Spread the word!

Het delen van de berichten op dagelijksedialogen wordt erg gewaardeerd! Spread the word of dialogue.

zaterdag 24 mei 2014

Dag 145 - Het nut en de zin van filosoferen voor het kind.

Vandaag weer een dag college gegeven adolescentie(en problematiek/ pathologie). Als rode draad door het college liep het communiceren met kinderen. Veel ouders die ik ontmoet die (zware)problemen krijgen met puber blijken al niet een communicatief gezonde relatie met kinderen te hebben. Als pubers dan ineens grensoverschrijdende zaken gaan doen willen de ouders er over in gesprek, maar de jongeren hebben dan geen ervaring met dit soort gesprekken met de ouders. In dialoog kun je niet vroeg genoeg doen en dat zou op scholen ook het geval moeten zijn. Filosoferen als in onderstaande tekst helpt kinderen al met deze dialogische vaardigheden te stoeien en daarom wederom een pleidooi, nu voor filosoferen, met kinderen!
Onderstaan verhaal is van Wilma Boesten
 Wat is het nut en de zin van filosoferen voor het kind?
Als leerkracht van een groep op de basisschool heb je te maken met een vol programma. Er zijn heel veel verplichte vakken, waaraan je als leerkracht al met de kinderen móet werken. Het is immers wettelijk vastgelegd in de kerndoelen voor het basisonderwijs wat de kinderen aan het eind van de basisschool moeten beheersen. Bij bijna elk vak heb je te maken met een methode en het is een hele kluif om alles uit die methoden aan het einde van het jaar te hebben behandeld. Het wordt nog moeilijker als je een groep hebt waarbij een (groot) deel van de leerlingen moeite heeft met leren en je het tempo en/of de lesstof moet aanpassen. Je moet dan wel goede redenen hebben om er nog iets nieuws bij te gaan doen en dit dan niet eenmalig, maar wekelijks en over een lange periode. Ik hoor het u al denken: “Regelmatig schiet er een les drama, muziek of tekenen bij in, ten gunste van een reken- of taaltaak en daar komt zij aan met haar filosoferen.”
Aan mij de schone taak om op een duidelijke manier uiteen te zetten, waarom je toch zou moeten gaan filosoferen met de kinderen.
Met het beetje dat ik van filosoferen wist had ik bedacht dat filosoferen goed is voor de taalvaardigheid van kinderen. Kinderen moeten immers hun gedachten onder woorden brengen, zodanig dat een ander ze begrijpt. Ik had ook bedacht dat filosoferen wel goed moet zijn voor het zelfvertrouwen van kinderen. Je zegt wat je denkt, voelt, geeft je mening en dat is nooit fout (het moet wel onderbouwd zijn, niet alleen een loze kreet). Dit zorgt ervoor dat kinderen tijdens het filosoferen veel succeservaringen opdoen, ook de kinderen die niet zo goed kunnen leren. Ik ben er nu wel achter dat filosoferen de kinderen veel meer oplevert dan ik van te voren kon bedenken.
In de Verenigde Staten hebben ze kinderen onderzocht die een tijd lang filosoferen op de basisschool hebben gehad. Uit dit onderzoek blijkt dat die kinderen;
minder moeite hebben met abstracte vakken, zoals wiskunde en begrijpend lezen
de verbale vermogens duidelijk hebben bevorderd
aan zelfvertrouwen hebben gewonnen
hebben geleerd problemen op een redelijke manier te bespreken
Als je deze uitkomst ziet, vind ik het niet eens meer zo vreemd, dat leerkrachten die experimenteerden met filosoferen op de basisschool, constateerden dat de kinderen minder agressief werden en er minder werd gevochten op het schoolplein. Ze hebben immers de tools in handen om onenigheid verbaal op te lossen.

Het nut van filosoferen is wel duidelijk. De kinderen oefenen een heel scala aan vaardigheden door regelmatig deel te nemen aan een filosofisch gesprek. Ik zal hier de vaardigheden (ofwel; de doelen voor de kinderen) nog even allemaal op een rijtje zetten:
- ontwikkelen van een onderzoekende houding; er wordt een antwoord gegeven op een vraag, dit antwoord moet onderzocht worden (is het antwoord duidelijk, kent iedereen de gebruikte begrippen, heeft iemand een ander antwoord en waarom)
- ontwikkelen van discipline om naar elkaar te luisteren; je wordt gedwongen goed naar elkaar te luisteren (niet alleen horen wat een ander zegt, maar ook begrijpen wat een ander zegt), alleen dan kun je doorvragen wat iemand bedoeld of tegenargumenten inbrengen
- leren om vragen te formuleren; in de meeste onderwijssituaties krijgen kinderen vragen voorgeschoteld waarop zij een antwoord moeten geven. Nu moet een kind een vraag stellen om duidelijk te krijgen wat een ander bedoeld. Dit moet heel duidelijk worden geformuleerd, wil je het antwoord krijgen op de vraag die je in je hoofd hebt
- woordenschatontwikkeling; ieder kind heeft een eigen woordenschat, kent andere woorden dan zijn klasgenoten. Doordat filosofie gaat over wat jij denkt, vindt en voelt (en niet over wat er in de les staat beschreven) zal een kind meer woorden uit zijn woordenschat gebruiken dan in een gewone les. Het gevolg is dat ze van elkaar allerlei nieuwe woorden en begrippen leren. Voor kinderen kan het samen filosoferen een extra stimulans zijn om de taal beter te willen leren beheersen.
- ontwikkelen van de taalvaardigheid (verwoorden van je gedachten); wanneer je een antwoord beargumenteerd moet je goed nadenken over de woordkeuze. Een verkeerd gekozen woord kan tot gevolg hebben dat de ander iets anders begrijpt dan jij bedoelt. Het is erg lastig om je gedachten te verwoorden, de juiste woorden te vinden. Vooral als het gaat om gevoelens. Dit geldt overigens ook voor volwassenen. Probeer voor jezelf maar eens onder woorden te brengen wat je voelt als je verdrietig bent.
- leren redeneren en beargumenteren (logisch denken); gewoon zeggen wat je vindt is niet zo moeilijk, dat doen we de hele dag. Maar zeggen waarom je iets vindt, dat is toch een andere vaardigheid. Ook hiervoor geldt hoe abstracter, hoe lastiger. (mijn fiets is klein, omdat die van mijn vader groter is/ik voel me blij, omdat ……)
- leren een standpunt in te nemen bij een open vraag, maar ook om dit standpunt bij te stellen naar aanleiding van de argumenten die door een ander worden aangedragen.
- abstract leren denken; bij de vraag “wie is Karel de Grote?” probeer je het geleerde concreet voor de geest te halen en als dat niet lukt dan zoek je het antwoord op. Filosofische vragen hebben geen goed of fout antwoord, dat moet je proberen zo goed mogelijk te achterhalen. Dat maakt dat je jezelf dingen moet gaan afvragen, jouw waarheid moet proberen te vinden, zonder dat je daarvoor concrete aanknopingspunten hebt.
- leren reflecteren; je denkt na over je eigen denken, daarvoor moet je onderscheid kunnen maken tussen je eigen denken en de werkelijkheid.
- begrip hebben voor elkaar; doordat de kinderen alles wat ze zeggen moeten beargumenteren leren ze elkaar kennen. Beargumenteren doe je namelijk vanuit je eigen normen en waarden, vanuit dat wat jij belangrijk vindt en dus vanuit je cultuur. Zo komt de cultuur tot uitdrukking in taal. In deze multiculturele en interreligieuze samenleving een must.

Deze vaardigheden komen ook van pas in alle andere vakken. Denk aan taal (woordenschatontwikkeling, begrijpend lezen (abstract denken)), rekenen (het onder woorden kunnen brengen van de oplossingsstrategie) en OJW (aannemen van een onderzoekende houding). Dit zijn slechts enkele voorbeelden.
Filosoferen met kinderen gaat dus eigenlijk niet ten koste van de tijd van de andere vakken, maar komt juist ten goede aan al die vakken. Bovendien denk ik dat filosoferen de sfeer in de klas ten goede komt doordat kinderen elkaar beter begrijpen, zeker wanneer het een multiculturele of interreligieuze klas betreft. En we weten allemaal dat een prettige veilige omgeving de basis is om überhaupt te kunnen leren.
Bij het leren redeneren, speelt ook een groot opvoedkundig en maatschappelijk belang. We leven in een democratie en daarin wordt verwacht dat alle burgers redelijke individuen zijn. Dan moet je wel geleerd hebben te redeneren en dus aan ons leerkrachten de taak om de basis hiervoor in het basisonderwijs te leggen.

Naast nut hebben we het ook over de zin van filosoferen voor kinderen. Tijdens het filosoferen, kun je vragen aan de orde stellen die de kinderen confronteren met de fundamentele levensvragen; Waarom zijn we op aarde, wie ben ik eigenlijk, waar was ik voor ik werd geboren, waar ga ik heen als ik dood ga, enzovoorts. Kinderen verkennen de vraag die is gesteld. Ze brengen daarbij hun gedachten onder woorden en worden gevoed door de gedachten van andere kinderen uit de groep. Dit is een proces waardoor je mijns inziens steeds verder gaat nadenken. Het denken houdt niet op, nadat een kind zijn eerste gedachten heeft geuit. Je probeert steeds preciezer te bedenken en te verwoorden wat je vindt, voelt en denkt. Je hebt het over gevoel dat bij je wordt losgemaakt bij het bespreken van een onderwerp, over de schoonheid van dingen om ons heen. Hierdoor leer je jezelf steeds beter kennen, kom je steeds dichter bij je eigen ik.
Door samen na te denken over vragen waarop je een antwoord wilt hebben, over onderwerpen die betekenisvol en zinvol voor je zijn, die hun oorsprong vinden in verwondering over iets, krijg je kijk op jouw wereld. Je leert anders kijken naar de wereld om je heen.

Ik hoop oprecht dat meer mensen zich hard maken voor filosoferen (op weg naar dialoog) in het onderwijs, op weg naar anders kijken naar deze wereld en dus ook anders met elkaar omgaan. A domani!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten