Spread the word!

Het delen van de berichten op dagelijksedialogen wordt erg gewaardeerd! Spread the word of dialogue.

zaterdag 19 april 2014

Dag 109 - De school als oefenplaats voor democratie

Als sterk voorstander van dialoog binnen het onderwijs kun je alleen maar blij worden als dit stukje van Sophie Verhoeven op het internet voorbij komt. Ik heb maar een kleine passage gebruikt, maar het artikel is zeker de moeite waard om geheel te lezen. Zij schreef een mixed-methods evaluatieonderzoek naar de werkzaamheid van een schoolbreed programma voor democratische burgerschapsvorming in de basisschool. En niet verwonderlijk dat daar de dialoog een hele prominente plaats in inneemt.
Ik heb trouwens leuke reacties gekregen op de nieuwe website van Mens in Dialoog. Dank daarvoor. Op verzoek ook een twee-daagse training dialoogbegeleider in het najaar gepland en ik hoop genoeg mensen te mogen ontvangen om de training door te kunnen laten gaan.Nu eerst naar de passage van Sophie (laat je niet afschrikken door het wetenschappelijke taalgebruik en de storende literatuurverwijzingen, hoort er bij).

Dialoog met en tussen leerlingen wordt over het algemeen beschouwd als een effectieve methode om competenties te ontwikkelen die nodig zijn om te kunnen participeren in de maatschappij (Schuitema et
al., 2008). Dit kan een positieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van burgerschapscompetenties zoals moreel denken, bewustwording van en reflectie op eigen waarden, kritisch denken, communicatievaardigheden, perspectief nemen, argumenteren en democratische waarden als respect,
tolerantie en autonomie (Schuitema et al., 2008; Solomon, Watson & Battistisch, 2001).

Daarnaast kan dialoog een positieve invloed hebben op de ontwikkeling van een zorgzame en democratische gemeenschap (Lickona, 1997; Parker & Hess, 2001; Vieno, Perkins, Smith & Santinello, 2005). Onderzoek naar de invloed van dialoog in het onderwijs richt zich veelal op leerlingen in het voortgezet onderwijs. Er zijn echter ook aanwijzingen dat leerlingen vanaf 7 jaar in staat zijn perspectief te kunnen
herkennen en hierop te reflecteren (Schaffer, 1996) en dat zij al vanaf 5 jaar in staat zijn om te argumenteren in een dialoog (Kline, 1998). Parker en Hess (2001) beschrijven hoe dialoog in het onderwijs gevoerd
kan worden. Zij operationaliseren dialoog als een gezamenlijke zoektocht over een afgebakend onderwerp waarbij zowel geluisterd als gepraat wordt. Deze manier van praten met elkaar zorgt er volgens hen voor dat verschillende perspectieven tegen elkaar afgezet worden. Hierdoor worden leerlingen uitgedaagd hun eigen perspectief kritisch te overwegen. Leerlingen komen door middel van dialoog gezamenlijk tot
inzichten over een bepaald onderwerp. Parker en Hess onderscheiden drie typen van dialoog in de klas: overleg, seminar en conversatie. Deze drie typen hebben verschillende doelen en manieren om deze te bereiken.

Overleg (deliberation) heeft als doel een gezamenlijk besluit te nemen over een onderwerp. Besluiten kunnen op verschillende (democratische) manieren genomen worden en ook de werkvormen kunnen verschillen. Een specifieke werkvorm is ‘structured academic controversy’, een coöperatieve werkvorm waarin leerlingen in korte opdrachten een onderwerp verkennen. Deze werkvorm kan positieve effecten hebben op academische competenties, maar ook op interpersoonlijk vlak, zoals elkaar aardig vinden,
waargenomen ondersteuning van leeftijdsgenoten en het nemen van perspectief (Solomon et al., 2001).

Seminar, het tweede type dialoog, heeft meningsvorming als doel. Een werkvorm om dit te doen is ‘socratische dialoog’, een manier om leerlingen actief te laten participeren en hun kritisch denkvermogen te stimuleren (Overholser, 1992). Door de leerkrachtgerichtheid van dit type dialoog is het verloop van de discussie sterk afhankelijk van de vaardigheden en houding van de leerkracht (Schuitema et al., 2008).

Het derde type dialoog noemen Parker en Hess (2001) conversatie. Dit type geeft betekenis aan de andere twee typen en zou hieraan vooraf moeten gaan. In conversatie wordt gezocht naar overeenstemming over het
doel van de dialoog en wat men wil bereiken. De leerkracht wordt door Parker en Hess (2001) genoemd als invloedrijke persoon voor het verloop van dialoog in de klas. Zijn taak is om een zorgzaam en democratisch klimaat te creëren en te onderhouden, door leerlingen ‘gelijke toegang en gelijke kansen’ te bieden, bijvoorbeeld door typen dialoog en werkvormen af te wisselen.

Daarnaast is ook het stimuleren van reflectie een belangrijke taak van de leerkracht (Leenders & Veugelers, 2004). Leerkrachten dienen in staat te zijn om verschillende perspectieven te belichten, waardoor leerlingen
de kans krijgen om te reflecteren op hun eigen waarden en deze te ontwikkelen (Veugelers & Vedder, 2003). Reflectie heeft zijn wortels in de wetenschap en is een systematische manier van denken, waarbij ervaringen worden geïnterpreteerd, mogelijke verklaringen worden gezocht en hypothesen getoetst (Rodgers, 2002). Wanneer een leerkracht samen met leerlingen reflecteert, worden zij aangespoord om betekenis te geven aan hun ervaringen. Reflectie kan zo een lerende, betekenisgevende functie hebben. De eigen attituden van de leerkracht zoals nieuwsgierigheid en openstaan voor andere opvattingen zijn echter van groot belang voor de kwaliteit van reflectie (Rodgers, 2002).

Om de school te ontwikkelen tot oefenplaats voor democratie is het dus belangrijk dat leerlingen democratie ervaren in de dagelijkse praktijk. Een geschikte manier om dit te doen is door dialoog, waardoor een democratisch klimaat bevorderd wordt en leerlingen democratische vaardigheden oefenen. De leerkracht is hierbij een belangrijke factor, zowel voor het aangrijpen van spontane situaties, faciliteren en bewaken van
een democratisch klimaat als voor het stimuleren van reflectie. De eigen houding en attituden van de leerkracht lijken hierbij belangrijke factoren.
Op basis van het bovenstaande lijkt met name de Groepsvergadering een belangrijke activiteit om de school te ontwikkelen tot een oefenplaats voor democratie. Dialoog en reflectie zijn hierin belangrijke elementen en de tweewekelijkse uitvoering ervan geeft leerkrachten en leerlingen een structureel platform waarop alledaagse situaties besproken kunnen worden.

Er is dus genoeg goed onderbouwd materiaal beschikbaar om te starten met dialoog binnen het onderwijs. Gewoon, omdat je er gezondere burgerschapsvorming van krijgt. A domani :-)

Bron:( http://dspace.library.uu.nl/bitstream/handle/1874/254908/verhoeven.pdf?sequence=2 )

Geen opmerkingen:

Een reactie posten