wil toch in dit blog graag even refereren aan Don Bosco die mij uiteindelijke op het pad van de dialoog heeft gebracht.

Giovanni Bosco wordt geboren op 16 augustus 1815 in het gehucht Becchi in de buurt van Turijn (Italië). Zijn vader, die daar een kleine boederij heeft, sterft als Giovanni nog geen twee jaar is. Met zijn twee broers helpt hij zijn moeder op de boerderij en in de huishouding, hoewel hij het liefst naar school wil gaan om priester te worden. Door de armoede thuis en allerlei tegenslagen kan hij pas op zijn zestiende aan het gymnasium beginnen. Op 26-jarige leeftijd wordt hij tot priester gewijd. Het leven van 'Don' ('priester') Bosco draait om een soort dromen die hem duidelijk maken dat hij zich in moet zetten voor de jeugd. Een ontmoeting met een zwerfjongen uit Turijn in 1841 betekent het begin van zijn levenswerk: jongeren de ruimte bieden om te werken aan hun toekomst, met speciale aandacht voor de kansarmen en achtergestelden onder hen.
 Don Bosco's manier van werken met jongeren staat bekend als het 'preventief pedagogisch systeem'. Het is
samen te vatten aan de hand van enkele sleutelbegrippen. Aanwezigheid is de kern ervan. Niet om jongeren te 'controleren' maar om 'er te zijn' en zo een relatie met hen op te bouwen. Liefde is het bindende element in het systeem. Jongeren moeten voelen dat er 'van binnenuit' aandacht aan hen wordt besteed. Dialoog houdt in dat de werkwijze geen eenrichtingsverkeer is. Door het aangaan van een dialoog voelen jongeren zich serieus genomen en zijn ze meer gemotiveerd om verantwoordelijkheid - een vierde sleutelbegrip - te dragen voor zichzelf en voor anderen. Stimuleren houdt in dat jongeren ertoe komen hun eigen mogelijkheden te ontdekken en verder te ontwikkelen.
 Don Bosco vond vertrouwen vanzelfsprekend. In plaats van jongeren te behandelen als onmondig en onzelfstandig, gaf hij hen zijn vertrouwen om tot ontplooiing te komen. Opgroeiende mensen hebben tenslotte ruimte nodig, letterlijk en figuurlijk: om te spelen, te experimenteren, maar ook om fouten te maken en deze weer te herstellen Zingeving Wat vormt de zin van ons bestaan? Wat is onze diepere bestaansgrond? Opvoeden is voor Don Bosco in dialoog gaan met jongeren in woord en daad. We leven voor wat ons inspireert en waar we in geloven. Essentieel is daarbij dat de opvoeder zijn levensovertuiging niet aan de jongere oplegt, maar er wel vrijuit over durft te spreken. Spiritualiteit, in al haar verscheidenheid, kan een horizon geven, een kader en een perspectief

Kan iemand die leefde in de 19e eeuw ons nú inspireren in ons werk met jongeren? Is, in een tijd van verregaande individualisering, ontkerkelijking, materialisme en nieuwe (social) media zijn methode nog wel actueel? Het antwoord is een volmondig: ja! De methodiek van Don Bosco sluit perfect aan bij onze hedendaagse wetenschappelijke pedagogische inzichten en past in onze multiculturele en multireligieuze samenleving. In alle hoeken van de wereld wordt nog steeds gewerkt volgens het Preventief Pedagogisch Systeem.

Grondgedachte
Innerlijk gedreven en spiritueel geïnspireerd schiep Don Bosco een wereld om zich heen die ons nu tot voorbeeld is. Een wereld waarin we spontaan communiceren met jongeren en waarin opvoeden een dagelijks gebeuren is in alledaagse dingen. Ook tonen we onze betrokkenheid door écht aanwezig te zijn, met onvoorwaardelijke inzet. Dit kan alleen wanneer we ook een klimaat van hartelijkheid scheppen, zodat de jongere zich thuis voelt en zich gewaardeerd weet. Uiteraard staan we daarbij met beide voeten in de realiteit

Los van het feit dat ik, en dat heb ik al eerder laten blijken, niet erg gecharmeerd ben van geïnstitutionaliseerde vormen van spiritualiteit, vind ik toch dat de pedagogische visie van Don van grote waarde kan zijn in onze hedendaagse jongerenwereld. Chapeau priester en bedankt voor de dialoog op mijn pad!
(Bron: donboscowerken.nl)

dinsdag 11 februari 2014

Nieuw leiderschap is oog hebben voor de samenhang der dingen.

In mijn werken met dialoog ga ik er van uit dat de verbinding die mensen vaak zoeken er al is, maar dat deze
verbinding (omdat hij weinig of niet gebruikt wordt) niet zichtbaar (merkbaar) is. Dat geldt helaas ook vaak voor de verbinding tussen primair proces en management. In mijn link-verzameling had ik dit artikel nog dat hier mooi op aansluit en ook mooi aangeeft hoe in de samenhang der dingen  een werkelijkheid verschijnt die toevoegt.

”Leiderschap bereikt een hogere waarde die niet geheel herleidbaar is tot de samenstellende delen” en ‘De waarheid verschijnt in de dialoog” Beide uitspraken gaan uit van een ontmoeting tussen mensen. En het is die ontmoeting of dialoog waarin de meerwaarde ontstaat, waarin het groter kan worden dan wanneer je het alleen doet, of maar vanuit één perspectief bekijkt. Zo ontwikkelt iets dat groter is dan het individu, dan de eenling. Een nieuwe waarheid of een nieuwe werkelijkheid, een ander inzicht, of gewoon iets meer kennis en ervaring bij elkaar opgeteld. Dat klinkt zo logisch, bijna eenvoudig zelfs.Ik begon me af te vragen of het misschien ook andersom werkt: “als je de
Godelieve Spaas
samenhang der dingen kunt zien, dan krijg je een andere waarheid” Dat zou betekenen dat die samenhang er al is maar dat wij die misschien niet altijd waarnemen of erkennen. Leiderschap zou dan zijn: oog hebben voor allerlei vormen van samenhang die mogelijk zijn. Verwacht, onvermoed, groot, klein, ver weg en dichtbij. Ik bleek niet de enige met die gedachte. Bij toeval hoorde ik iemand spreken over het Handvest van de Aarde. Een ethisch document van de VN dat in 2000 ten doop werd gehouden in het Vredespaleis in den Haag. Het is een handvest dat oproept tot het nemen van verantwoordelijkheid voor de toekomst van de aarde. Nieuwsgierig zocht ik op het internet naar deze charter. Die was snel gevonden. Het is een prachtig verhaal. Het eerste deel beschrijft op een bijna poëtische manier aspecten van de aarde: één mensenvolk, een integere ecologie en een rechtvaardige economie. Dat deel wordt afgesloten met de volgende zin: “Onze milieukundige, economische, politieke, sociale en spirituele uitdagingen zijn met elkaar verbonden, en gezamenlijk kunnen wij inclusieve oplossingen uitdenken.” En: “Wij moeten manieren vinden om verscheidenheid in harmonie te brengen met eenheid” De gedachte is dat economie, ecologie en de mensheid een eenheid vormen waardoor als één van de drie gevoed wordt, de anderen ook versterken en omgekeerd. Dat lees ik bijna nooit in kranten of tijdschriften. Daar gaat het vaker over de tegenstellingen tussen al die aspecten. Bij voorbeeld hoe economische groei ten koste gaat van het milieu. Ik moet zeggen dat de gedachte dat ze eigenlijk verbonden zijn en niet zonder elkaar kunnen me wel aanstaat. Dat als je de één begunstigt boven de ander dat je dan iets doet wat niet goed is voor het geheel. De aarde, de menseheid en de economie hebben heeft het nodig dat we inclusief denken en handelen. Dus dat we de dingen niet tegenover elkaar stellen maar als delen van een geheel. Blijkbaar is dat de aard der dingen. Nu is dat een hele grote gedachte die in het dagelijks leven van een leider niet altijd op die schaal te hanteren is. De gedachte dat alles deel is van dat ene grote geheel werkt op mij in elk geval ook verlammend. Het besef dat elke handeling, elk besluit, elk

plan samenhangt met andere dingen, met de omgeving, met de emotie,met waarden als rechtvaardigheid, duurzaamheid, en met talloze andere tastbare en onzichtbare aspecten van mensen en de organisatie is al een flinke opgave. Het is denk ik al heel wat om echt tot je door te laten dringen dat die samenhang er is. Ikzelf word daar af en toe helemaal tureluurs van. Maar uiteindelijk levert het wel wat op is mijn ervaring. Zowel voor de organisatie als gemeenschap, als voor de bedrijfsresultaten, als voor de omgeving of het milieu. Uitgaan van de samenhang der dingen betekent volgens mij dat je als leider niet anders kunt dan op zoek gaan naar verbinding om op basis daarvan te handelen en beslissingen te nemen. Dat betekent in de praktijk dat je je steeds afvraagt bij welk kleiner of groter geheel iets hoort. En daarmee ben ik terug bij het begin van dit verhaal: in de samenhang der dingen verschijnt een werkelijkheid die toevoegt. En precies daarvoor is de ontmoeting, de dialoog en de koppeling tussen mensen een voorwaarde. Alleen vanuit connectie ontstaan oplossingen die inclusief zijn. En die recht doen aan de aard van deze wereld.  - Godelieve Spaas. (Bron: Weten door niet te weten)

maandag 10 februari 2014

Het magische midden in de dialoog

Francis Gastmans had jaren geleden een prachtige website dialoguelearningcentre.be vol met artikelen over dialoog. Deze website heeft hij inmiddels veranderd in http://lemniscaatmethode.com/, maar staat nog steeds bol van de interessante artikelen. Zo ook dit artikel van Hoe leg ik het in het midden? dat ik vrij vertaald heb naar deze blog. Het midden is een boeiende plek in de dialoog. Alleen al vanwege het feit dat veel dialogen in een cirkel gevoerd worden heeft het midden een magische plek, daar waar alles samen komt. Het midden, een heilige en veilige plek om iets neer te leggen.

Soms is het belangrijk het is om de zaken tijdens een dialoog ‘in het midden’ te leggen`. Betrek daardoor alles wat er gebeurt minder onmiddellijk op jou, en vooral, neem je het minder persoonlijk op. Draag goed zorg voor jezelf door minder op je schouders (en op je hart) te nemen. De andere kant van de actie is: je leert zaken in het midden te leggen. Het is nuttig om jouw aandeel in de communicatie te zien. Je maakt het allemaal makkelijker indien je jouw boodschap ‘in het midden’ legt, letterlijk, en niet recht op de ander(en) afvuurt. Je hoeft het niet op de eerste plaats voor de ander te doen. Je boekt er gewoon vaak betere resultaten mee! - Francis Gastmans


Wanneer leg je best je zaken in het midden?
Indien je de kans om gehoord en begrepen te worden, wilt vergroten.
Indien je minder ruzie wilt maken
Wanneer je een groeiende spanning wilt voorkomen of verminderen.
Wanneer je uitdrukkelijk respect wilt tonen voor de ander.
Wanneer je aandacht vraagt voor een moeilijke beslissing.
Wanneer je iemand coacht.
Wanneer je de participatieve houding van de betrokkenen wilt doen toenemen.
Wanneer je met sociale gesprekspartners aan tafel zit.

In het midden leggen, vergt een flinke inspanning. Wat is jouw winst?
Je wordt beter gehoord (want men voelt dat er ruimte is om te reageren of niet).
Je scoort vertrouwen bij de ander (want je komt niet bedreigend over).
Je haalt een eerste stap vooruit wanneer de ander rustig de zaken opneemt die je in het midden legt.
Je verkleint de weerstand bij de ander (omdat hij weerstand mag tonen indien hij dat wil).
Je ontvangt respect (want je toont respect voor de ander).
Je geeft enkel energie aan zaken die iets opleveren en je houdt energie voor aangename zaken.


In het midden leggen, vergt een flinke inspanning. Wat is jouw winst? Hoe doe je het, in het midden leggen? Waar let je dan best op?
Wat zijn de nodige vaardigheden?
Visualiseer het punt in het midden. Net zoals bij het in het midden laten liggen, is het handig om je een lege plek voor te stellen tussen jou en de ander. Die plek is er wel degelijk, letterlijk.

• Soms is het erg handig om een leeg blad in het midden te leggen. Op deze manier heb je de plek zichtbaar gemaakt. Leg b.v. een groot tekenblad in het midden waar we samen op kunnen schrijven.

Kijk eerst naar de ander maar kijk dan naar het midden. Het is nodig om contact te maken met de ander om in te schatten hoe de relatie op dat ogenblik voor jou aanvoelt. Door naar de ander de kijken nodig je de ander uit. Daarna spreek je tegen het midden. Om vervolgens weer naar de ander te kijken. Je kan tegelijk met een handbeweging aangeven dat je iets in het midden legt. Dan is het voor de ander duidelijk dat je iets in het midden legt en niet in het midden werpt!

Toon dat er ruimte is om datgene wat je in jet midden legt al of niet op te nemen. De toon waarop je spreekt en je gelaatsuitdrukking is van belang. Je non-verbale communicatie zal voor de ander aangeven hoeveel ruimte je laat. Aangezien je niet rechtstreeks je non-verbale uitingen controleert, is het nodig om je gevoelens goed waar te nemen. Wees eerlijk met jezelf over de mate waarin de ander al of niet datgene wat jij in het midden legt, op zijn manier mag opnemen of zelfs laten liggen.

Aanvaard dat de ander mag beslissen wat hij er mee doet. Dit is vaak de moeilijkste vaardigheid. Wanneer we iets zeggen, willen we dat er naar ons wordt geluisterd. Toch? Wanneer we iets vragen, willen we dat er een antwoord volgt. Toch? Hoe moeilijk is het niet om te aanvaarden dat de ander het recht heeft om te zwijgen, om niet te reageren, om niet op onze vraag in te gaan en dit niet te verantwoorden … zonder dat we ons daarover kwaad maken? Zou jij niet zelf graag over dat recht beschikken? Wel, je beschik er over en je kan de ander er ook laten over beschikken.

Erken dat de ander een belang heeft om te verdedigen. Dit lijkt eenvoudig en vanzelfsprekend. Onze reacties tonen echter dat het vaak moeilijk is om het belang van de ander te erkennen als een volwaardig belang. Dit staat los van het feit of we het er mee eens zijn of niet. Het belang erkennen gebeurt in het midden! Daarna volgt of en in welke mate we het er mee eens zijn. We kunnen het belang immers gewoon erkennen en in het midden laten. We negeren het niet. We geven aan dat we het gehoord of gezien hebben (= erkennen en bevestigen) en dat we er verder niets mee doen (= zonder er een oordeel over te geven of zonder het misprijzend weg te wuiven!).
samen het resultaat kunt halen zoals dat zou zijn indien men je gelijk zou hebben gegeven. Stel jezelf de vraag: “Wil ik horen “Je hebt gelijk.” of wil ik hoe dan ook een goede oplossing?” Met de focus op het resultaat of op de oplossing hoef je niet zo nodig de focus te leggen op de vraag wie er gelijk heeft.



Ga niet voor het gelijk. Ga voor het resultaat wanneer je je gelijk zou halen. Dat kan best zonder dat men jou gelijk geeft. Wie zegt dit? Ja, ik beken, ik heb het daar moeilijk mee. Wanneer ik meen dat ik gelijk heb, neig ik me in te spannen om mijn gelijk te halen. Dat is niet verstandig. Nog onverstandiger is het wanneer ik me inzet om te bewijzen dat de ander geen gelijk heeft. Het is veel efficiënter om te kijken hoe je


De gulden middenweg is geen compromis. Bij een compromis worden zwart en wit met elkaar vermengd. Een compromis is grijs; het onderscheid tussen zwart en wit gaat verloren. De gulden middenweg is verbonden met zowel zwart als wit, zonder zelf zwart of wit te zijn. Het is een autonome tussenweg. Als je kiest voor de gulden middenweg, dan houd je rekening met zowel het zwarte als het witte standpunt, terwijl je positie neutraal (goud) blijft. 
Het voordeel van de gulden middenweg kiezen is dat het onderscheid duidelijk aanwezig blijft. Je inzicht wordt niet door (zwarte of witte) invloeden vertroebeld. Toch combineer je het beste van twee werelden: Het goud ligt in het midden. Als je de gulden middenweg kiest, kies je dus zowel voor beiden als voor geen van beiden. Dat is de wijsheid van yin en yang en van (non)dualiteit en dat is dialoog (voor mij :-))

zondag 9 februari 2014

Dialogisch lesgeven

Soms is het starten van schrijven lastig. Voel ik me zo'n verdachte in een verhoorkamer met zo'n eenrichtingsspiegel. Ik zie niemand, maar weet dat er achter die spiegel anderen zijn. Anderen die wachten, wachten op zinnen. Vandaag nam het WWW me mee in het dialogisch lesgeven. Ik had er op deze manier nog nooit van gehoord. Nu weet ik zeker dat ik meneer Alexander beter ga leren kennen en zal ik op zoek gaan naar meer leesvoeren over zijn gedachtegang. Hier vast een voorproefje.

“In a world where humanity’s very survival depends on international co-operation rather than national supremacy, perhaps we should consider an education that encompasses childhood well-being, concern for climate change, and an overall global consciousness.”
Prof Robin Alexander


Alexander typeert dialogisch onderwijs als een (1) gezamenlijke onderneming (2) (doel)gericht op (3) het opbouwen van kennis waarbij men (4) over en weer op elkaar reageert en tegelijkertijd (5) elkaar ondersteunt. Onder leiding van hun leraar zoeken de leerlingen met elkaar doelgericht een oplossing voor een probleem; daarbij reageren ze op elkaar en ondersteunen elkaar en - wat het belangrijkste is - ze bouwen daarbij met elkaar kennis op. Om dat opbouwen van kennis gaat het. Leren is hier niet zo zeer het beschrijven van waarnemingen, maar het met elkaar construeren van kennis. Daarbij is de taal cruciaal, met name de door de taal ‘gedragen’ concepten. Alexander schrijft: ‘De taal is niet alleen de uiting van het denken, maar het structureert het ook, en het spreken geeft vorm aan de hogere mentale processen die nodig zijn voor het leren dat in de school plaats vindt’ .Alexander benadrukte dat het bij onderwijs altijd gaat om de leraar, de leerling en de leerstof.
Een leraar dient niet alleen een pedagoog, maar ook een (school)vakman of -vrouw te zijn. De dialoog is voor hem het middel bij uitstek om de leerstof te doordenken. Dat zal, zo benadrukte hij, elke leraar afhankelijk van de context en de leerlingpopulatie op zijn eigen wijze moeten doen. Dialogisch onderwijs is voor hem niet zo maar en techniek, maar een echte pedagogiek: een theorie van en voor de praktijk die elke leraar op zijn eigen wijze in praktijk zal moeten brengen. Hij wees er ten slotte op dat als je echt de ‘opbrengsten’ in een school zou willen verhogen, je je op de pedagogiek zal moeten richten en niet - zoals in Engeland, maar ook bij ons gebeurt - op allerlei (management)technieken. Dialogisch onderwijs is een pedagogische approach en niet zomaar een techniek om informatie mee te managen. Alexander bevestigde de ervaring van de drie onderzoekers.
Dialogisch onderwijs is geen simpele techniek; het is allereerst een pedagogisch houding die bestaat uit aandacht voor de leerling, uit oprechte belangstelling voor wat hij inbrengt, maar ook aandacht voor de leerstof en de wijze waarop de leerling deze via het gesprek met zijn leraar en medeleerlingen eigen maakt. Via dialogisch onderwijs slaat de leraar bruggen: een brug tussen de leerstof en de leerling, maar tegelijkertijd ook een brug tussen hem en de leerlingen en de leerlingen onderling. En via dat slaan van bruggen kan elke leerling op zijn eigen wijze verschijnen. Als dat gebeurt kunnen de talenten van de leerlingen ‘te voor schijn komen’. (Bron: volleleven.nl )