Dialoog;
samenspel geeft kennis en inzicht
door
Marjan Hoogendijk en Iris de Veer
Dit artikel werd geschreven voor de
essaywedstrijd van Triamkennisaward 1998
over kennismanagement onder het motto “Spelen met kennis” en won de tweede
prijs. Het werd diverse malen gepubliceerd.
Verschillende soorten kennis: technè, epistèmè, fronèsis
Aristoteles maakt een onderscheid tussen drie soorten kennis: de technè (vakmanschap), de epistèmè (wetenschappelijke, cognitieve kennis) en de fronèsis. Fronèsis zou je met “praktische wijsheid” kunnen vertalen. Iemand die over dit type kennis beschikt laat in zijn gedrag zien dat hij de verbinding legt tussen logica (argumenten), pathos (gevoel) en ethos (ethiek). Fronèsis is niet uit een boek te leren, of door wetenschappelijk onderzoek te ontwikkelen. Het gaat om persoonsgebonden ervaringen, inzichten, attitude, overtuigingen en gedrag.
In dit essay bespreken we de dialoog als methode voor het verwerven van deze praktische wijsheid, en geven we spelregels voor een professionele dialoog. Onze boodschap is: dialoog is leuk, zinvol, eenvoudig te organiseren en heeft een hoog rendement.
Dialoog: de les van Socrates
Volgens
Socrates kan praktische wijsheid door het voeren van een dialoog worden
ontwikkeld. “Men dient
een spanning in de geest te creëren, zodat het individu zich aan mythen en
halve waarheden kan ontworstelen”,
aldus Socrates. Zoals Michelangelo beweerde dat het beeld al in het marmer zat,
en dat hij alleen het overtollige weg moest hakken. Zo meende Socrates dat de
meeste kennis al aanwezig is, maar dat de mens door zich de juiste vragen te
(laten) stellen de echte kennis uit de massa van ervaringen en opvattingen moet
bikken.
Het verhaal en de vragen
De kern van het georganiseerd leren van ervaringen zit in het vertellen van de ervaring en in de bevraging, de dialoog. Verhalen doen recht aan de complexiteit, dubbelzinnigheid en ambivalentie van de werkelijkheid. Ze zijn nooit eendimensionaal, maar altijd vol met lading en emotie. Verhalen gaan in op het bijzondere en zijn rijk aan details. Dit in tegenstelling tot theoretische concepten, die de werkelijkheid abstraheren. Theoretische concepten simplificeren en geven overzicht. Beide zijn nodig voor professioneel gedrag.
Een leerzame dialoog kent strakke spelregels. Die spelregels zorgen ervoor dat de praktische wijsheid, die in de ervaring ligt opgeslagen, geordend en sprekend wordt.
In de volgende paragraaf geven we een set van deze spelregels voor een socratisch vraag-en antwoordspel. Wij gebruiken beiden dit 10-stappenmodel in onze eigen praktijk en zijn enthousiast over de resultaten. Welke dat zijn vertellen we daarna
Het spel en de regels
V
is de verhaalverteller. A zijn de vragenstellers, de adviseurs. Er zijn
tenminste twee en maximaal acht vragenstellers. Eén van de vragenstellers is
tevens procesbegeleider.
Schematisch
ziet het 10-stappenmodel er als volgt uit:
Stap
1 V. Vertelt zijn verhaal en legt
de A’s een probleem
voor, de A’s kunnen verduidelijkingsvragen stellen.
Stap
2 Iedere A stelt maximaal 3 open
vragen;
Stap
3 V schrijft ze op, typeert ze met
koud, neutraal, warm;
Stap
4 V beantwoordt de vragen, geen
interrupties;
Stap
5 Nog een rondje met overige
noodzakelijke (open) vragen (geen discussie). V antwoordt direct;
Stap
6 A’s
leven zich in het probleem en herformuleren het probleem van V in termen van:
'mijn probleem is...';
Stap
7 A’s
schrijven deze op flappen. V scoort koud, neutraal, warm;
Stap
8 V. Formuleert dan zelf: >mijn probleem is...=;
Stap
9 V en de A’s voeren een gesprek over welke krachten
binnen de persoon/ de organisatie maken dat dit probleem bestaat. Is V het hier
mee eens? V bepaalt of we over kunnen naar stap 10.;
Stap
10 De probleeminbrenger vertelt zijn
plan om het probleem aan te pakken met de nieuw verworven inzichten. Suggesties
van A’s over de
eventuele hobbels in de uitvoering van het plan worden gegeven, indien gewenst
door V.
Belangrijk
voor dit proces is om zo’n
één à twee uur ongestoord te kunnen werken.
Het
toepassen van de methode levert de volgende resultaten op:
* Verhaalverteller en adviseurs krijgen
sneller inzicht in de situatie. Om een ervaring te kunnen vertellen, moet
je een ordening en een clou in het verhaal aanbrengen. Alleen al door dit te
doen komt de verhaalverteller tot meer inzicht in de situatie die hij
beschrijft. Maar ook de adviseurs krijgen in korte tijd een beeld van de ervaring. Hierdoor kan de adviseur zijn eigen
denk- en handelswijze toetsen aan die van de verteller. Het verhaal kan werken
als een goede tip: “Hé
dat kan ik ook toepassen”.
Het kan werken als een spiegel: “Hé,
daar zit ik ook altijd mee, ik begrijp nu beter hoe het werkt”.
* Blinde vlekken worden onthuld. Het
antwoord geven op de vragen in stap 4 helpt de verhalenverteller om zijn (vaak
onbewuste) redeneringen en aannames te expliciteren. Dit werkt verfrissend, als
blijkt dat men intuïtief “het
juiste” heeft gedaan.
Het kan ook confronterend zijn, als de verhaalverteller constateert niet
consistent gehandeld te hebben, zich ongecensureerd door zijn emoties heeft
laten leiden of niet weet wat hij meende te weten.
* Het belemmerende oordeel wordt opgeschort.
Door de open vragen voelt de verhaalverteller zich niet aangevallen en hoeft
zich dan ook niet te verdedigen. In de rol als adviseur wordt je gedwongen om
je oordeel over het vertelde uit te stellen en in plaats daarvan de
verwondering te laten spreken. De adviseurs leren om “goede vragen te stellen”. De methode laat niet toe dat je reageert
met: “wat raar dat je
op deze wijze gehandeld hebt”,
maar wel met een open vraag: “wat
is je motief geweest om op die en die wijze te handelen?” Oordelen en veroordeeld worden belemmeren het
leren.
* Ook de vragensteller leggen eigen
vooronderstellingen en aannames bloot. Door onder woorden te brengen wat
verwondert krijgt de adviseur zicht op zijn eigen vooronderstellingen,
redeneringen en aannames, de bril waarmee hij naar de wereld kijkt. Het is
interessant om na afloop van de bijeenkomst nog aandacht te schenken aan een
analyse van de gestelde vragen.
* Professionele en ethische noties worden
werkendeweg ontwikkeld. Door een ervaring op deze wijze uit te diepen
kunnen alle deelnemers er van leren. Op een natuurlijke wijze zullen in de
dialoog vragen als: 'wat is goed, integer, passend, professioneel gedrag voor
iemand in deze functie, met deze rol, in deze situatie= aan de orde komen. Professionele en ethische
codes zijn steeds minder algemene regels te vatten en worden op deze manier
ontwikkeld en onderhouden.
Spelplezier met Socrates als coach
De
dialoog brengt de reflectie tot stand waardoor vage noties, halve ideeën en
intuïties bewust, expliciet en consistent gemaakt worden. Reflectie zorgt er
voor dat de paradigma's duidelijk worden. De impliciete kennis wordt voor en
door de groep bewust gemaakt en overgedragen. De hele groep leert. Om de
dialoog goed te kunnen voeren moeten de deelnemers over een aantal vaardigheden
beschikken: goed kunnen waarnemen, open vragen stellen, gevoelens en ideeën
kunnen verwoorden, waarnemingen en interpretaties scheiden en van perspectief
wisselen. Het aardige is dat door het eenvoudigweg toepassen van de socratische
dialoogvorm deze vaardigheden getraind worden.
Een
leerzame dialoog is met het 10-stappenmodel eenvoudig te organiseren. Het
levert een schat aan kennis op, die op geen andere wijze te verwerven is. Een
organisatie die dit doet zal zijn
professionele standaard omhoog brengen, en alle deelnemers aan de dialoog
kunnen trots zijn op hun bijdrage hier aan. De gemeenschappelijke ervaring
schept een band. Men krijgt inzicht in de sterke kanten van ieders aanpak en
zal een gezamenlijke visie op “fronèsis” ontwikkelen. Het samenspel
geeft vooral ook plezier in het werk.
In
veel organisaties wordt veel geld aan opleiding en training besteed, maar
slechts weinig aan dialoog en reflectie. Ons advies is: neem Socrates als
coach, geef tijd voor reflectie, maak ruimte voor dialoog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten