Dialogische communicatie veronderstelt de bereidheid tussen de dialoogpartners tot ‘over en weer’ aandacht voor elkaar te hebben en die wederzijdse inbreng te waarderen en te respecteren. Door de aard van sommige psychische/ psychiatrische hulpvragen (pathologieĆ«n) ligt het tot stand komen van deze wederkerigheid niet voor de hand. Gezien het karakter van de problematiek kan een dialoog pas na nauwgezet handelen (de markering) tot stand komen.
In deze publicatie staat per pathologie beschreven waarmee je rekening dient te houden om een leersituatie voor de jongere veilig te maken, waardoor een dialoog tot stand kan komen. Verder staat vermeld hoe je het proces van ‘stoppen denken doen’ kunt bevorderen en hoe het geloof in het eigen kunnen aangemoedigd wordt.
In de publicatie wordt aandacht besteed aan hoe deze cruciale wederkerigheid te bevorderen bij: Aandachtstekortstoornis (ADD), Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD, Oppositionele Gedragsstoornis (ODD), Gedragsstoornis (CD), Angststoornis, Depressieve stoornis, Licht Verstandelijk Beperking + puberteit, Niet Aangeboren Hersenafwijking (NAH), Autistische Spectrum Stoornis (ASS), Hechtingsstoornis, Borderline Persoonlijkheid Stoornis en Ouders in Ambulante Gezinsbegeleiding (AG).
Op het document zit copyright ivm het nog lopende onderzoek naar de effecten van dialogische communicatie bij jongeren met een LVB en een intensieve hulpvraag en daarnaast liggen de rechten bij de organisatie Lijn 5. Ik kan dus niet te veel uitweiden over de inhoud, maar wel vertellen wat een ongelooflijke aanwinst het is voor de dialogische communicatie met deze jongeren.
Stel je voor, een jongere met een hechtingsstoornis, basaal ontkend in de eerste maanden van z'n leven. Geen of te weinig koestering, een sterk gevoel van onveiligheid. De jongere is daardoor niet in staat geweest om te ervaren hoe het is om geliefd te zijn en om dit zich eigen te maken. Zo ontstaan de hechtingsstoornis, die ook wel relatiestoornis wordt genoemd (en dus ook een verstoorde communicatieve stoornis).
Omdat deze jongeren hebben moeten ervaren dat volwassenen niet emotioneel beschikbaar waren op de momenten dat het belangrijk was, gedragen ze zich vaak erg afwijzend naar volwassenen die wel beschikbaar lijken te zijn. De knak in de communicatielijn is een feit. Ze vertrouwen "grote mensen"niet meer.
Hoe mooi is het dan dat beroepsopvoeders handvatten middels de gemarkeerde dialoog krijgen om deze broze en belaste communicatie weer op gang te krijgen en samen te kijken waar aan gewerkt wil worden.
Mooi werk is het, omdat we zien dat het werkt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten