Francis Gastmans |
Uitganspunten/ vaardigheden
- De deelnemers aan een Dialoog zijn partners, geen tegenstanders of medestanders. Men ziet de ander als deelgenoot in een gezamenlijk (gespreks)project.
- Er is een echte gelijkwaardigheid tussen de gesprekspartners. De partners staan tijdens de Dialoog op gelijke hoogte (letterlijk en figuurlijk); ook al zouden ze in functie verschillen en zouden ze in hun formele functie en (machts)positie erg ongelijk zijn.
- De inbreng van de ander wordt steeds ernstig genomen. Wat de ander inbrengt wordt zonder meer aanvaard als zinvol binnen haar of zijn context, vanuit haar of zijn perspectief, ook al begrijpt men op dit ogenblik de ander niet. De ander zegt niets zomaar. Al wat hij of zij zegt, kan begrepen worden binnen de context van haar ervaringen, haar denken, haar voelen en haar beleven. Men tracht zich in te leven in de gedachtegang van de ander.
- Luisteren is even belangrijk, zo niet belangrijker, dan praten. Bij een Dialoog luisteren de gesprekspartners echt naar elkaar. Dit wil zeggen dat ieder moeite doet om de ander te verstaan zoals die wil verstaan worden. Actief luisteren houdt in dat men vragen stelt om na te gaan of men begrepen heeft wat de ander heeft willen meedelen.
- Er worden evenveel (misschien zelfs meer) vragen gesteld dat dat er meningen en statements op tafel worden gelegd. Dit is het meest opvallende kenmerk van een Dialoog. Er worden vragen gesteld, werkzame vragen, vragen die bedoeld zijn om de zaak helderder te krijgen (niet om met de eigen kennis te pronken).
- Er is een betrokkenheid bij het gespreksthema. Dat thema is duidelijk voor alle partners. Bij een Dialoog kan het gespreksthema regelmatig veranderen. Er is een vrije stroom van vragen, gedachten en gevoelens. Het thema kan daardoor op een flexibele manier maar toch gericht veranderen. Toch blijven de partners betrokken.
- Er wordt op het gepaste ogenblik en op de juiste wijze feedback gegeven (vb welke gevoelen en reacties de communicatiestijl van de ander oproept). Het streven is niet de ander te willen veranderen, maar wel om van elkaar te weten welke effecten men oproept en aldus te te kunnen kiezen om daar rekening mee te houden.
- Al is het streven van een Dialoog in de eerste plaats de dynamische ontmoeting met de ander, toch onderkent men ook de belangen die iemand kan hebben bij bepaalde inhouden van communicatie. Er is oog en oor voor het belang dat ieder heeft bij het gespreksthema, ook al is dit belang voor iedere partner verschillend.
- Verschillen in visie worden gerespecteerd, herkend en erkend. Integendeel, verschillen in visie maken de Dialoog alleen maar rijker. Men zoekt hoe men constructief kan omgaan met de waargenomen verschillen. De vraag is niet wat gelijk is maar wel wat ieder aanreikt om samen een stap verder te komen.
Men tracht niet elkaar te overtuigen maar men zoekt samen naar de juiste gegevens, de zinvolle interpretatie, het helder inzicht, de gepaste conclusie, de beste keuze,. Men streeft niet naar een compromis maar tracht door een beter begrijpen van elkaars visie en het laten bevragen van de eigen visie, te komen
tot een gezamenlijk inzicht dat de basis kan zijn voor gemeenschappelijke doelen en keuzes.
De kenmerken van Dialoog
- Het gesprek verloopt merkelijk trager dan andere gespreksvormen. Stiltes en ogenblikken van rust zijn van
wezenlijk belang voor een goede Dialoog. Het stelt de partners in staat om te luisteren naar de innerlijke stem, om hetgeen gezegd werd te verbinden met wat al gekend is, om goed te begrijpen wat de gevolgen
zijn van wat de ander heeft ingebracht, …
- De gesprekspartners nemen de volle verantwoordelijkheid op voor de eigen inbreng. Als men hier bewust mee omgaat, betekent dit in de praktijk dat men zorgzamer zal zijn in het uiten van een mening en het geven van een reactie. Dit betekent ook dat men de gevolgen van de Dialoog bespreekt en aanvaardt.
- Een Dialoog is een communicatievorm die een grote alertheid wekt bij de partners. Een Dialoog voeren is geen vanzelfsprekendheid. Willen we een echte dialoog voeren dan zullen we er de eerste jaren bewust aan moeten werken, bewust bepaalde vaardigheden moeten oefenen, leren van onze fouten … en opnieuw proberen, bewust!
Om de regels van Dialoog uit te leggen gebruik je de vijf vingers van een hand. Dat is ‘handig’ (letterlijk) om te onthouden.
- In je duim zit: goed luisteren (de duim steek je ook op wanneer je iets goed vindt)
- In je wijsvinger steekt: niet te vlug je mening op tafel leggen, niet schieten op de ander (de wijsvinger wordt nogal eens gebruikt om schuldigen aan te wijzen)
- Met de middenvinger wordt bedoeld: stel heel veel goede vragen (de middenvinger is daarom ook de langste vinger)
- De ringvinger staat voor: bouw verder op de ideeën van de ander en resprecteer de ander (de ring aan een ringvinger wijst immers op verbondenheid)
- De pink ten slotte zegt: hou het kort en bondig als je iets zegt (de pink is niet voor niets de kleinste vinger)
Genoeg om mee te oefenen lijkt me. Succes en mail, deel, Share, RT deze kenmerken/ vaardigheden!
(Bron: Francis Gastmans, Dialogue Learning Centre - tegenwoordig lemniscaatacademie.bel)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten