Jarenlang was ik druk bezig de dialoog te verkondigen als een ultieme vorm van communiceren die ontwikkeling, verbetering, transformatie en wat niet meer mogelijk maakt. Daar geloof ik nog steeds in, maar op het moment dat ik mezelf tijdens een training hoorde zeggen dat elkaar overtuigen niet bij de dialoog hoort, knapte er wat. Was dat niet wat ik precies aan het doen was, de anderen overtuigen van de meerwaarde van de dialoog? Ik snapte toen dat het gevoel aan een dood paard te trekken bij mezelf vandaan kwam. Het paard was niet dood, maar kon alleen op eigen kracht meebewegen richting dialoog en daar heb je wat anders voor nodig dan trekken. Wat je nodig hebt is dat ook de ander genegen is zijn eigen emoties, gedachten, aannames en veronderstellingen te onderzoeken. De bereidheid zichzelf te willen onderzoeken en wat daar bij hoort. Zelfkennis, denkkracht en luistervermogen worden vergroot door de dialoog, maar alles begint bij bereidheid. Grappig is dat ook deze bereidheid vaak voorkomt wanneer er al enige mate van zelfkennis aanwezig is. Een voorzichtigheid ten aanzien van de eigen waarheden.
Zelfkennis is het bewust zijn van de eigen gedachten, emoties en gevoelens. Wie ben ik en waarom ben ik op deze wereld? De zelfkennis, ofwel dat wat ik denk en voel, hoe ik reageer in relatie tot anderen, dit alles laat me in de realiteit zien wat ik daarvoor kende als mijn identiteit. Zelfkennis is het begin van wijsheid omdat het de eigen geconditioneerheid doorziet, waardoor een duidelijker besef ontstaat van dat wat vals is en dat wat waar is. Volgens Socrates is zelfkennis een eerste vereiste voor zelfbewustzijn en zelfbesef. Ben ik mij bewust van mijzelf en besef ik de betekenis daarvan? De boodschap “Gnooti Seauton” of “Ken u zelf” op de tempel van Apollo is voor de filosoof de basisgedachte voor het ontwikkelen van kennis over de werkelijkheid. Hoe iemand iets kent, wordt bepaald door de mate waarin hij zichzelf kent. Ben ik mij bewust van mijn vooroordelen? Zijn mijn waarheden echt of schijn en hoe kom ik daar achter?
Jiddu Krishnamurti zegt het volgende over zelfkennis:"Luister hier vooral aandachtig naar, want jullie hebben vreemde ideeën over zelfkennis - dat je om zelfkennis te krijgen bepaalde oefeningen moet doen, dat je zou moeten mediteren, dat je van alles moet ondernemen. Maar het is heel eenvoudig. De eerste stap naar zelfkennis is tegelijk de laatste, het begin is meteen ook het einde. De eerste stap zetten is belangrijk, want zelfkennis is niet iets dat je van een ander kunt leren. Niemand kan je zelfkennis bijbrengen, die moet je zelf opdoen, het moet je eigen ontdekking zijn, en die ontdekking is niet iets enorms, iets fantastisch, maar iets heel simpels.
Uiteindelijk is jezelf kennen gewoon kijken hoe je gedrag is, wat je zegt, wat je doet in de dagelijkse omgang, dat is alles. Begin daarmee en je zult merken hoe enorm moeilijk het is je bewust van dat alles te zijn, gewoon te kijken naar de manier waarop je je gedraagt, de woorden die je gebruikt tegen je personeel, tegen je baas, de houding die je aanneemt tegenover mensen, ideeën en dingen. Gewoon je gedachten en je motivatie bekijken in de spiegel van je relaties, en je zult merken dat je, zodra je kijkt, verbeteringen aan wilt brengen, je zegt: "Dit is goed, dat is fout, ik moet dit doen in plaats van dat".
Als je jezelf bekijkt in de spiegel van je relaties, benader je wat je onder ogen krijgt met veroordeling of met rechtvaardiging, zodat je een vertekend beeld ziet. Terwijl je, als je in die spiegel gewoon kijkt naar je houding tegenover mensen, ideeën en dingen, als je alleen maar de feiten ziet, zonder een oordeel, zonder te veroordelen of te aanvaarden, zult merken dat die waarneming als zodanig al tot handelen leidt. Dat is het begin van zelfkennis.
Naar jezelf kijken, observeren wat je doet, wat je denkt, waardoor je gemotiveerd en gedreven wordt en toch niet veroordelen of rechtvaardigen, dat is een bijzonder moeilijke opgave, want je hele cultuur is gebaseerd op veroordelen, op beoordelen en evalueren; je bent grootgebracht met: "Doe dit wel en doe dat niet". Maar wanneer je in de spiegel van je relaties kunt kijken zonder het tegengestelde te creëren van wat je te zien krijgt, zul je ontdekken dat zelfkennis geen einde heeft.
Zie je, op onderzoek naar zelfkennis gaan is een naar buiten gericht proces, dat zich later naar binnen richt; we kijken eerst naar de sterren en dan naar ons eigen innerlijk. Op eenzelfde manier zoeken we naar het werkelijke, God, geborgenheid, geluk in de wereld van het feitelijke; en als we het daar niet vinden, richten we ons naar binnen. Dit zoeken naar de innerlijke God, het hogere Zelf, of hoe je het noemen wilt, houdt door zelfkennis volkomen op en dan wordt de geest heel rustig, niet door een bepaalde discipline, maar louter door inzicht, door te kijken, door zich ieder ogenblik, zonder ergens voor of tegen te kiezen, bewust te zijn van zichzelf.
Zeg nu niet: "Ik moet me ieder ogenblik bewust zijn van mezelf", want dat is alleen maar weer een blijk van een dwaze wens ergens te willen komen, in een bepaalde toestand te willen raken. Het komt erop aan je bewust te zijn van jezelf en dat te blijven, zonder daarmee een verzameling aan te leggen, want zodra je dat doet, ga je vanuit die verzameling als centraal punt, oordelen.
Zelfkennis is niet een proces van verzamelen, het is een proces waarbij je van ogenblik tot ogenblik binnen je relaties ontdekkingen doet".
Gelukkig staat op de tempel van Apollo, het orakel van Delphy, niet alleen “Ken u zelf”, maar ook "Alles met mate", dus laten we er maar van uitgaan dat dit ook geldt voor "Ken u zelf" (met mate dus :-))
Dag Joop, ik las je blog. Heerlijk die zelfrelativering. Ik hoorde mezelf op een gegeven moment in een dialoog oordelen dat het niet wenselijk was om oordelen te hebben.... Ik heb me op je blog geabonneerd en maak me benieuwd naar wat er verder komt. Hartelijke groet, Martje
BeantwoordenVerwijderenOordelen over oordelen, wat is het soms ingewikkeld hè. Het maakt me blij dat je benieuwd bent. Groet, Joop
BeantwoordenVerwijderen